t Lant van Beloften
Studiemiddag Landinrichting op 12 november 1998
in Amsterdam
VERSLAG
Het perspectief van de landinrichting: het land van belofte?
De organisatie was in handen van de
Stichting Geodesia en daar was niets
mis mee; het initiatief was ontstaan
tijdens een onderonsje tussen Willem
de Vos, Jan Sonnenberg en René van
der Schans. De deelnemers en de be
langstellenden waren grotendeels af
komstig van de landinrichtingspoot
van het Kadaster, deze laatsten wel
licht meer daartoe opgewekt vanuit
de onzekerheid over hun toekomstig
arbeidsveld. Hoewel, Annet Buis en
Wim Tijsseling hadden helemaal niet
te klagen over belangstelling voor hun
demonstraties van respectievelijk het
prototype van een kavelontwerpsys
teem en het systeem Transfer dat bij
het Kadaster is ingevoerd als hulpmid
del bij het opmaken van het plan van
toedeling.
Het land van belofte
Die titel hanteerde René van der
Schans bij zijn uitleg over de inter
acties tussen mensen bij herverkave
lingsactiviteiten, maar leek in de loop
van de middag steeds meer het leid
motief te worden voor de toekomst
van de geodetische inbreng daarbij. En
die leek, naarmate het programma
voortschreed, ook niet hoopvoller te
worden.
Theo Scheele,
redacteur.
Spionnen uit het
land van belofte.
De middag maakte een snelle start, allereerst door de korte
inleiding van ir. Jelle Gaastra die hier volgens zijn toe
lichting uitsluitend z|at als dagvoorzitter en niet in de hoe
danigheid als kersverse Kadasterbaas (in de landinrichting),
en de nog kortere inleiding van prof. Willem de Vos, zodat
al direct wat tijdwinst was geboekt. Beide inleiders zwaai
den veel lof toe aan René van der Schans voor zijn werk aan
het samenstellen van de bundel "Landinrichting in per
spectief' waarvan allé deelnemers een exemplaar kregen.
AU klant wil ik maak werk,
■fUxibilifcê/k/ 4nêU;êid
ktva\ibeib.
kImb&êrickk
kadaïber, doft i*
wat todj bié?dêft.
G_
Klantgericht
Kadaster.
Het werd tijd voor het grote werk: de toekomst van de
landinrichting, waarin C.Teygeler, beleidsmedewerker van
de Provincie Geldefland, de verontruste schare mogelijk
wat hoop kon geven, want Teygeler is ook nauw betrokken
bij de herijking van de landinrichting en daar moet het
toch vandaan komen: het nieuwe beleid. Weg met de oude
trage, eenzijdige (agrarische) en drastische ruilverkavelin
gen. Op naar een nieuwe landinrichting als eigentijds in
strument dat aansluit bij de dynamiek van het landelijk ge
bied. Maar die hoop slonk allengs naarmate hij zijn bood
schap grotendeels bleek te baseren op de bezuinigingsdrift
van het kabinet voor het slordige bedrag van totaal 300
miljoen gulden, daafmee afspraken en toezeggingen uit het
verleden aan de paarse laars lappend. Gevolgen: snoeien in
oude lopende projecten en vertragen van nieuwe projecten
(met het nieuwe beleid). Een politiek draagvlak voor de
vernieuwing in de landinrichting blijkt niet te vinden, in
tegendeel; nog meejr bezuinigingen hangen in de lucht.
De bulldozer is al lang uit het terrein verdwenen, maar zet
zijn werk nu blijkbaar voort op een ander niveau. Over de
kadastrale bijdrage had Teygeler voor de steeds maar stiller
wordende toehoorders ook niet veel leuks in petto: met het
meer loskoppelen van herverkaveling van het instrument
landinrichting zal dje wettelijke inzet van het Kadaster bij
landinrichting fors jterug'°Pen- Als pleister op de wonde
mag het Kadaster hier en daar wel worden ingeschakeld
voor het uitvoeren van betaalde opdrachten, met name
voor verkavelingsohderzoek, want daar zijn ze deskundig
in. En misschien mag het Kadaster dan ook nog wel andere
deelopdrachten uitvoeren voor DLG. Met deze politieke
plaatsbepaling van de ruilverkaveling is de trend voor de
31
GEODESIA