A I tr MpMigMB In de tweede helft van 1921 neemt Polée een opdracht van collega Cruq over om percelen in de omgeving van Door werth uit te meten, omdat deze collega "overladen is met werkzaamheden". In fig. 6 is te zien dat er een nieuwe weg is geprojecteerd ter breedte van 12 m. De Centrale Grond exploitatiemaatschappij is opdrachtgever. In een brief van de "Heveafabrieken" die, zoals bekend, industriële be langen in deze regio had, is te lezen dat deze maatschappij aldaar totaal twee hectare bouwterrein tracht te verwer- ven. Overigens blijkt uit de bijgevoeg de berekeningen dat Polée ten behoe ve van de opmeting polygonen heeft gelegd en deze heeft aangesloten aan de primaire driehoeksmeting. it~: t Polée en de Houtvesterij Nunspeet van Staatsbosbeheer voeren tussen 1921 en 1924 correspondentie over de grenzen van het Speulder- en Sprielder bosch. De eigenaresse van het naastge legen landgoed "Groot Sprield" be twist de eigendom van een geheel bos perceel. Staatsbosbeheer stelt ten be hoeve van de uitvoering van een me ting "een paar flinke arbeiders" be schikbaar, maar verzoekt de metingen in het zomerseizoen te doen plaatsvin den omdat, zo schrijft deze dienst, "gedurende de winterde werkzaamheden in het bosch- bedrijf hun grootsten omvang hebben". De uitvoering van de metingen worden nog al eens uitgesteld omdat: "we druk in onderhandeling zijn met verkoop en ruiling van grond"; ."moet dit jaar op de werkgelden bezuinigd worden"; "men is verhinderd" (telegram fig. 7). Op 10 juli 1923 komt er van de houtvesterij een schrijven waarin wordt voorgesteld de grensuitzetting in september 1923 uit te voeren, "omdat het thans goed schikt". Dat het toch om een omvangrijke grensbepaling gaat, blijkt wel uit de mededeling van veertien dagen later, dat er ongeveer tweehonderd grenspalen beschikbaar zullen zijn. Dit sluit wel aan bij Polée's notitie dat de oppervlakte van het Speul- derbosch 582.8116 ha omvat. Overigens wordt in dezelfde brief gewezen op nog in Utrecht aanwezige "oude bosch- boeken". De houtvesterij heeft aanvankelijk bezwaren om deze oude boeken, waarin een en ander over de begrenzin gen was te vinden, aan Polée mee te geven. Omdat afschrif ten maken voor de houtvesterij toch bezwaarlijk schijnt te zijn, stapt de "Inspecteur van het Staatsboschbedrijf', zoals in zijn volgende briefis te lezen, over dit bezwaar heen. Zo doende krijgt Polée de beschikking over dit archief van het Speulderbosch, waarin stukken voorkomen uit de jaren 1595, 1670, 1779 en later. Uit de in het mapje "Speulder bosch" enzovoort aangetroffen kladnotities in potlood blijkt inderdaad dat Polée onder andere stukken uit 1779 en 1856/9 heeft bestudeerd. Mogelijk is het onderzoek ten Fig. 6. Wegaanleg. Fig. 7. Telegram aan Polée. behoeve van deze grensregeling één van zijn laatste opdrachten geweest. Polée is dan ook inmiddels zeventig jaar oud. Toponiemen Wijlen ir. R. de Wit heeft in zijn in genieursscriptie "Kadaster, Ruilver kaveling en Toponymie" gewezen op deze relatie. Uit zo'n vijfendertig do cumenten blijkt dat Polée, wellicht onbewust, ook deze relatie met de landmeetkunde heeft ervaren, wan neer hij de namen van relevante topo grafie noteert. Polée noteert in Friesland de namen van landerijen die bij een meting zijn betrokken, zoals "De Toornmaat, De Twee Mad". Verder de namen van wegen en dijken als "Schapendrift, Folgerelaan, Haringspad, Leppedijk, Miedweg, Grindweg, Rijkstol, Lei- dijk". Wanneer hij metingen nabij water uitvoert, noteert hij: "Oude Lauwers, Boom, Smalle Ee, Griet mansrak, Schipswijk, Bokkumer- meer", namen die ook nu nog worden gebezigd. Polée voert twee opdrachten uit om de grenzen van aanwassen in de Terhorn- sterpoelen en de Oudegaasterzanding (thans ingepolderd) te bepalen. Hij noteert nabij Terhorne de namen van eilanden aldus: "Litre Helling, Ronde Polle, Breefinne, Kleinzand, Groot- zand, Protterbosch, Brouwersacht, Hengsteworp, Schenkepolle". Deze namen komen thans ook nog op de topografische kaart 1 25.000 voor. Het "Kleinzand" blijkt nu één geheel te zijn met de "Breefenne" (fig. 8). Vermeld werden reeds de uitgebreide metingen in de destijds woeste onher bergzame streek langs de provincie grens van Drenthe en Friesland. Dat ~T~T JL 58 1999-z GEODESIA Doorwerth yjikr i «Wh6 Ze Mis 1. '"T ....(Uk r. oLÏf&- ./Uw./oA?, «ja t vn<*» C' - s r.zi 1* UD 6S Speulder- en Sprielderbosch K.uU... K^a,C S.n'jfltoj» Jyrry't 4rt*A- /2. «A 4) Afred, mix roj ty.M H~51L - n, j A AU tf.,kU X 16,} itr^.u i ZvM- „7 TT., Uk.U, ^,AU. r- *u t,ek- lnJ (./...«A/ Wjrrfil 4/f<c"- -. t\ Wj-t »•-- '4uUlt. 4j«, <r 4.^.1 77 - k. -K Ju, J ,.u n. ft.(jJf'dL cu L.l "2. .02, Oó 1/,^, ft,-. Syrrri'J a/j l£lv i f U4* l ft-C O-Ux 'l A.BV i\fn,l T/1 WL H» H> a POLEE Ufinarr P /HH5TF» 52^- VflOOTIUUFS «I I" 1ÜM 2lik 76STIE1 IPm VEWINTERS RülEF lülGT -

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 8