d
vooraf vlakken handmatig te classificeren of achteraf een
toegekende klasse te corrigeren.
Een kenmerk van het ontwikkelde kennissysteem is dat de
regels voor de benoeming van vlakken gescheiden zijn van
de procedures voor het aansturen van het systeem, die bij
voorbeeld resultaten van classificatie wegschrijven. Een
voordeel is dat kennis zo gemakkelijker te onderhouden is.
Het is bijvoorbeeld eenvoudiger om aanpassingen aan de
regels te doen, wanneer gebruikers of participanten beslis
sen dat bepaalde situaties toch anders geclassificeerd moe
ten worden. Bovendien draagt het expliciet vastleggen van
de regels die gebruikt worden om vlakken te classificeren
bij aan een verdere uniformering van de GBKN. Omdat de
huidige lijngerichte GBKN per regio een andere product-
definitie kan hebben, zullen de conversieregels om de lijn
gerichte GBKN om te zetten in een objectgerichte GBKN
ook per regio verschillend moeten zijn, zelfs wanneer een
landelijk uniforme GBKN het eindresultaat is. De opzet
van het kennissysteem maakt dit mogelijk.
De kennis
Het blijkt dat de kennis die gebruikt wordt om gevormde
vlakken te classificeren hoofdzakelijk aanwezig is in de
hoofden van de gebruikers en dat er ook verschillen in in
terpretatie voorkomen tussen verschillende gebruikers. In
eerste instantie zijn interviews gehouden met een aantal ge
bruikers om er achter te komen welke kennis zij gebruiken
om vlakken te classificeren. De meest gebruikte soorten
kennis om de vlakken te benoemen zijn:
de lijnklasse;
de aanwezigheid van symbolen en teksten;
de ligging van een vlak ten opzichte van andere vlakken;
de vorm van de vlakken;
de context waarin het vlak voorkomt, bijvoorbeeld de
expert herkent een bepaald patroon van vlakken als par
keerplaatsen langs de kant van de weg;
kennis over het gebied zelf.
De laatste twee soorten kennis zijn moeilijk te modelleren,
daarom is besloten alleen de eerste vier soorten kennis in
het systeem op te nemen. Er werd gekozen voor een regel-
gebaseerd kennissysteem omdat dit het beste aansluit op de
manier van classificeren zoals de expert het doet en het rela
tief makkelijk te onderhouden is.
Specificaties voor vlakclassificatie
De regels voor het classificeren van vlakken zijn opgesteld
in overleg met Kadaster-vertegenwoordigers in de regionale
samenwerkingsverbanden. Hierbij is zoveel mogelijk reke
ning gehouden met het Terreinmodel Vastgoed (NEN
3610 [2]). Een verschil met NEN 3610 is dat geen onder
scheid wordt gemaakt tussen opdelings- en inrichtings
objecten. Alle lijnen die vlakken kunnen begrenzen worden
met elkaar versneden en vlakken worden op het laagste
detailniveau als opdelingsobjecten benoemd. Het idee hier
achter is dat de scheiding tussen opdelings- en inrichtings
elementen een volgende stap is. Gebruikers kunnen uit
deze kleinste eenheden zelf beheersobjecten samenstellen.
Er zijn zeven klassen gedefinieerd: ge
bouw, weg, water, spoorbaan, krui
sing, kunstwerk en terrein. Het object
"kruising" is geïntroduceerd om te
zorgen dat wegen, water, gebouwen,
terreinen en spoorbanen doorlopen als
ze elkaar kruisen. Dit wijkt af van
NEN 3610, maar is conform de aan
beveling van het Landelijk Samenwer
kingsverband GBKN [3]. Verder is
het mogelijk beschrijvende attributen
op te voeren, zoals hoofdgebouw bij
gebouw en open verharding bij weg.
Een deel van deze beschrijvende attri
buten kunnen ook door het kennis
systeem worden bepaald.
Kennissysteem
T
Fig 1-
Architectuur
kennissysteem.
Het kennissysteem
Het kennissysteem is ontworpen om
als een aparte module opgenomen te
worden binnen het Landmeetkundig
Kartografisch Informatiesysteem van
het Kadaster (LKI). Uitwisseling van
gegevens tussen het mutatiesysteem
van LKI en het kennissysteem gebeurt
met behulp van NEN 1878-bestan-
den. Het kennissysteem is opgebouwd
uit een drietal modules (fig. 1):
1Verrijking data.
2. Besturing redeneerproces.
3. Redeneermechanisme.
In de eerste module "Verrijking data"
wordt bestaande informatie uit de
NEN-bestanden aangevuld met infor
matie over de ruimtelijke relaties tus
sen vlakken die uit deze informatie
kan worden afgeleid. Bijvoorbeeld uit
het feit, dat een verwijzing naar het
zelfde lijnstuk bij twee vlakken in de
buitenbegrenzing voorkomt, kan wor
den afgeleid dat deze vlakken buren
van elkaar zijn. Een andere relatie die
260
1999-6
GEODESIA
kennis-
regeis
verrijking
data
besturing
redeneerproces
feiten
classificaties
redeneer
proces
NEN1878
uitvoerbestand
NEN 1878
invoerbestand