NCG
Kwartaalbericht
Nederlandse Commissie voor Geodesie
Onderzoek naar het beroepsprofiel van de geodeet
In het Nationaal Geodetisch Plan is
geconstateerd dat de inhoud en de
programmatische structuren van het
onderwijs in belangrijke mate het toe
komstige profiel van de geodesie be
palen. Een goede aansluiting van de
eindtermen van het onderwijs op de
eisen binnen de verwachte functies
waarvoor de afgestudeerden gevraagd
worden, is een logisch gevolg van deze
constatering.
De Subcommissie Geodetisch Onder
wijs heeft vorig jaar een werkplan op
gesteld waarin aandacht wordt besteed
aan de relaties tussen de onderwijsin
stellingen in Nederland, het onder
wijsprogramma voor afgestudeerden,
de internationale aspecten van het on-
De Nederlandse Commissie voor
Geodesie (NCG) heeft tijdens haar
vergadering op 2 juni 1999 besloten
tot het laten uitvoeren van een onder
zoek naar het beroepsprofiel van de
geodeet. Het voorstel voor het onder
zoek is geformuleerd door de Subcom
missie Geodetisch Onderwijs van de
NCG.
De Subcommissie Geodetisch Onder
wijs is opgericht als voortvloeisel uit
één van de aanbevelingen van het
Nationaal Geodetisch Plan (1995).
De Subcommissie bestaat uit drie le
den van de NCG: ir. G. Jacobs (voor
zitter), prof. ir. R. Groot en prof. dr.
ir. M. G. Vosselman, en de voorzitter
van de Stichting Geodesia prof. ir. P.
van der Molen. De Subcommissie
wordt ambtelijk ondersteund door
drs. M. Klijn-Wuisman.
Eén van de opdrachten van de Sub
commissie is het in kaart brengen van
de aansluiting van het geodetisch on
derwijs op de arbeidsmarkt. Het gaat
hierbij zowel om het mbo-, het hbo-
als het universitair onderwijs. Voor de
uitvoering van de opdracht zijn in
middels enkele initiatieven genomen.
derwijs, de rol van de werkgevers en de
contacten tussen het onderwijs en de
werkgevers.
Het werkplan bestaat uit een zestal
fasen. De problematiek wordt vooral
gezien vanuit de arbeidsmarkt waar
wensen worden geformuleerd, die ver
taald zouden kunnen worden naar de
onderwijsprogramma's van de mbo-,
de hbo- en de wo-opleidingen. De
aandacht in het werkplan gaat ook uit
naar optimalisatie van de doorstro
ming tussen de opleidingen, de moge
lijkheid voor het ontwikkelen van
posttertiair onderwijs en het creëren
van kansen op het gebied van inter
nationaal onderwijs.
In de eerste fase van het werkplan
wordt het beroepsprofiel van de geo
deet in kaart gebracht. De opdracht
voor dit onderzoek is inmiddels aan
een extern onderzoeksbureau ver
leend. Het onderzoek spitst zich toe
op het beschrijven van de competen
ces die van een geodeet in de huidige,
maar ook in de toekomstige werkkring
worden verwacht.
Door inzicht te krijgen in maatschap
pelijke trends en marktontwikkelingen
die mogelijk op langere termijn veran
deringen in het beroepsprofiel kunnen
veroorzaken, verwacht men indicaties
te verkrijgen voor het toekomstig be
roepsprofiel van de geodeet.
De beschrijving van de competenties
,van de geodetisch medewerker zal in
|een volgende fase worden vergeleken
imet de bestaande eindtermen van de
onderwijsprogramma's van de drie
eerder genoemde niveaus.
Het onderzoek naar het beroepsprofiel
van de geodeet, de eerste fase van het
werkplan van de Subcommissie is in
juli 1999 gestart en zal naar verwach
ting in november dit jaar zijn afge
rond.
Maria Klijn-Wuisman
395
GEODESIA
1999-9