Bijzondere kalibraties
De MD heeft de oudste baken uit zijn magazijn laten kali
breren. Hoe oud die baken zijn is helaas niet bekend. De
vermoedelijk oudste baak die gekalibreerd werd is een zoge
naamde 'hangbaak', gebruikt bij hoge aansluitingspunten.
Deze baak is van Nederlands fabrikaat, namelijk van G. de
Koningh uit Arnhem.
De gekalibreerde baken waren allen van hout en vertoon
den afwijkingen van 100 tot 300 micron. Opvallend is dat
de correcties negatief zijn (invarstrip gekrompen?). Dit was
ook al eerder geconstateerd bij enkele kalibraties van oude
houten baken.
Doordat met de streepsensor streepranden worden geme
ten kunnen ook codebaken worden onderzocht. Vanaf
april 1992 worden die gekalibreerd. Inmiddels zijn er 42
codebaken (30 van type Leica, 10 van type Zeiss en 2 van
type Topcon) gemeten. Doordat de code bekend is (de
smalste streep is een veelvoud van 2,025 mm bij Leica;
2,250 mm bij Zeiss en 2,000 mm bij Topcon) kan er een
correctiegrafiek gemaakt worden. Alle correctiegrafieken
vallen binnen een bandbreedte van circa 30 micron. Een
groot voordeel van codebaken is dat een beschadiging van
enkele strepen een geringe invloed heeft op de baakaflezing
doordat een groter deel van het baakinterval wordt gebruikt
om de aflezing te bepalen.
Fig. 6.
Strepen met zwarte
stift bewerkt.
De MD heeft ten behoeve van de aan
sluiting van hydrostatische waterpas
singen van het schip 'NIVEAU' spe
ciale 3m-baken bij Nedo laten maken.
De rechterverdeling is een gewone cm-
streepverdeling. De linker streepver-
deling is een speciale mm-verdeling.
De breedte van elke zwarte streep is
1 mm. De gele afstand ertussen is ook
1 mm.
De vraag was nu om alle zwarte streep
randen te kalibreren Dit bleek moei
lijker dan gedacht. Bij alle voorgaande
kalibraties werden namelijk de randen
van de streep gemiddeld om tot één
streepwaarde te komen. Het blijkt nu
dat in die middeling bepaalde effecten
worden geëlimineerd. De berekende
Fig. 8.
Kalibratieresultaat
van een 'mm -
baak. De breedte
wordt veroorzitakt
door de onnauw
keurigheid van
alleen randmeting.
In fig. 7a is de opstelling van de streepsensor schematisch
weergegeven. De streepsensor wordt gebruikt bij de automa
tische randdetectie. Een horizontale laserstraal gaat door een
cilindrische lens waardoor de vorm van het laserlicht veran
dert van een cirkelvorm in een streepvorm. De enige functie
van de laser is het zenden van een lichtstraal. De straal gaat
door een pentagoonprisma en wordt geprojecteerd op de
baak.
Met behulp van een fotodiode wordt de lichtreflectie omge-
zzi
Fig. 7a. Schematische opstelling streepsensor.
zet in een spanning. Op een zwarte (streep) ondergrond
wordt weinig licht gereflecteerd en op een gele of witte on
dergrond veel. Indien de spanning van de fotodiode op onge
veer de helft van het minimum en het maximum ligt (dit is
de referentiewaarde) wordt een triggerpuls gegeven om de re
ferentieliniaal uit te lezen. De referentiewaarde wordt vooraf
ingesteld. Op deze manier worden dus alle licht/donker over
gangen (randen van strepen) gemeten.
In fig. 7b is de huidige opstelling van de streepsensor te zien.
Fig. 7b. Huidige opstelling van de streepsensor. 1.cilindrische
lens; 2.pentagoonprisma; 3.fotodiode.
1999-6
GEODESIA
Zeer oude waterpasbaken
Codebaken
Millimeter-baken
Het principe van de automatische randdetectie
cilindrische lens
laser
pentagoonprisma
waterpasbaak
fotodiode
electronica
268