nengrens van alle zones en daarom is
de ligging van die basislijn beslissend.
Deze basislijn is normaal gesproken de
laagwaterlijn langs de kust. Deze laag-
waterlijn is aangegeven op grootscha
lige zeekaarten (de grootst beschikbare
schaal, voor Nederlandse zeekaarten
1 5000 tot 1 60.000, per gebied dus
verschillend!) uitgegeven door de
kuststaten. Aangezien de laagwaterlijn
regelmatig verandert, veranderen de
basislijnen eveneens. De laagwaterlijn
die op de meest recente kaart staat, is
de rechtsgeldige. Zo worden bij iedere
uitgave van de Nederlandse Visserij-
kaarten de laagwaterlijnen aangepast.
In het verleden zijn de basislijnen on
der andere veranderd door de Maas
vlakte, het ontstaan van de Razende
Bol bij Texel en bodemverheffingen
voor de kust van Zeeland.
Sopp.M °PP-
In bijzondere situaties mogen zoge
naamde rechte basislijnen worden ge
trokken. De basis voor deze rechtsre
geling is een uitvloeisel van het Brits-
Noorse visserijgeschil, waarbij het In
ternationale Gerechtshof in 1951 uit
spraak deed. Dit betreft situaties waar
diepe uithollingen en insnijdingen van
de kustlijn bestaan. Tevens mogen
rechte basislijnen worden getrokken
indien er een eilandenreeks langs en in
de onmiddellijke nabijheid van de
kust ligt, als de kustlijn voortdurend
verandert (bijvoorbeeld door de aan
wezigheid van een delta) of bij archi
pels, zoals Indonesië, Fiji en Mauri
tius, die midden in de oceaan liggen.
In Nederland zijn in 1985 (Staatsblad
129) basislijnen bepaald, zoals tussen
de Waddeneilanden onderling. Deze
lijnen dienen slechts ter afbakening
van de grens tussen de maritieme bin
nenwateren en de territoriale zee, en
hebben geen invloed op de buiten-
Fig. 3.
Benaderde
equidistantielijn.
grens van de territoriale zee, aangezien de laagwaterlijn zee
waarts ligt. Strikt gesproken zijn dit dus geen rechte basis
lijnen.
Staten met aangrenzende zeegebieden dienen over de af
bakening van hun gebieden overeenstemming te bereiken
[3]Indien overeenstemming is bereikt, wordt dit over het
algemeen vastgelegd! in een zogenaamd grensverdrag. De
onderhandelingen die daaraan voorafgaan, kunnen lang
duren en uit meerdere bijeenkomsten bestaan, aangezien de
belangen groot kunhen zijn. Indien Nederland aan een on
derhandeling mee rhoet doen, zit in de onderhandelings
commissie vaak, op verzoek van het Ministerie van Buiten
landse zaken, een vertegenwoordiger van de Dienst der
Hydrografie. Deze hjeeft de taak om de diverse voorstellen
technisch uit te werken. Daarnaast kunnen er vertegen
woordigers inzitten Van de Ministeries van Economische
Zaken, Verkeer en Waterstaat, enzovoort, al naar gelang de
belangen die op het ^pel staan.
Voor de afbakening van de territoriale zee geldt dat, indien
er geen overeenstemjning bestaat, geen van de partijen ge
rechtigd is zijn territoriale zee uit te strekken tot voorbij de
middellijn tussen de|basislijnen van de twee staten. De af
bakening van de EEZ of het continentale plat tussen twee
staten dient te geschjieden bij overeenkomst, op basis van
het volkenrecht, teneinde een billijke oplossing te bereiken.
In principe geldt de équidistantieregel (het middellijnprin
cipe). Bij de afbakening van zeegrenzen wordt een equidis
tantielijn gedefinieerd als een lijn waarvan elk punt een ge
lijke afstand heeft tot de dichtstbijzijnde punten van de
basislijnen van de stjaten. In grensovereenkomsten wordt
de equidistantielijn vaak benaderd, zoals weergegeven in
fig. 3, omdat er door een zuivere toepassing van de equidis-
tantieregel een grillige grenslijn ontstaat. Dit vanwege het
feit dat de basislijn (laagwaterlijn) meestal bijzonder on
regelmatig is. Hierdoor zullen ook de zijwaartse grenzen die
hierop gebaseerd zijn, onregelmatig zijn en derhalve niet
makkelijk te definiëren. Zolang de grens niet is bepaald,
worden vaak voorlopige regelingen van praktische aard in
gesteld. Zo heeft Nederland met Duitsland nog steeds geen
overeenstemming bereikt over de afbakening van de terri
toriale zee in de Dollkrd en de Eemsmonding, maar zijn er
wel werkbare afspraken gemaakt.
Er zijn verschillende manieren om gedefinieerde basis
punten of overeengekomen grenspunren door middel van
lijnen te verbinden. In sommige gevallen kan het behoor
lijk uitmaken welke ïnanier men kiest om punten te ver
binden [4]:
de geodetische lijn i^ gedefinieerd op een ellipsoïde als de
kortste afstand tussen twee gegeven punten;
een loxodroom is een rechte lijn op een zogenaamde Mer-
catorprojectie. Dit lis de projectie die over het algemeen
wordt gebruikt vooir zeekaarten. Vaak wordt via de loxo
droom gevaren, aapgezien dit een lijn is met constante
koers die gemakkelijk in de zeekaart in te tekenen is;
een grootcirkelis gedefinieerd als de kortste afstand op een
bol. Tot ongeveer Ijonderd zeemijlen is er nauwelijks ver
schil in afstand enrichtingen tussen grootcirkels op de
183
GEODESIA
1999-4
▼A Overeengekomen grens
Equidistantielijn
Landgrens