A
GPS in de luchtfotogrammetrie
Op weg naar een paspuntloze fotogrammetrie
photogrammetry, gps, applications
fotogrammetrie, gps, praktijk
Als GPS niet alleen wordt gebruikt voor de navigatie tij
dens de fotovlucht, maar ook voor de bepaling van de
positie van het projectiecentrum van de camera bij de
opname, heelt dit belangrijke economische voordelen.
Dit is met GPS eenvoudig uit te voeren en bespaart veel
arbeidsintensieve metingen in het terrein omdat er aan
zienlijk minder paspunten nodig zijn voor de aerotrian-
gulatie. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkeling
van het gebruik van GPS in de fotogrammetrie en de
precisie die met een gering aantal paspunten kan worden
bereikt. De verwerking van kinematische GPS-metingen
komt aan de orde en de resultaten van een testvlucht
worden gepresenteerd. Afgesloten wordt met enkele
praktijkgerichte aanbevelingen.
Het onderzoek naar het gebruik van
GPS in de fotogrammetrie heeft er in
middels toe geleid dat voor sommige
fotogrammetische karteringen geen
paspunten meer nodig zijn. Dit geldt
voor projecten die voor Nederlandse
begrippen met een kleine fotoschaal
worden gevlogen (kleiner dan 1
10.000). De precisie van de punten op
de grond ligt in deze projecten op
decimeterniveau [1], GPS-fasemetin-
gen worden geregistreerd door een
ontvanger in het vliegtuig en tenmin
ste één ontvanger op de grond. Daar
mee kan informatie worden verkregen
over de positie van het vliegtuig op
het moment van de opname. Tevens
wordt onderzoek gedaan naar de bepa
ling van de stand van het vliegtuig met
GPS. Er wordt dan gebruikgemaakt
van tenminste drie GPS-antennes op
het vliegtuig, maar de precisie is be
trekkelijk gering (0,2 tot 0,3 graden)
[2]Hoewel de precisie van de duurde
re inerdaal meetsystemen (INS) beter
is (onder de 0,01 graad [10]), is ook
ir. F. A. van den Heuvel en
ir. G. J. Hnsti, Subfaculteit der
Geodesie, Technische Universiteit
Delft.
deze precisie te gering voor veel luchtfotogrammetrische
toepassingen. Dit geldt vooral in Nederland waar vaak ho
ge eisen worden gestjeld aan de fotogrammetrische punts-
bepaling.
Kunnen de posities yan de projectiecentra met voldoende
nauwkeurigheid worden bepaald, dan is een paspuntsloze
fotogrammetrie mogelijk. Is het tevens mogelijk om de
oriënteringen van de! luchtfoto's met voldoende kwaliteit te
bepalen, dan wordep ook de verbindingspunten en daar
mee de gehele triangulatie en blokverefifening overbodig.
Voor de grootschalige luchtkartering zoals die in Nederland
de overhand heeft, is de precisie waarmee de zogenaamde
uitwendige oriëntering (stand en positie) van de opnamen
jkan worden bepaald, echter nog on
voldoende. Daarom beperken we ons
in dit artikel tot de conventionele me
thode voor het gebruik van GPS voor
de bepaling van alleen de positie van
de projectiecentra [3]. Deze methode
is in de afgelopen jaren veelvuldig toe
gepast, ook in Nederland.
Het doel van het gebruik van GPS
voor de bepaling van de projectiecen
tra is in de eerste plaats het verminde
ren van het aantal benodigde paspun
ten. In de tweede plaats kan een verbe
tering van de precisie en de betrouw
baarheid van de fotogrammetrische
puntsbepaling worden bereikt. Met de
hiervoor genoemde conventionele me
thode is het in priricipe mogelijk om de paspunten te be
perken tot de hoeken van een fotogrammetrisch blok of tot
de eerste en laatstestereomodellen van een strook. In het
eerste geval zijn twqe extra dwarsstroken nodig (fig. 1).
hangt
De precisie die met deze aanpak mogelijk is
hoofdzaak af van de volgende factoren:
de fotoschaal (en! daarmee de precisie van de fotowaar
nemingen op terreinschaal);
215
GEODESLA
KEYWORDS
TREFWOORDEN
in