template die de hoogste responsie le vert, bepaalt de randrichting, mits de ze groter is dan een vooraf ingestelde drempelhoogte. Om het beslissings model te versterken is een aantal va rianten mogelijk. De twee varianten, die nu kort worden beschreven, zijn ontwikkeld aan de TU Delft. In de eerste plaats kan men in het beslis singsmodel naast de sterkte van de res ponsie ook de relatie tussen de richtin gen meenemen. Bij aanwezigheid van een rand zullen de responsies van tem plates, beginnend vanaf de template die in lijn ligt met de rand, syste matisch en symmetrisch kleiner wor den (fig. 4). Bij ruis- en textuurpixels is dat niet het geval. Een tweede variant is om niet te werken met een vaste drempelhoogte, maar deze aan te passen aan de variabiliteit van de grijs waarden aan beide zijden van de grens. Ook hier is weer de gedachte om te voorkomen dat textuur en ruis als ran den worden gedetecteerd. Onderzoek toont aan dat beide varianten op lucht- en satellietopnamen beter pres teren dan de gewone template-metho- den. Een gecombineerd gebruik van beide varianten ligt voor de hand. Men kan de beeldfunctie ook opvatten als een 2D gekromd oppervlak in een 3D-ruimte, een soort digitaal hoogte model dus. De structuren die in een gekromd oppervlak aanwezig kunnen zijn, kunnen worden opgesplitst in acht typen: (1) vlak, (2) piek, (3) put, (4) rug, (5) dal, (6) zadel rug, (7) zadel dal, en (8) minimaal. Deze acht opper vlakten zijn eenduidig bepaald door grootte en teken van de twee hoofd kromtestralen. Deze methode leidt tot de bepaling van tweede orde afgelei den van de beeldfunctie, waardoor de operatoren sterk gevoelig zijn voor de aanwezigheid van ruis en textuur. Fig. 6 toont het resultaat van de toe passing van vier verschillende lokale randoperatoren op het beeld van fig. 5. Fig. 6. Het resultaat van het toepassen van vier verschillende lokale randoperato ren op het archeo logische beeld in fig. 5. Hoewel veel moeite is onder nomen om de beste drempelhoogte uit te zoeken, is het duidelijk dat hier niet veel "choco lade van te maken valt. De oorzaak ligt bij de vele grijs- waardesprongen die niet correspon deren met randen. Fig. 7. Detectie van de cirkelvormige objecten uit het ar cheologische beeld van fig. 5 door gebruik te maken van eet 1 model van de grens. Hoewel we erin zijn ge slaagd de objecten te detecteren zon der gebruik te ma ken van a priori kennis over de lig ging van de objec ten, moeten we voorzichtig zijn om hieruit te besluiten dat we hiermee een volledig auto matische grens- detectiemethode hebben ontwikkeld. We hebben immers veel moeite gesto ken in het vinden van een optimale drempel voor de toegepaste lokale randoperatoren, die aan het begin van het detectie- proces staan. SitóE'%rrDmÈê.3 joss: Verdere bewerkingsstappen Om tot meer betrouwbare resultaten te komen, is het mogelijk om uitbreidingen/modificaties aan te brengen op de lokale randdetectoren, waarvan we hierboven een over zicht hebben geboden. In het algemeen hebben zij be trekking op: hiërarchische benadering van het beeld (zie onder mat ching); gebruik van context informatie, dat wil zeggen wanneer de responsies van omliggende pixels lijken op die van het pixel onder ogenschouw, dan kan men de kans dat men te maken heeft met een grenspixel verhogen; gebruik van meerdere typen randdetectoren achter el kaar; toetsen of de richtingen van randen, van nabijgelegen pixels in dezelfde richting wijzen. Voorts kan men gebruikmaken van gegevens over de bena derde positie van de grens (bijvoorbeeld doordat een opera teur die aanwijst).: Men kan methoden toepassen om de grenspixels opgespoord met lokale randdetectors te groepe ren op basis van een kleinste kwadratencriterium of op basis van dynamische programmering. Deze laatste tech niek is gebaseerd op de kortste routebepaling, zoals die ook door grootwinkelbedrijven wordt gebruikt, om zo weinig mogelijk kilometers/tijd te verliezen bij de thuisbezorging van goederen. Fig. 7 toont het resultaat van een kleinste kwadratenmethode, waarbij een model van de te detecteren grens (cirkel) werd gehanteerd. Stand van zaken In het begin is er veel onderzoek geweest naar het verbete ren van techniekenj om het extraheren van lokale kenmer ken (features) zoals randen te verbeteren. Er is geen enkele methode of techniek onbeproefd gelaten. Het is opmerke lijk dat de resultaten van de vele lokale randdetectoren, of ze nu ontwikkeld zijn volgens de "natte vinger"-methode of volgens doorwrochte wiskundige beschouwingen, geen grote verschillen in kwaliteit te zien geven. De keuze van het type voorbewerking (effening van de beeldfunctie) en het type nabewerkijig blijkt een veel groter effect te hebben op de uiteindelijke resultaten dan de keuze van een be paalde lokale randtjietector. Vatten we thans de stand van zaken met betrekking tot het detecteren van grenzen samen, dan kunnen we stellen dat het mogelijk is dat we met behulp van de computer geautomatiseerd grenzen kunnen detecteren Wanneer: GEODESIA 1999-2 «.i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 17