4
Inhoudsopgave De stad: de spelers,
de meters, de stuurders
Voorwoord
1. Inleiding
DE SPELERS
2. Grondbedrijf: speeltje of spelbe
paler? (Eveline Blitz)
3. Geodeten in de makelaardij? (Paul
Lohmann)
DE METERS
4. Publicatie van eigendomsrechten
bij het kadaster (Wim Louwman
en Jan Sonnenberg)
5. Waardebepaling en stedelijke in
richting (Ruud Kathmann)
6. Het stedelijk object geboekstaafd
(René van der Schans)
DE STUURDERS
7. De regie bij het realiseren van
ruimtelijk beleid (Nout Kalt)
8. Projectmanagement op een VI-
NEX-locatie (Pieter van Sluijs)
9. Controle op het rechtsverkeer
(Herman de Wolff)
TER AFRONDING
10. Het werken aan de stad
het Nationaal Geodetisch Plan (NGP)
[4] is bijvoorbeeld de geodetische be
roepsgroep opgedeeld in twee klassen:
de "geometers" en de "geo-informan-
ten". Het accent ligt daar dan ook op
het eerste gezicht op de (geometrische)
informatie-inwinning en de geo-infor-
matievoorziening. De meer ontwer
pende en beherende activiteiten in
land- en stadsinrichting krijgen door
deze tweedeling niet een eigen profiel
binnen de geodesie. Voor de geodeten
die in dit boek spreken, is geo-infor-
matievoorziening echter geen doel,
maar slechts een middel. Zoals bij
voorbeeld Van der Schans in zijn bij
drage aan het boek illustreert, ligt de
relatie tussen de planologisch-geodeti-
sche activiteiten en de meer beschrij
vende geodesie dan ook in de geo-in-
formatieverzorging als hulpmiddel.
Zowel voor de planologisch geodeten
als voor de "geo-informanten" is het
van belang zich bewust te zijn van de
ze relatie. De kracht van de geodeet
die zich bezighoudt met bestuurlijke
activiteiten en de daarbij behorende
administratieve functie vaak graag
overlaat aan anderen, is dat hij wel het
fundamentele belang kent van de (ook
letterlijk) "laag-bij-de-grondse" activi
teit van informatievoorziening met be
trekking tot vastgoed om problemen
in het beheers- en veranderingsproces
te voorkomen. De planologisch geo
deet denkt in termen van gebruiksob-
jecten, de informatieverzorging die de
"geo-informant" coördineert, zal rond
deze gebruiksobjecten als eenheid van
aandacht moeten worden opgezet.
Het boek laat zien dat er wel degelijk
plaats is voor en behoefte is aan een
geodeet-in-de-stad, als speler, meter
én stuuder.
[1] Hoek, H. C. van der, Enkele lotge
vallen van de opleiding tot geode
tisch ingenieur. Snellius lustrum-
boek 1980. Snellius, Delft 1980, p.
15 e.v. De andere vier pijlers zijn:
de instrumentele en methodische,
de mathematische en statistische,
de fysische, en de juridische.
[2] Taverne, E., In 't land van belofte
in de nieue stadt. Ideaal en werke
lijkheid van de stadsuitleg in de
Republiek 1580 - 1680. Gary
Schwartz, Maarsen 1978.
[3] Lauwen, T., Nederland als kunst
werk: vijf eeuwen bouwen door in
genieurs. NAi Uitgevers, Rotter
dam 1995.
[4] Subcommissie NGP, "Wat is
waar?". Nationaal Geodetisch Plan
1995. Nederlandse Commissie
voor Geodesie, Delft 1995.
De auteurs
Op 1 november 1998
is Hans Hoveijn in
dienst getreden bij
POL geotechniek bv
in de functie van
commercieel advi
seur. Per 1 januari
1999 heeft hij deels
de werkzaamheden van Wim van Kan
overgenomen als commercieel adviseur
total field stations. In deze functie
zal hij landelijk relaties adviseren en
technisch ondersteunen. Hij heeft een
landmeetkundige achtergrond en was
voorheen werkzaam bij Haskoning bv
te Nijmegen als CAD-specialist.
Sinds 1 januari 1999
is Wim van Kan
werkzaam op de af
deling verkoop bin
nendienst bij POL
geotechniek bv, waar
hij samen met Wim
Janssen van Doorn
leiding zal geven aan de verkooporga
nisatie. Tevens is hij aanspreekpunt
voor relaties voor wat betreft techni
sche vragen op het gebied van total en
field stations en bijbehorende soft
ware.
Bij de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat wordt de vacature van
hoofd van de Hoofdafdeling Topogra
fische Geo-informatie opgevuld door
de benoeming van drs. K. Kosters.
Tot dusver was hij werkzaam als con
troller bij de Directie Noord-Brabant
van de Rijkswaterstaat.
Ir. Jaap van der Veen
(43) is per 1 januari
1999 in dienst getre
den als directeur van
de business unit Geo-
informatie Geode
sie van Ingenieurs
bureau Oranjewoud.
Hiervoor was hij werkzaam als hoofd
Geodesie bij het Kadaster te Apel
doorn, en tevens directeur-secretaris
van het landelijk samenwerkingsver
band Grootschalige Basiskaart Neder
land (GBKN).
Per 1 januari 1999 is ir. L. M. Murre
directeur-secretaris van het Landelijk
Samenwerkingsverband GBKN. Hij is
manager informatiebeleid bij de ge
meente Amsterdam en zal vanuit die
hoedanigheid part-time beschikbaar
worden gesteld voor het Landelijk Sa
menwerkingsverband GBKN.
Tot onze spijt is in het artikel over 50
jaar geodesie-opleiding in het januari
nummer, op pagina 36, de naam van
ir. Robert Kroon weggevallen. Hij
sprak als co-referent na ir. J. B. van der
Veen.
De redactie
104
1999-2
GEODESIA
PERSONALIA
RECTIFICATIE