Modulaire wenszitting
Beperkte de dagvoorzitter zich netjes
tot het leiden van de bijeenkomst, zijn
rechterhand en plaatsvervangend di
recteur Landinrichting bij het Kadas
ter, ir. Kor Mulder, nam alle tijd om
te etaleren welke hulp en bijstand het
Kadaster zou kunnen leveren: maat
werk bij herverkaveling. De herijking
van de landinrichting paste volgens
zijn toelichting helemaal bij de manier
van denken van het Kadaster: het is
ons op het lijf geschreven (waarbij hij
het vast niet over de bezuinigingen
had). Het verbeteren van de huidige
landinrichtingsprocedure, die te lang
en te duur is, eenvoudiger kan en snel
ler, en dat ziet het Kadaster best zitten,
sterker nog: de nieuwe structuur van
het Kadaster is daarop al afgestemd. Er
worden grotere teams gevormd, de
kennis wordt gebundeld en men is nu
in staat om flexibel, snel en kwalitatief
in te spelen op de wensen van de op
drachtgever. Dat zou de DLG natuur
lijk kunnen zijn, want die relatie is
goed, maar de relatie met de provincie
zou het Kadaster graag wat hechter
maken. De toekomstige modulaire
opbouw die de bekende landinrich
tingsprocedures gaat vervangen,
schept ook ruime mogelijkheden voor
het Kadaster om hun diensten aan te
bieden. Mulder loopt ze allemaal uit
voerig door. Ter afronding vat hij
samen dat het Kadaster in staat is
maatwerk te leveren in het nieuwe be
leid en graag meedoet in vrijwel alle
onderdelen van de herijkte landinrichting. Het geeft niet
op welke manier.
Alle betrokkenen in het werkveld van de herinrichting
moeten weten wat het Kadaster kan en erg graag wil.
Gezien de afkomst van de deelnemers aan deze dag was
het echter een preek voor eigen parochie. Die vroegen zich
(later bij de borrel) af of het doel wel wordt bereikt door de
medewerkers uit de voorposten (het werkveld) terug te
trekken op gecentraliseerde stellingen, als gevolg van de
door Gaastra geschetste reorganisatie en of die kadastrale
centralisatieplannen wel het juiste antwoord zijn op de
decentralisatie van de landinrichting in het algemeen.
Nieuw beleid
Een gezellige borrel
tot slot.
Restte nog de forumdiscussie die min of meer over de hoof
den van de wat weemoedig geworden
deelnemers heen werd gevoerd. "Zou
het niet verstandig zijn de lopende
projecten te laten voor wat ze zijn en
met het nieuwe beleid te beginnen?",
vroeg prof. Van Berk. Jan Sonnenberg
vroeg zich af wat landinrichten zonder
herverkavelen is. "Wordt het pro
bleem van de herverkaveling niet over
trokken? Er zijn toch voorbeelden dat
het nu al veel sneller gaat (zie Zeeland)
en dat er heel veel goeds is bereikt met
de (oude) herverkavelingen. Het lijkt
er soms op dat de ruilverkavelaars een
kolonie melaatsen is, terwijl er toch
zoveel is bereikt". Ook werd de vraag
gesteld of de toekomstige nieuwe stijl
van landinrichten niet te optimistisch
wordt voorgespiegeld. Je zou beter
kunnen kijken waar het aan ligt, dat
het soms te lang duurt. Daar zou je dan wat aan moeten
doen, maar je moet oppassen het kind niet met het bad
water weg te gooienl
Duidelijke antwoorden kwamen er niet, maar dat had,
geloof ik, ook niemand echt verwacht. Ook over de bezui
nigingen werden vragen gesteld. Hoe wordt dat opgelost?
"In goed overleg", beloofde mevrouw Van Vliet. Een werk
groep is bezig metinventariseren van de verplichtingen
stand en verwacht dat Rijk en Provincie het wel eens zullen
worden over de door te voeren bezuinigingen. Willem de
Vos vroeg zich nog af of dat ook zou gelden voor de be
langhebbenden zelf. Maar ook die vraag bleef in de lucht
hangen. Laten we er maar een gezellige borrel op drinken,
sprak de voorzitter, en sloot de voorlichtingsmiddag
af. Van die borrelj werd wel gebruikgemaakt, maar de
stemming bleef wat! somber. Het beloofde land is nog ver
weg.
GEODESIA
1999-1