Landmeetkunde uit de oude doos (2)
Fragmenten uit leven en werk van de Kadasterlandmeter T. Polée
surveying, cadastre, history
landmeten, kadaster, geschiedenis
Kaartenmakers en landmeters realiseren zich nauwelijks
dat hun werkzaamheden een historisch-geografische
betekenis kunnen hebben. Immers, de voorbereiding en
het achteraf geodetisch vastleggen van metingen van
topografische veranderingen maken het later mogelijk
uit de geproduceerde documenten historisch-geografi
sche conclusies te trekken. Archieven van Kadaster,
Rijk, provincies en gemeenten herbergen een schat aan
informatie in de vorm van veldwerken, kaartmateriaal
en revisietekeningen. Enkele documenten van Polée
geven ook, zij het fragmentarisch, een beeld van
veranderingen in de topografie van Friesland
gedurende de tachtiger jaren van de vorige eeuw.
Een lijst van beroepen van eigenaren
van de Haskerveenpolder geeft als
eerste indruk een beeld van een tijd
waarin sommigen van hen aan veran
deringen van het landschap meewerk
ten. We lezen over daarmee verband
houdende beroepen als "baggelaar,
boereknegt, (turf)koopman, molema-
ker, scheepstimmerknegt, (turfschip
per, veenbaas en visser". Het is niet
verwonderlijk dat van de eigenaren
van adellijke komaf, te weten Jhr.
Vegelin van Claerbergen en Jhr.
Mr.van Beyma in die lijst ofwel geen
beroep werd vermeld dan wel het be
roep van referendaris in Den Haag
kon worden opgeschreven. Bijzonder
is wel dat deze eerste familie in aan
zienlijke mate de initiatiefnemer was
voor de ontginningen en verveningen
van Haskerland.
Het is de tijd dat in 1888 Domela
Nieuwenhuis voor Schoterland in de
Tweede Kamer wordt gekozen. In de
zelfde tijd braken er in de Friese veen
gebieden grote stakingen uit, hetgeen
J. H. Holsbrink,
lid van de
iverkgroep
Geschiedenis
der Geodesie.
zelfs leidde tot het inzetten op 4 mei 1888 van veertig
infanteristen en een aantal huzaren. Ongetwijfeld heeft
Polée een en ander van nabij meegemaakt in zijn district.
Zo blijkt uit de documenten dat hij in deze jaren in op
dracht van particulieren ten behoeve van de exploitatie van
venen en de ontginning van heide een aantal metingen
heeft verricht. Een kfeine honderd documenten heeft be
trekking op opdrachten van particulieren voor het splitsen
van percelen, het maken van een kaart en/of het berekenen
van oppervlakten. Deze opdrachten betreffen venen, heide,
landbouwgronden, water, enzovoort.
Metingen in Friesland met
een historisch-geografisch accent
Polée noteert op een veldwerk en een kaart van drie perce
len in Mildam: "verhoop hoogveen, onafhankelijk van het
kadastraal plan opgepreten en gecarteerd op de schaal van
1 a 2000". Polée heeft, blijkens een advertentie in het Alge
meen Handelsblad yan 19 november 1891, ook percelen
opgemeten ten behofve van veilingen op gerechtelijk bevel.
Dit gelet op de vermelding in de advertentie van dit blad,
dat te koop wordt aangeboden ruim 51 ha "hoogveen, ont-
bloote velden, waarop zoden, plaggen enz in 10 percelen".
In de advertentie is te lezen dat de grenzen "door eenen
Rijkslandmeter (zijp) uitgebakend". Polée schrijft er in
rode inkt bij: "Niet waar! is niet uitgebakend. P". Die op
merking is juist, want blijkens metingen, kaart en bijbe
horende oppervlaktebepalingen die in de doos zijn te
vinden, voert hij eeijst op 15 april 1892 deze opdracht uit
(fig. 1). Het bijzondére van deze opdracht is dat het in uit
voering zijnde wijkenstelsel van de opgemeten nieuwe op-
strekkende veenverkaveling op de kaart een hoek maakt
van wel 40 graden met de richting van het oude middel
eeuwse verkavelingspatroon. Vergelijking met de kaart uit
de atlas van Eekhof;(1847) en de topografische kaart wijst
uit dat men in 1891 met de vervening in Hoornsterzwaag
al was gevorderd tot de 21e wijk (fig. 2). Op een andere
kaart duidt hij een ijl potlood getrokken lijn aan als "wijks-
raai"; de as van eeh te graven wijk? Uit deze door Polée
55
GEODESIA
1999-2
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Veen