gemeenten kiest men vanwege de om vang van de problematiek soms ook voor het ontwikkelen van een toe komstvisie rond enkele grote thema's. In bijvoorbeeld Den Haag zijn dat: kantorenbeleid, economisch beleid, wonen, sociaaleducatief beleid. Op wijkniveau worden deze thema's dan geïntegreerd en uitgewerkt. Stedelijke investeringen ter verbete ring of behoud van de kwaliteit van de stad hebben pas echt effect wanneer ze ook als zodanig worden gepresenteerd. Doordat destijds de bouw van het stadhuis in Den Haag gepresenteerd werd als een investering in de kwaliteit van het hart van de binnenstad, met de bedoeling hierdoor andere inves teerders te trekken, heeft het stadhuis ook inderdaad dit effect opgeleverd. Dit in tegenstelling tot de eerdere gro te bouwactiviteiten die in dit gebied tot stand waren gekomen, maar zon der de pretentie anderen mee te trek ken. Een essentieel onderdeel van de strate gie is dus de communicatie; commu nicatie met de markt, met de burgers, met andere overheden. Communicatie is één van de belangrijkste en leukste onderdelen van de gemeentelijke regie bij stedelijke ontwikkelingen. Alhoe wel minder zichtbaar is ook de interne communicatie (tussen de politiek en de ambtenaren) een belangrijke suc cesfactor. Helaas zijn er op dit gebied vele slechte voorbeelden, soms naar buiten komend met zwartboeken, ontslagen en sneuvelende wethouders, soms beperkt tot veel ellende binnens kamers. Voor de externe communica tie liggen veel 'bananenschillen' klaar. Gemeenten die denken dat ze in deze tijd nog kunnen volstaan met een rondje inspraak nadat alle visies al zijn ontwikkeld, komen bedrogen uit. Iedere welbespraakte burger verlangt tegenwoordig interactief beleid: samen denken, samen ontwikkelen en dan pas knopen doorhakken [3] Bestuurders die zo bang zijn voor het NIMBY-effect, dat ze toch maar weer voor de klassieke inspraakprocedure kiezen, onderschatten de burgers. Als burgers echt van het begin af aan mo gen meedenken en serieus kunnen meepraten, komen ze zelfs met voor- Het eufemisme dat i in de politiek wordt gehanteerd wan neer men op een eender ingenomen standpunt terugkomt, is het 'voortschrijdend inzicht'. Het is echter vrijwel nooit zo dat de gemeentelijke politici op onvoorspelbare wijze zomaar van inzicht veranderen. Het gebeurt bijna altijd op grond van acties, petities en stukken in de plaatselijke krant. Uiteindelijk kan die druk dan zo groot worden, dat de gemeenteraad overstag gaat. Dit kan dan echter beslist niet als een verrassing komen voor de particuliere investeer der die bij dat project betrokken is. Als hij verstandig is, moedigt hij de genfeente dus al in een vroeg stadium aan om de communicatjie met de burgers optimaal te laten ver lopen. Daarnaast zal een verstandige projectontwikkelaar in het eerste contract met de gemeente voor de voorberei- 113 Overheids investeringen zijn gericht op een maxi malisering van de investeringen door anderen. De krenten (bouwplan Het BalkonMaassluis, foto R. van der Kraan). en de pap (Haven, Maassluis, Fotoburo Willem de Bie). stjellen die men vanuit het gemeente huis niet had durven doen, bang voor eën lawine van kritiek. Ejr zit natuurlijk wel één groot nadeel aan al die openheid en communicatie olver stedelijke investeringen: de spe culatieve grondaankopen. Bedachten we vroeger in de beslotenheid van het gëmeentehuis waar de volgende grote Uitbreidingswijk zou komen, dan kon den de gemeentelijke aankopers tegen normale agrarische prijzen de landerijen ppkopen; wanneer dan - veel later - de gemeenteraad het bestemmingsplan in de openbaarheid behandelde, was alle grond al in handen van de gemeente. Kom daar nu eens ojn! Terwijl de gemeente nog bezig is met alle openbare discussies, gaan de projectontwikkelaars al de boer op en bieden tegen elkaar op. Die te hoge prijzen komen altijd op de één of andere manier ten laste van de nieuwe woningen. Voor een succesvolle] samenwerking is wederzijds vertrou wen nodig. Dat geldj: zeker voor een samenwerking tussen gemeentelijke overheid en particuliere investeerders. Regelmatig wordt door marktpartijen de vraag naar de be trouwbaarheid van de overheid ge steld. Men heeft dan verhalen gehoord bver gemeenten die, na jaren samen hret een marktpartij een project te hebben voorbereid, toch van mening Veranderden. Kan een marktpartij zo wel op de overheid rekenen? Durft men wel geld te investeren in de voor bereiding? Inderdaad komt het wei eens voor dat een gemeente, lopende de rit, van mening verandert. Een gemqente die in de voorbereidende fase zijn huiswerk niet goed heeft gedaan, bijvoorbeeld door onvol doende naar de burgers en andere belanghebbenden te luis teren, wordt dan weieens in latere instantie gedwongen alsnog inspraak te geven en op het ingeslagen pad om te keren. Zo is in Haarlem na zes jaar voorbereiding alsnog het plan om in de binnenstad een nieuwe schouwburg te bouwen, afgeblazen. GEODESIA 1999-3 Betrouwbaarheid van de overheid

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 7