De situatie waarvoor deze regel is opgesteld is vrij triviaal. Echter, in veel gevallen is het toekennen van de goede clas sificatie complexer. Oorzaken hiervan zijn bijvoorbeeld het ontbreken van symboolinformatie of het ontbreken van onderscheidende contourinformatie. In deze situaties kun nen vlakken alleen correct worden geclassificeerd op basis van hun relaties met omliggende vlakken. Resultaten Materiaal uit drie provincies is gebruikt om de kennisdata base te ontwikkelen: Zeeland, Utrecht en Friesland. Mede werkers uit de betreffende Kadaster-vestigingen hebben handmatig in twaalf gebieden van de GBKN-vlakken ge vormd en benoemd (fig. 2). Deze zogenaamde leerset be staat uit landelijke-, open- en dicht bebouwde gebieden. Daarnaast zijn nog vijf gebieden gestructureerd en geclas sificeerd die pas bij de oplevering zijn gebruikt om het systeem onafhankelijk te testen. Fig. 4. Deel van de GBKN van Zee land met in kleur aangegeven de vlakken die ver schillend zijn ge classificeerd door systeem en mens (in donkerrood hoofdgebouw i.p. v. bijgebouw in groen terrein i.p.v. weg, in geel wegi.p.v. terrein in rood gebouw i.p.v. terrein). De eerste resultaten van de vergelij king van deze testbestanden met dege nen die door het kennissysteem zijn geclassificeerd zijn zeer positief (fig. 3 en 4). In totaal wordt 88% van de vlakken in de leerset en zelfs 93% van de vlakken in de onafhankelijke testset door mens en systeem identiek geclas sificeerd (tabel 1 en 2). Uit de analyse van de resultaten blijkt dat er drie oorzaken zijn voor verschil len in classificatie: 1. In de kennisdatabase zijn niet voor alle situaties regels opgenomen. Uitgangspunt was dat voor de meest voor komende situaties regels worden vastgelegd en uitzon deringen naderhand bij de controle moeten worden gecorrigeerd. Het blijkt ook dat voor de meest voor komende type objecten de automatische herkenning het beste resultaat oplevert (tabel 3). 2. Bij het handmatig classificeren van de testbestanden zijn de klassen niet altijd consistent toegekend. Met name bij de benoeming van kleine vlakken in dichtbebouwde gebieden is een operateur vaak niet consistent met zich zelf en met de specificaties voor vlakclassificatie. Aange zien het kennissysteem vaststaande regels gebruikt is consistentie gewaarborgd. Tabel 1. Resultaten per gebied op leerset. 3. In de lijngerichte GBKN komen fouten voor die tot gevolg hebben dat correct classificeren überhaupt niet mogelijk is, bijvoorbeeld door dat symbolen niet precies binnen de vlakken zijn geplaatst of vlak- afsluiters ontbreken tussen ver schillende objecten. In geval van te genstrijdigheden, bijvoorbeeld een gebouw met een lijn van de klasse "kant verharding" in de buitencon tour, wordt het vlak niet geclassifi ceerd, maar krijgt een aparte klasse "strijdig" (fig. 3). Zo kunnen deze fouten makkelijk opgespoord wor den. Daarmee heeft automatische conversie een voordeel ten opzichte van handmatige conversie. Op dit moment wordt onderzocht in hoe verre het kennissysteem aanwijzin gen kan geven over de oorzaak van strijdige benoeming van vlakken, zodat fouten in de lijngerichte GBKN nog gemakkelijker kunnen worden gecorrigeerd. Naast de conversie van een lijngerichte naar een objectgerichte GBKN, kan zo een kwaliteitsverbetering van de huidige lijngerichte GBKN als ne veneffect worden bereikt. In totaal blijkt het aantal fouten dat het systeem maakt door tekortkomin gen in de regels ongeveer even groot te zijn als het aantal fouten die bij het handmatig classificeren zijn ge maakt. Bij het handmatig aanmaken van de testbestanden is bijgehouden hoeveel tijd dit per onderdeel heeft gekost. Er blijken zeer grote verschillen in beste de tijd te zijn, afhankelijk van het type gebied (landelijk of dicht bebouwd), de grootte van het gebied en uitgangs kwaliteit, dat wil zeggen de mate waar in de GBKN al vlakvoorbereid is. Ge middeld werd voor een testgebied van 1 km2 dat al vlakvoorbereid is 3 uur besteed aan het berekenen van knoop punten en plaatsen van vlakafsluiters, 6 uur aan het classificeren van vlakken en nog eens 3 uur aan het controleren Tabel 2. Resultaten per testset. 1999-6 GEODESIA type gebied aantal vlakken X correct Utrecht landelijk 622 89 Utrecht landelijk 1526 82 Utrecht dicht bebouwd 2133 89 Friesland landelijk 150 99 Friesland open bebouwd 4826 90 Friesland dicht bebouwd 1194 75 Zeeland landelijk 197 95 Zeeland landelijk 418 97 Zeeland open bebouwd 1421 94 Zeeland open bebouwd 2216 86 Zeeland dicht bebouwd 929 89 Totaal 15632 88 type gebied aantal vlakken X correct Friesland landelijk 197 97 Gelderland landelijk 548 96 Flevoland landelijk 524 93 Groningen landelijk 281 96 Groningen open bebouwd 472 87 Totaal 2022 93 262

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 8