A 1999-1 GEODESIA werken. Co-referent Van Mierlo van de universiteit van Karlsruhe uitte de gewaagde stelling dat het ITC misschien beter weer naar Delft teruggehaald zou kunnen worden. De afstanden vormen immers een dusdanig groot probleem dat van een hechte samenwerking momenteel weinig sprake is. Later op de dag werd hetzelfde idee nogmaals geopperd. Er werd zelfs gesuggereerd dat de Subfaculteit der Geodesie van de TU Delft beter naar Enschede of zelfs naar Utrecht zou kunnen worden verplaatst. Op dit pre caire onderwerp werd echter niet dieper ingegaan. De tweede spreker, ir. S. J. Poel, toen nog van de Meet kundige Dienst van de Rijkswaterstaat, wierp in zijn lezing licht op de integratie tussen onderzoek en praktijk in de ge odesie. Hij refereerde daarbij aan een samenwerking die bij de Meetkundige Dienst leeft met de civiel- en de cultuur techniek en ging tenslotte in op de samenwerking van de Dienst met geodetische bedrijven. Co-referent ing. H. Blees van Fugro Inpark begon zijn commentaar door de meeste van Poels uitspraken te beamen. Hij stelde dat er inmiddels wel veel wetenschappelijke research door de overheid wordt verlangd, maar nog te weinig door het be drijfsleven. "Als we meer aan zelfmarketing doen, komen er vanzelf meer opdrachten binnen". In de pauze werd vooral over dit laatste onderwerp veel gesproken. Een medewerker van Geodelta meende dat er wel degelijk genoeg research- opdrachten worden gegeven, ook door het bedrijfsleven. "Het probleem is alleen dat niet iedereen daarvan op de hoogte is". Na een korte koffiepauze zette ir. J.B. van der Veen van het Kadaster uiteen dat de geodetische sector best wat energie en spirit zou kunnen gebruiken. Van der Veen, die per 1 januari 1999 bij Oranjewoud in dienst treedt als direc teur Geodesie, vergeleek de geodesie met een klein bootje dat zo graag wil worden opgemerkt door de grote olie tankers. "Wij denken dat iedereen ons ziet. Maar misschien is dat wel helemaal niet het geval. Wij geodeten zijn veel te vriendelijk. Om een voorbeeld te geven: waar zijn geodeten nu half Nederland onder water staat? Waarom zie je wel civiel-ingenieurs die de situatie op te levisie toelichten, maar geen geodeten, terwijl dat juist de mensen bij uitstek zijn om een dergelijke ramp aan het publiek te verduidelijken. Het is een harde zakelijke tijd en daarin kunnen wij niet achterblijven. We hebben overtuigingskracht en daadkracht no dig. Dat is iets dat we van de zoge naamde corpsballen kunnen leren. Want", zo sloot hij af, "zonder bluf is het leven duf'. Tienstra junior reikt de Tienstra- prijs uit aan Jonkman. (Foto: TU Delft.) En toen werd begonnen met het hoog tepunt van de middag: de uitreiking van de Prof. J. M. Tienstra-onder- zoeksprijs. Professor Aardoom, lid van het dagelijks bestuur van de NCG, vertelde de gasten over de her komst van de naam van deze bijzonde re prijs. "De naam herinnert aan een onderzoeker met uitzonderlijke ver diensten voor de ontwikkeling van de geodesie in ons land, die aan de wieg stond van de opleiding voor geode tisch ingenieur in Delft. Tienstra werd geboren in 1895 en hield met zijn kri tische instelling de gemoederen lange Prof. J. M. Tienstra-onderzoeksprijs De Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG) stelde ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de opleiding tot ge odetisch ingenieur aan de TU Delft de Prof. J. M. Tienstra- onderzoeksprijs in. Doel van de prijs is het bevorderen van het geodetisch onderzoek in Nederland. De prijs wordt toegekend aan hen die in Nederland bijzonder verdienstelijk onderzoek hebben verricht op het gebied van de geodesie. De jury bestond uit dr. Tienstra junior en de professoren Teunissen, Baarda en Bogaerts. De prijs, die vanaf nu elke vijf jaar zal worden uit gereikt, bestaat uit een geldbedrag van 10.000,- en een herin neringsbord. Winnaar van de prijs, Niels Jonkman (25), studeerde op 28 november 1997 cum laude af met een onderzoek met de titel "Integer GPS-ambiguity estimation without the receiver-satel lite geometry". Sindsdien is hij werkzaam als toegevoegd onder zoeker bij de sectie Mathematische Geodesie en Puntsbepaling van de Subfaculteit der Geodesie. Zijn huidige onderzoek in opdracht van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, afdeling Geo-advisering - Plaatsbepaling (GAP), betreft de haalbaarheid voor geodetische puntsbepaling van het Glonass- systeem, het Russische equivalent van het Amerikaanse GPS. Jonkman was één van de initiators van een onderzoek naar GPS-ontvangers en in het bijzonder naar de techniek (cross correlatie) die wordt gebruikt om metingen te verrichten op de tweede GPS-frequentie met een versleutelde code (Anti- Spoofmg). Momenteel organiseert Jonkman de Nederlandse deelname aan het op handen zijnde Internationale Glonass Ex periment (IGEX). Om die reden heeft hij, wereldwijd als één van de eersten, een operationeel Glonass-referentiestation ge realiseerd. De Prof. J. M. Tienstra-onderzoeksprijs mag hij gebruiken als extra faciliteit voor onderzoek, congresbezoek, studiereizen en dergelijke. 36

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 38