waar men vaak samen met de lokale bevolking tot een landregistratiesys- teem moet komen. Om de cursus op langere termijn in stand te houden werden voor de ver schillende vakken en modules zoveel mogelijk lokale en regionale deskun digen gecontracteerd, zoals van de Polytechnic en de Universiteit van Namibië, verschillende ministeries, lo kale landmeters en docenten land- Fig. 3. meetkunde uit Zuid-Afrika, consul- Veldwerk in tancy bureaus in stedelijke ontwikke- Rundu. ling en onafhankelijke deskundigen, waar nodig aangevuld met internatio nale expertise. Veldwerk Een veldwerk van drie weken vond plaats in de informele nederzettingen van Rundu, in het noorden van Nami bië. De oefening richtte zich voorna melijk op het landmeten in een infor mele nederzetting waar kavelgrenzen niet duidelijk zijn en er nauwelijks sprake was van een primair meetnet- werk. Vanuit landmeetkundig oogpunt was de bedoeling dat de grondslag werd gelegd met GPS, waarna de detailme tingen met ofwel total stations ofwel meetband en pentagoonprisma's zou den worden gedaan. Voor de detail metingen waren discussies met lokale Fig. 4. mensen noodzakelijk. Eén van de pro- Model van een blemen hierbij bleek Rukwangali, de geïntegreerde lokale taal die de meesten bleken te opleiding in spreken. grondbeheer. Een model voor een algemene opleiding In Grond beheer met specialisaties I V Kern modules Evaluatie van de cursus De eerste cursus werd aan het eind van de eerste jaargang in juni 1998 geëvalueerd. Voornaamste resultaten hiervan waren: het Engels en de ^viskunde bleken ondanks het basis niveau soms toch nog moeilijk voor sommigen. Engels is wel de nationale, maar vaak niet de moedertaal; ondanks de praktische instelling van de cursus zouden meer praktische oefeningen kunnen worden ingebouwd, met name op het gebied van meetproblemen en conflict resolutie. Daarnaast zou een vorm van individuele pro fessionele begeleiding na de cursus noodzakelijk zijn om de mensen nog bej:er in te werken. De meeste studenten zullen immers zelfitandig moeten werken in de verschil lende regio's; de interesse van dej zelfstandige landmeterbureaus is wis selend. Aan de ene|kant vreest men een vorm van concur rentie en verlies vah identiteit als de kadastrale wetgeving zou worden veranderd, maar aan de andere kant werd het inzetten van kadastrale basislandmeters gezien als een bij drage aan het verbogen van de efficiëntie. De steun van de Namibische landmetervereniging, naast die van over heidsinstanties eh onderwijsinstituten, is echter wel noodzakelijk om 4e opgedane kennis en het diploma van de kadastrale landpreters te erkennen; op de langere termijn zou de opleiding kunnen integre ren met basisopleidingen die zich met allerlei facetten van grond bezighpuden, zoals ruimtelijke ordening, ste delijk beheer, grondwaardering, enzovoort. Zo'n oplei ding zou er dan kunnen uitzien als in fig. 4. Daarbij heeft het geïntegreerd project betrekking op de herverdeling van grond (land reform) en de herplaatsing van mensen (resettlement). Hft diploma Grondbeheer wordt uitge geven indien alle Specialisaties gezamenlijk worden door lopen, aangevuld biet een rapport/werkstuk. 50% van de studepten was in één keer voor de gehele cursus geslaagd, een voor de Polytechnic gemiddeld per centage. De rol van het ITC in het project In het INSHURD-project lag de nadruk vooral op de insti tutionele ondersteujning door middel van het opleiden en het creëren van eep zogenaamde 'critical mass' op het ge- 369 GEODESIA 1999-9 ff r GevR.O. t Gev. GW t Gev. LM Opldd. 4 Ojleid. Opleid. Sem.3 Geïntegreerd projcct(l) LIS/GIS Ruimtelijke Ordening specialisatie Grond Waardering specialisatie Land Meetkunde specialisatie Grondrecht - Landmeetkunde/kartografie Ruimtelijke ordening - Waardering -basis opleidingen starc Grond Bhr DipL (2)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 15