De Hollandse Cirkel in tijd en ruimte geplaatst VERSLAG GEODESIA Ter gelegenheid van de oprichting van De Hollandse Cirkel, stichting voor de geschiedenis van de geodesie, werd op vrijdag 4 juni in de Stopera te Am sterdam een feestelijke bijeenkomst met drie inleidingen gehouden. Een bezoek aan het NAP-monument maakte deel uit van het programma. Hoewel nog niet alle aanwezigen hun plaats in de zaal gevonden hadden, be gon professor Aardoom stipt om twee uur met duidelijke stem aan zijn ope ningsverhaal. Met "De Stichting Hol landse Cirkel is op voorstel van de wetenschapshistoricus Palm genoemd naar het hoekmeetinstrument dat in de zeventiende eeuw werd uitgevon den door de Hollandse landmeterjan Pieterszoon Dou. Tegelijk staat de cir kel symbool voor de kring van belang stellenden in de geschiedenis van het vak", introduceerde hij als voorzitter de nieuwe stichting. Wetenschap en techniek hebben de laatste twee eeu wen een ontwikkeling doorgemaakt die toonzettend is voor de ontwikke ling van de westerse samenleving als geheel. Dat verklaart de groeiende be langstelling voor wetenschaps- en techniekgeschiedenis. Ook de geode sie heeft een opmerkelijke ontwikke ling te zien gegeven. De behoefte om deze geodetische geschiedenis te boek te stellen is in het verleden al door di verse vakgenoten gevoeld en in 1998 werd dan uiteindelijk overgegaan tot de oprichting van De Hollandse Cir kel, stichting voor de geschiedenis van de geodesie. Overheid en bedrijfsleven hebben hiermee de handen ineen ge slagen en de zorg voor het geodetische erfgoed op zich genomen. De deel nemers van de stichting zijn negen toonaangevende instellingen op het gebied van de geodesie in ons land. Vervolgens sprak professor Lintsen, hoogleraar Geschiedenis van de Tech niek aan de TU Delft en de TU Eind hoven, over de culturele betekenis van de techniek in dit verband. In zijn bij zonder interessante betoog plaatste hij de geschiedenis van de geodesie in de ruimere context van de techniekge schiedenis. Vanaf de Industriële Revo- Karien Ris, freelance redacteur. lutie bevonden ingenieurs zich in een ondergeschoven posi tie in Europa. De geschiedenis van de techniek was interes sant voor de liefhebber, maar bestond nog niet als vak gebied. Daarin kwarrj verandering in de jaren zeventig van deze eeuw met de geboorte van het vakgebied techniek geschiedenis. Ingenieurs zelf, maar ook de industrie en uni versiteiten droegen bij aan een Nederlandse geschiedenis van de techniek, waafin aanvankelijk twee benaderingen te onderscheiden wareh. Vanuit de internalistische benade ring hield men zich j/oornamelijk bezig met de technische werking van instrunjenten, terwijl de externalisten vooral de invloed van dezé technische uitvindingen op sociaal, economisch, politiek en cultureel gebied bestudeerden. Tegenwoordig werkt men in de techniekgeschiedenis meer op contextualistische wijze, ofwel de combinatie van beide zienswijzen. Als voprzitter van de stichting Historie der Techniek wees Lintsen de speerpunten van het heden daagse vakgebied aan. De stichting houdt zich bezig met academische projectjen, kennisoverdracht, historische be leidsanalyses en bedpjfshistorische studies zoals het project bij het Kadaster, over de periode 1945 tot 2000. 343 Theodoliet ge maakt door Julius Wanschajf, Berlijn. Rond 1900 ge bruikt door de Rijkscommissie voor Grondmeting en Waterpassing voor de opzet van het RD-net (punten van de le orde). De heer Jansen, jioofd van het Bureau Rijksdriehoeks meting van het Kjtdaster hield een lezing onder de titel: De Rijksdriehoeksmeting. Een geschiedenis met toekomst. Hij begon zijn verhaal met de welbekende geschiedenis van de driehoeksmeting o:m vervolgens een link te leggen naar de huidige Rijksdriehjoeksmeting. Willebrord Snel van Royen, beter bekend onder de naam Snellius, was de eerste die het driehoeksnet gebruikte ten behoeve van een graadmeting, vertelde hij. Luitenant-generaal Baron Krayenhoff voerde in het eerste decenlnium van de negentiende eeuw een drie hoeksmeting uit voor de vervaardiging van de eerste topo grafische kaart van Nederland. Na de eerste metingen aan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 41