A mij niet het hoofddoel. Voor mij staat de functie voor gebruikers voorop. Juist dat maakt een kaart ook zo intri gerend. Eerst komt de handelingssitu atie van mensen, daarna volgen de functies van de kaart en ergens onder aan komt de techniek". René van der Schans (1944) is sinds 1995 zelfstandig advi seur voor kaartgebruik en interactie bij GIS te Bennekom. Hij studeerde in 1968 af als geodetisch ingenieur en werkte sindsdien onder andere bij de Ruilverkavelingsdienst van het Kadaster, de afdeling Geodesie van de Technische Hoge school Delft, en de vakgroep Landmeetkunde en Teledetectie van de Landbouwuniversiteit Wageningen. Van zijn ruim 90 publicaties, onder meer over ontwerpprocessen, GIS, karto- grafie en mens-computer-interactie, verschenen er vele in Geodesia en het Kartografisch Tijdschrift. Wetenschap of commercie? "Ik beschouw mezelf als zelfstandig wetenschapper. Mijn hele carrière is sterk wetenschappelijk gekleurd ge weest. Als student-assistent was ik al wetenschappelijk bezig en bij de Ruil verkavelingsdienst van het Kadaster kwam ik meteen in een onderzoeks- functie terecht. Ik heb altijd onder zoek gedaan en mij dus ook weinig met de beleidsmatige kant van het vak beziggehouden. In het onderwijs aan de Technische Hogeschool en de Landbouwuniversiteit was ik natuur lijk ook wetenschappelijk gericht. Er is een groot verschil tussen com mercieel en wetenschappelijk bezig zijn. Ik combineer het op dit moment, maar ben niet echt commercieel bezig. Natuurlijk moet ik ervan rond zien te komen. Dat lukt wel aardig, maar - zoals ik al eerder zei - echte rijkdom is niet mijn doel. De meeste opdrachten komen nog steeds van het Kadaster. En ook de TU Delft wist mij nog te vinden voor de redactie van het boekje Steeds voor u/jou de plaats bepalend ter gelegenheid van het jubileum van de opleiding. Ik ben nu drie jaar zelfstan dig aan het werk. De opdrachten stro men nog niet binnen, maar dat komt ook doordat ik alleen dingen aan neem, die binnen mijn eigen belang stellingssfeer liggen. Als je me vraagt waarom een bedrijf juist mij moet bena deren voor een opdracht, vind ik het lastig zo een statement te formuleren. Ik beh niet goed in one-liners, dus vertel ik je het hele verhaal. Ik ben goed in dingen op een rijtje te zetten. Met een theoretische inslag wil ik werkprocessen analyseren voor bedrijven met als doel het werk gewoon mooier te laten verlopen. In de geodetische wereld ben ik de enige die dit doet. Er zijn wel arbeidspsychologen die taakanalyses uitvoerbn, maar die kennen de geodetische wereld niet. De Engelse en Amerikaanse literatuur neemt het onderwerp wel serieus, maar in Nederland leeft het nog helemaal niet". Denken of doen? "Vergelijkbaar met ijnijn bezwaar tegen kartografen, is de moeite die ik soms rpet geodeten heb. De geodeet is altijd maar bezig met beschrijvingen. Hij zal zich niet afvragen welke handelingen je vervolgens op die beschrijvingen uit voert. Ik zie dat als een nadeel. Geodeten beseffen niet dat ze veel meer kunnenj alleen al op het gebied van de inrich ting van ons land. Ze zijn voornamelijk met meterij bezig en vragen zich niet af hoe ze hun informatievoorziening op het gebruik kunnen afstemmen. Er wordt wel geroepen dat dat moet veranderen, maar er gebeurt nog weinig. Dat is wel jammer. Ik heb wel veel uit latingen in die richting gedaan. Er zou meer onderzoek moeten komen naar hoe we gegevens gebruiken. Er wordt wel geïnventariseerd welke clubs gegevens gebruiken, maar daarmee weten ze nog niet hoe ze die gebruiken. Om je ge gevens toegankelijk te maken moet je je verdiepen in de handelingsprocessen van ruimtelijk ontwerpers en steden bouwers. Dat lukt pas zodra je je afvraagt wat zij nou pre cies met kaarten doen. Ik ken geen enkel onderzoek dat daarover gaat! Mij lijkt het een geweldige uitdaging om dat te doen. Het probleem zit in het feit dat je moet gaan den ken in termen van handelen. Er zijn nog steeds geen be hoorlijke analyses van de processen achter ruimtelijke in richting en beheer. Als je het vergelijkt met stedenbouw kundigen en architepten, zie je dat zij handelings- en toe komstgericht bezig zijn, terwijl wij alleen maar kijken. Overal waar veel wordt gebouwd, zie je dat. In Rotterdam bijvoorbeeld, daar zie je kranen en mensen aan het werk. Dat leeft, die menseii zijn bezig. Dat vind ik machtig om te zien". Natuur of cultuur? "Ik houd erg van wandelen en kan me daar dagen mee ver maken. Ik ben altijd geïntrigeerd geweest door landschap pen. En dan bedoel ik niet de puur natuurlijke, maar juist de cultuurlandschappen, die waar mensen aan geknutseld hebben. Daar verdiep ik me ook echt in. Laten we zeggen dat dat door mijn anatomisch-fysiologische blik komt. Ik wil weten hoe het in elkaar zit en hoe het werkt. Ik maak weieens uitvoerige wandelingen door het Ruhrgebied met al die mijnen en staalfabrieken. Wat daar allemaal gebeurd is, dat is toch mooi?" 143 GEODESIA 1999-3 Loopbaan Cognitive Aspects of Human-Computer Interaction for Geographic Information Systems Timothy L. Nyorges. David M.Mark.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 37