René van der Schans in kaart gebracht INTERVIEW Informatie-architect met praktische adviezen Een wetenschapper in hart en nieren, die aan de wereld wil knutselen om hem te verbeteren. Vanuit zijn Advies bureau voor kaartgebruik en interactie bij GIS stuurde hij zijn relaties zo'n ze ventig nieuwsjaarswensen in de vorm van een boekje over de uitdrukking 'in kaart gebracht'. Een veelzijdig man, geïnteresseerd in interactie tussen mens en wereld, die wandelingen door het Ruhrgebied maakt en daar lyrisch over uitroept: "Dat is toch prachtig?" René van der Schans is tevens één van de weinigen die met zijn directe uit spraken graag de dialoog op gang brengt en daarbij kritiek op de vakwe reld niet schuwt. Hij nam tijdens het interview dan ook geen blad voor de mond en vertelde aan de hand van een aantal tegenstellingen over zijn filoso fie en zijn werk als zelfstandig onder- Analoog of digitaal? "Ik weet vrij veel van automatisering. In 1965 kon ik al erg goed met com puters omgaan. Dat was nog in de tijd van de 'stoom'computer. Ik zal nu geen software meer ontwikkelen, maar ik wil adviseren over de manier waar op gebruiksprocessen in elkaar zitten. Hoe kun je die processen goed struc tureren zonder in technische details te raken, dat boeit mij. Ik adviseer mo menteel over de interactie met digitale modellen. Dus in die zin houd ik zeker van de digitale mogelijkheden die ons vandaag de dag ter beschilddng staan. Theo Scheele, redacteur en Karien Ris, freelance redacteur. René van der Schans in een karakteristieke pose: hij laat Theo Scheele met eigen ogen zien wat hij bedoelt. Ik ben nog steeds erg trots op mijn werk aan ATOR (Auto matisering Toedelingsontwerp Ruilverkaveling), aan het begin van mijn loopbaan. ATOR was één van de eerste ge automatiseerde systelmen om het ruilproces van de grond te structureren. Dat wajs een groot succes; er wordt nog steeds op voortgeborduurdi Dat het werkte, kwam doordat ik met mijn nogal theoretische instelling kon samenwerken met praktische mensen die de theoretische gedachten wilden oppikken en mij ook in het rechte spoor hielden. Daar ben ik nog steeds heel dankbaar voor. Ik heb dat systeem toen tot in detail uitgewérkt, maar het programmeerwerk heb ben anderen gedaan. Nog steeds ben ik bijzonder geïnteres seerd in computers, maar voor echt programmeerwerk voel ik me inmiddels te pud. Dat concentratievermogen kan ik nu niet meer opbrengen. Ik probeer mijn idééën zoveel mogelijk uit te dragen, want in feite ben ik bezig met een soort zendingswerk. Volgens mij moet je ook niet alles voor jezelf willen houden. Ik ben nu 54 en stel mijn ideeën vaak op schrift en verkondig ze tijdens voordrachten voor studenten. Dat heb ik bijvoor beeld al twee keer yoor studenten kartografie gedaan. In Delft ben ik overigens nooit gevraagd. Dat prikkelt mij wel een beetje. Ik denk vaak: jongens kijk hier nou eens naar, want daar kun je je voordeel mee doen". Woorden of beelden? "Wat mij het meest intrigeert, is de vraag hoe je informatie over kunt dragen. Dat kan zowel door middel van taal uitingen als wel door visuele hulpmiddelen. Ik ben uiter mate geboeid door het verschijnsel taal. Hoe functioneert een taal en hoe ontwikkelt die zich? Aan de andere kant leg ik in mijn werk veel nadruk op het grafische, het visuele". Veel mensen weteiji nog dat Van der Schans ooit op een congres een verhaal hield over een motorfiets. Niemand weet meer waar het! verhaal over ging, maar het plaatje her inneren ze zich nog goed. "Ik probeer mijn informatie met grafische beelden te ver sterken. Ik heb ook zo'n duizend boeken over de tekening in al zijn aspecten. Jdet gaat voor mij nooit alleen om de in formatie op zich, maar ook om een heldere uitleg daarvan. Dat lukt bijvoorbeeld aan de hand van pakkende beelden. Voor mij moet informatie correct zijn, maar minstens zo belangrijk is de toegankelijkheid ervan. Plaatjes moeten correct zijn maar bok boeiend. Dat zie je ook in mijn pu blicaties steeds wepr terugkomen. Ik vraag mij voortdurend af hoe je informatie toegankelijk maakt. Iets kan wel onge looflijk knap in elkaar zitten; het moet wel begrijpelijk zijn. Het onderzoek van een collega heb ik weieens gekarakteri seerd als een dertiendimensionale sinaasappel. Al die ver schillende aspecteh moet je dan toch tot twee dimensies te rug kunnen brengen. Hoe meer dimensies, des te moei lijker wordt het. Dat is voor mij een grote uitdaging. 141 GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 35