'K m Mltef' teem en het sociaal-economische (menselijke) systeem. Zo geeft het 3D-model van de geowetenschap een ruimtelijk inzicht in de volumes van de verschillende economisch winbare delfstoffen in Nederland, zoals olie, gas, zout. Een heel ander soort interactie tussen het aardse systeem en het sociaal-economische systeem is de vervuiling door de mens en de gevolgen hier weer van op het aardse systeem. Via metingen, 3D-modellen en simulaties wordt getracht het effect van het grondwaterbeheer te voorspellen. Een laatste voorbeeld van een toepassingengroep bevindt zich in de civiel-technische hoek: wat (voor een problemen) gaan we tegenkomen bij het graven van deze tunnel, hoe diep moe ten we dit gebouw funderen, enzovoort. Voordat beleidsbeslissingen kunnen worden genomen, moet eerst een aantal stappen worden gezet: meten (obser vatie zoals boringen of seismisch), 3D-model bouwen (door schaarse metingen moet veel gebruik worden ge maakt van interpolatietechnieken) en 3D+djd-model maken (dynamische aspecten meenemen om de processen te begrijpen, te simuleren en te voor spellen). De 3D-modellen kunnen zowel vector- als raster-(voxel)model- len betreffen, afhankelijk van de toe passing in kwestie. De 3D-vector- modellen bevatten topologie en ob- jecteigenschappen en zijn zeer gene riek zodat ze ook in een geheel andere context zouden kunnen worden toege past, bijvoorbeeld voor 3D kadastrale registratie. Een interessante techniek, die werd toegelicht om uit puntmetin- gen 3D-objecten te reconstrueren, zijn de alpha-shapes (fig. 2). Rond de puntmetingen beginnen bolletjes te groeien, met een snelheid afhankelijk van de meting, tot een bepaald mo ment (alpha-waarde) is bereikt. De bolletjes die overlappen, vormen zo een object. Merk op dat indien de groeisnelheid overal gelijk zou zijn en de alpha-waarde oneindig, dat dan de alpha-shape gelijk is aan het 3D Voro- noi-diagram. Naast het bouwen van het model is voor de geowetenschappen ook het opslaan, beheren en uitwisselen van deze modellen van groot be lang. Hierbij spelen zaken als multischaal modellen, multi- aspect modellen (zowel hydrologische als geologische as pecten) en visualisatie van de modellen (via VRML, de doorsneden, de CAVE). De analyse, tot slot, betreft het be palen van volumes (op statistische basis), uitvoeren van 3D-simulaties (op basis van 3D tijd 4D-nrodel) en het aggregeren van kleine gebieden met veel detail tot grotere eenheden. De conclusie van Ipo Ritsema was dat er nu al veel wordt gemodelleerd in de geowetenschappen met be hulp van losse hulpmiddelen, en dat dit in de toekomst meer geïntegreerd zou moeten gebeuren op basis van samenwerking (tussen hulpmiddelen en mensen). Fig. 2. Een alpha-shape (afbeelding met dank aan Bart Gerritsen). Ontwikkelingen in 3 D-fotogrammetrie Na de pauze nam George Vosselman van de TU Delft ons mee naar de oppervlakte waar de nieuwste 3D fo- togrammetrische technieken werden toegelicht voor het meten en het ma ken van de modellen van gebouwen en industriële installaties. Er is tegen woordig steeds meer vraag naar goede 3D-modellen van gebouwen in Ne derland, bijvoorbeeld voor makelaars en architecten, en ten behoeve van ge luidshinder modellen en telecommu nicatie (signaalpropagatie). Het op bouwen van deze modellen is veel meer werk dan een traditionele 2D- kartering, zodat het toepassen van de ze techniek tot zeer hoge kosten zou den leiden. In de traditionele foto- grammetrie moeten de volgende stap pen worden doorlopen: meten van de hoekpunten in het stereomodel, vast leggen van de topologie (samenhang van de punten, lijnen, vlakken, licha men) en tot slot het weer aanbrengen van rechte hoeken (squaring) ter cor rectie van vervorming. Echter, door gebruik te maken van a priori kennis kan het proces een stuk efficiënter ver lopen. Hierbij kan worden gedacht aan: bestaande 2D-bestanden (GBKN); gebruik van bekende vormen van een gebouw (CAD- model); semi-automatisch meten in foto's; 3D-informatie (hogeresolutie-laser- altimetrie). De presentatie ging vooral dieper in op het CAD-model van gebouwen en om te beginnen de semi-automatische reconstructie van gebouwen. Hierbij wordt uitgegaan van vormvoorwaar- den van gebouwen, zoals parallelle en loodrechte lijnen, deuren en ramen in hetzelfde vlak als de muur en symme trische structuren. Parallelliteit tussen lijnen wordt door middel van de bepa ling van verdwijnpunten (vluchtpun- ten) automatisch gevonden. De nieu we semi-automatische fotogrammetri- sche methode gaat uit van een CAD- model. Dit model moet door de ope rator grof in het beeld worden geplaatst. Een algoritme zoekt daarna automatisch de lijnen in het beeld die de hoogste pixelgradiënt hebben in de buurt van de lijnen van het 3D CAD- model. Tenslotte corrigeert de opera nd 1999-2 GEODESIA M V'm y~ t

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 36