Inmiddels is de bouw tot de tweede verdieping gevorderd. De kunst is nu om de maatvoering in de hoogte te be geleiden en ervoor te zorgen dat ook op de nieuwe verdieping weer nieuwe stramienen worden gelegd, parallel aan die op de onderste verdieping, met dezelfde (x en y) coördinaten. Hans toont welke slimme methode hierbij wordt gebruikt: het MOUS-systeem (Markeren, Oploden, Uitzetten, Spa ringen). Enkele hoofdpunten van het eerste stramien worden met een MOUS-buisje vastgelegd en goed ver ankerd in beton. In dat buisje past een MOUS-richtmerk waarmee het pre cieze midden wordt aangegeven. Hier boven kun je opstellen met een Total Station of waterpasinstrument en van daar uit constructiematen uitzetten en het punt oploden naar de volgende verdieping. Daar wordt ook weer een MOUS-gat uitgespaard in de beton- laag zodat je vanaf dat punt (of meer dere punten) op die nieuwe verdieping ook weer nieuwe stramienen kunt aanbrengen. Dat gaat zo door tot op de achtste verdieping en daar kun je dan door de geconstrueerde MOUS- gaten helemaal tot op de onderste vloer kijken. Dat is in een nutshell hoe je hier tekeer gaat, zegt Hans maar er komt wel wat bij kijken. Flexibiliteit is daarbij van groot belang. In het North gebouw liggen alle vloeren horizontaal, maar als alles scheef moet worden is het leg gen van de stramienlijnen veel inge wikkelder. Maar met de komst van de Total Stations is ook dat te behappen. Sinds drie jaar worden de bouwteke ningen digitaal bij de MTKD ver werkt en worden ook de stramienlij nen in dat bestand gebruikt met be hulp van zelf ontwikkelde software, vertelt Arjen. We zijn daarmee in staat om de gegevens van en naar AutoCAD over te brengen en bij controlemetin gen vergelijkingslijsten te produceren die ter plaatse vertellen hoe het erbij staat. Het is wel zo dat de programma tuur van de Total Stations meer is af gestemd op landmeetkundige metin gen dan die van de bouw en daarvoor zijn wel eens aanpassingen nodig. We meten de uitgezette heipiketten, ge storte heipalen en gestelde ankers voor en na het storten nauwkeurig in, om in het gehele proces beter te kunnen aanwijzen waar meer aandacht aan moet worden geschonken. Het gaat om maat- beheersing en we helpen de uitvoerder om grip te houden op zijn bouw. In het Weena- complex moet de maatvoering tot op de 22e etage worden vol gehouden. Hans zit niet elke dag op de bouw. Hij heeft een opleiding MTS-landmeten gedaan en is vele jaren geleden als eerste toegevoegd aan de meetkundige dienst van Bredero Bouw (toen nog onder leiding van Felix Dijkstra). Hij beheert de planning van de inzeij van de medewerkers, die met mobie le telefoons constant 'met elkaar in verbinding staan. Hans weet vrijwel altijd waar de hoofdmaatvoerders uithangen en wie er bekend is óp een bepaald bouwwerk. Bij proble men en vragen om hulp wordt die het eerst ingezet. Dat is belangrijk voor de continuïteit. Iedere hoofdmaatvoerder heeft de gewoonte zijn metingen direct op papier te zetten en uitgezette of gemarkeerde punten in coördinaten te be rekenen zodat ook een eventuele opvolger weet wat hij heeft gedaan. Ook de uitvoerder van het werk krijgt daar van een tekening. Tijdens de klimpartij over en tussen de half voltooide wan den en vloeren van 4e North Residentie in wording, wijst Hans links en recht^ de merktekens, spijkers, stickers en GEODESIA 1999-6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 21