zijn betoog vatte hij kort samen met de ware uitspraak
"Analog ist beinahe tod". Op de vakbeurs was het Akense
Five in Line Jazz Quintet op dat moment al begonnen aan
een serie vrolijke jazznummers.
Grensoverschrijdende routeplanners
De vakbeurs die werd gehouden in de Expo-foyer direct
naast het auditorium, gaf de congresdeelnemers met een
kartografiebeurs, kaarten- en postertentoonstelling de gele
genheid geïnformeerd te raken over alle recente ontwikke
lingen op het gebied van kartografie, zowel in Nederland
als in ons buurland. Op de beurs toonden kartografische
bedrijven hun nieuwste producten en waren ze telkens weer
gemotiveerd de deelnemers uitgebreide productinformatie
te verschaffen.
Tijdens de daarop volgende lezingen kwamen praktische en
actuele zaken op het gebied van kartografie in het toekom
stige Europa aan de orde. Zo werd gesproken over onder
werpen als interactieve internet-kartografie, multimediale
computeranimaties voor de overdracht van ruimtelijke in
formatie, grensoverschrijdende routeplanners, Europese
geografische databanken, planning met behulp van karto
grafie en onderwijsontwikkelingen met betrekking tot kar
tografie. Verspreid over de verschillende dagdelen konden
de deelnemers een keuze maken uit lezingen over zeven
thema's: nieuwe media, navigatiesystemen, topografie,
planning, geschiedenis, milieu-informatiesystemen en edu
catie.
Werkgroepen en Arbeitskreisen
Interessant waren volgens een Utrechtse deelneemster
vooral de lezingen over milieu-informatiesystemen, waarin
veel over topografische kartering werd gesproken. "Het is
ontzettend nuttig te zien waar onze Duitse collega's mo
menteel mee bezig zijn en ik vind het ook leuk om te weten
welke nieuwe software ze hebben ontwikkeld. Zo vertelde
Kathrin Heidbrink over het software
pakket voor de gegevensverwerving en
-bewerking voor de ruimtelijke inter
polatie en visualisatie van bodembe
werking. Een nadeel was wel dat die
software vooral voor het bedrijf zelf
praktisch toepasbaar was. Wat wij er
in Nederland aan kunnen hebben,
moeten we nog maar afwachten".
Ook aan de veelheid aan werkgroepen
die op dinsdag aangeboden werden,
konden de aanwezigen deelnemen. Deze werkgroepen dra
gen soms al jarenlang de activiteiten van de Nederlandse
Vereniging voor Kartografen. Duitse collega's konden te
recht bij de zogenaamde 'Arbeitskreisen' waar ze werden
geacht actief deel te nemen aan de discussies. Tot de moge
lijkheden behoorden onder andere de Nederlandse werk
groepen Atlaskartografie en Nieuwe Visualisatie Technolo
gie en de Duitse Arbeitskreisen Hochgebirgskartographie
en Kartographische Terminologie. De werkgroepen kon-
346
den rekenen op een enthousiaste groep
deelnemers die graag wilden bijdragen
aan de voortgang van de internationa
le werkzaamheden.
Internationale ambiance
De gehele donderdag was gereserveerd
voor excursies, waarbij de deelnemers
wederom konden kiezen uit een geva
rieerd aanbod aan zowel kartografi
sche, als wel geografische en toeristi
sche excursies. Een bezichtiging van
het onderzoekscentrum Jiilich in
Duitsland, de excursie Bruinkolen in
Rijnland en een stadswandeling door
Maastricht met aaneengesloten een
bezoek aan het Bonnefantenmuseum
behoorden allemaal tot de mogelijkhe
den. Vooral tijdens de excursies was de
onderlinge sfeer informeel en erg ge
zellig. "Daar heb ik veel plezier van ge
had", vertelt een Delftse deelnemer na
afloop. "Je komt bekenden tegen,
maar juist ook mensen die je in je da
gelijkse werksituatie niet zou ontmoe
ten. Die kunnen je een hoop nieuwe
dingen vertellen".
"We hebben ervoor gekozen het con
gres juist in Maastricht te houden van
wege de internationale ambiance van
de stad. Dat imago is natuurlijk alleen
maar versterkt door het Verdrag van
Maastricht dat hier in 1992 werd gete
kend. Daar lag als het ware het funda
ment voor de politieke en economi
sche eenwording van Europa", licht
Mekenkamp toe. De boodschap van
de organisatoren was dan ook duide
lijk: internationalisering van de karto
grafie is onontbeerlijk. Misschien
kwam het doordat gelijktijdig de 48e
Duitse Kartografendag werd gehou
den, dat het Internationale Kartografie
Congres overwegend uit Duitsland af
komstige bezoekers trok. Bij een groot
aantal lezingen werd dan ook Duits als
voertaal gehanteerd. Voor Nederlan
ders, die toch bekend staan om hun
redelijke kennis van de Duitse taal,
waren de Duitse lezingen evenwel
vaak moeilijk te volgen. Omgekeerd
waren voor Duitsers de Nederlandse
presentaties weer lastige materie. Alle
goede politieke bedoelingen ten spijt,
blijft de vraag zich opdringen in hoe
verre inwoners van Europa zelf al in
staat en bereid zijn tot internationali
seren.
1999-7/8
GEODESIA