den ontworpen, bijvoorbeeld een wegtracé dat wordt ge
schetst waarbij gelijktijdig het resultaat vanaf verschillende
posities wordt bekeken. Tenslotte kunnen door koppeling
met GIS, analyses in een visual-reality omgeving worden
uitgevoerd. De komende jaren zullen hoge-resolutie-
satellieten in een baan om de aarde worden gebracht. Deze
zullen beelden met een resolutie tot 1 m gaan leveren; hier
mee zijn ze goed geschikt voor visualisatietoepassingen.
Ook opnamen met bijvoorbeeld de EPS-A-vliegstuigscan-
ner van de Rijkswaterstaat kunnen goed voor visualisatie
worden gebruikt.
De MD maakt gebruik van drie technieken die gelijksoor
tige hoogte-informatie inwinnen: conventionele fotogram-
metrie, matching bij digitale fotogrammetrie en laseralti-
metrie. Op het gebied van hoogte-informatie-inwinning
met de beide fotogrammetrische methoden worden geen
grote ontwikkelingen verwacht. Bij de verwerking van
laserdata zal de MD onder andere aandacht besteden aan
de aansluiting van laserstroken en de filtering. Vanwege de
analogie met de fotogrammetrische problematiek kan hier
bij worden geprofiteerd van de ervaring bij de MD. Inte
gratie van de technieken, eventueel ook met radarinterfero-
rnetrie, biedt mogelijk voordelen om tot nog betere hoogte
informatie te komen of efficiënter hoogtebestanden te
kunnen actualiseren.
Topografische informatie wordt bij de MD handmatig in
gewonnen. Naar verwachting komt hierin voorlopig weinig
verandering. Hooguit zal een klein aantal objecten (gebou
wen) semi-automatisch kunnen worden ingewonnen. Mo
menteel worden de topografische informatie-inwinning en
de revisie op conventionele uitwerkingsinstrumenten uitge
voerd; het gebruik van digitaal-fotogrammetrische syste
men alleen voor topografische inwinning levert namelijk
amper voordeel op. In de toekomst zal door het goedkoper
worden van digitale uitwerkingsinstrumenten ook de topo
grafische informatie op dergelijke instrumenten plaatsvin
den. Geo-informatie wordt steeds meer in raster- in plaats
van in vectorformaat opgeslagen (denk aan orthofoto's).
Toch zal altijd de behoefte aan vectorinformatie blijven be
staan. Topografische vectorbestanden met veel punt- en
lijninformatie zijn namelijk moeilijk om te zetten naar ras-
terbestanden. Verder blijft de grote omvang een nadeel van
rasterbestanden
Conclusies
Digitale fotogrammetrie, toepassen of niet? Om deze vraag
te beantwoorden heeft de MD verschillende onderzoeken
op het terrein van de digitale fotogrammetrie uitgevoerd.
De belangrijkste conclusies hieruit zijn:
de vervaardiging van digitale hoogtemodellen met mat-
chingstechnieken levert sneller een beter resultaat dan de
conventionele fotogrammetrie bij laag begroeide, geacci
denteerde terreinen. Indien alleen hoogte-informatie no
dig is, is inwinning met laseraltimetrie goedkoper en
sneller;
124
Fig. 8. visual reality, bijvoorbeeld het ge-
Een deel van een bruik van foto's in combinatie met
true-orthofoto: bij hoogtebestanden, voorziet in een
de gebouwen in het behoefte. Met name voor beheer,
midden is de om- ontwerp en presentatie van infra-
valling, die oor- structurele veranderingen kan de
spronkelijk aanwe- techniek zinvol worden ingezet;
zig was, geëlimi- het gebruik van automatische aero-
neerd. triangulatie levert significante ver
snelling van het proces op;
(semi-)automadsche inwinning van
de omlijning van objecten is beperkt
mogelijk, maar nauwelijks zinvol ge
zien de ongunstige verhouding tus
sen de hoge kosten van software
ontwikkeling en de geringe tijdwinst
die het gebruik oplevert.
Deze resultaten hebben de MD ertoe
aangezet een digitaal-fotogramme-
trisch uitwerkingsinstrument aan te
schaffen (DPW-770). Dit wordt mo
menteel vooral ingezet voor de auto
matische aerotriangulatie en de ver
vaardiging van digitale orthofoto's. In
de toekomst kan het fotogrammetri
sche proces sneller en goedkoper wor
den uitgevoerd door het gebruik van
geïntegreerde GPS/INS-systemen tij
dens de foto-opnamen. Tenslotte kun
nen technieken die binnen de (digi
tale) fotogrammetrie zijn ontwikkeld,
nuttig worden ingezet bij de verwer
king van laserdata. Voorbeelden zijn
de aaneensluiting van laserstroken en
de filtering van de laserdata.
Op basis van deze conclusies is het
antwoord op de vraag uit de titel: ge-
1999-3
Inwinning hoogte-informatie
Inwinning topografische informatie
GEODESIA