Sedimentatlas Waddenzee
mevrouw ing.
M. G. Vroom,
Rijksinstituut
voor Kust en Zee
van de
Rijkswaterstaat.
Op 1 oktober 1998 is door het Rijks
instituut voor Kust en Zee (RIKZ)
de Sedimentatlas Waddenzee 'gepresen
teerd. In de jaren '50 en '60 was voor
het laatst op grote schaal een bodem-
bemonsteringsprogramma uitgevoerd
in de Waddenzee. Eind jaren '60 leid
de dit tot een bodemkaart van de
Waddenzee. De kaart gaf echter
slechts informatie over de bodemge
steldheid van die delen van de Wad
denzee die boven gemiddeld laagwater
liggen. De diepere delen van het ge
bied werden niet bemonsterd. Daar
naast betrof het hier een bodemkaart
in de strikte zin van het woord: er wer
den bodemsoorten gepresenteerd.
De bodemkaart voldeed al een aantal
jaren niet meer aan de wensen van be
heerders, gebruikers, wetenschappers
en andere geïnteresseerden in de Wad
denzee. Vandaar dat in 1989 is gestart
met een nieuwe bodembemonstering.
Eerst het Eems-Dollard estuarium en
in de periode tot 1997 werd vervol
gens de gehele Waddenzee bemon
sterd. Daarbij is uitgegaan van één
meetpunt per km2, terwijl in gebieden
met een sterk wisselende morfologie
de meetdichtheid is verdubbeld. Van
ieder bemonsteringspunt is de samen
stelling van de korrelgrootte van de
bovenste tien centimeter van de bo
dem bepaald. Het resultaat is een re
gelmatig grid van zevenduizend meet
punten dat in zijn totaliteit een goed
beeld geeft van de sedimentsamenstel
ling van de Waddenzee.
Atlaskaarten
De Sedimentatlas Waddenzee is een
presentatie van die meetpunten. In te
genstelling tot de oude bodemkaart
laat het geen bodemsoorten zien, maar
geeft de Sedimentatlas de resultaten
van de analyse van de korrelgrootte
per meetpunt. Deze gegevens worden
gepresenteerd in de vorm van een
kaart. De gebruiker kan vervolgens op
ieder gewenst gebied inzoomen en de
korrelgrootteverdeling van een speci
fiek meetpunt in grafiekvorm oproe
pen. Bovendien bevat de Sedimentat
las een kaart met de mediane korrel
grootte (fig. 1), een| slibkaart (fig. 2) en een kaart waarin
een indicatie van de, herkomst van het sediment wordt ge
geven (de resttranspprtrichtingen, bepaald via de McLaren-
methode). Ook bij deze drie kaarten kan de gebruiker naar
wens inzoomen op 'een specifiek gebied. Bij de kaart met
mediane korrelgrootte en bij de slibkaart kunnen de schaal
verdeling en de legenda naar eigen inzicht en wensen wor
den aangepast.
Fig. 1.
Mediane korrel
grootte.
Fig. 2.
Slibpercentages.
De gegevens van die korrelgrootte van de meetpunten zijn
met een GIS-applicatie bewerkt. De applicatie Sedimap is
rond 1993 ontwikkeld door het RIKZ, in samenwerking
met het expertisecentrum GEON. Het verwerkt bestanden
met ko rrelgroo t tegegevens en bewerkt ze tot afgeleide gege
vens zoals slib- enj zandkaarten, D10, D50 en D90. Dit
laatste betekent kqrreldiameter met het gewichtspercenta
ge, dus D10 is de |diameter waarbij 10% van het monster
kleiner is en 90% jgroter. Zo kunnen de gegevens dienen
voor allerlei onderzoek en kunnen de resultaten in diverse
formaten worden gepresenteerd. Gebiedsdekkende grid-
Van analyse naar kaart
393
Borkum
Eem shaven
Dollard
Schlcrmon i
Lauwersoog
GEODESIA 1999-9
Legenda
Mediane koirelgiootte
geen meting
mmmm 0 - 60 micrometer
60- 120 micrometer
120-180 micrometer
180 - 240 micrometer
240 - 300 micrometer
300 micrometer
I an ds ge nz en
déptelji-3.5 meter
Legenda
Slib percentages
I I geen meting
■H 0 - 2
Emden
Delfzijl
5-10%
10-50%
50- 100
lands ganzen
depteljn- 3,5 meter