mmmi dit moment, terwijl de regen met bak ken uit de hemel komt, is het toch wel prettig dat de simpele geodetische for mules nog in het achterhoofd zitten als de programmaatjes op de zakjapanners het even laten afweten. De HP 4lC is echter geen verwijt te maken, het is het gemak waarmee flexibele geodeten ge wend raken aan nieuwe methoden en daarmee oude methoden 'oostindisch' vergeten. Om toch betrouwbare resul taten te krijgen worden de coördina ten van beide punten in het program ma Geocad Field ingetikt, de 'veld- versie' van het landmeetkundig pak ket. We benutten deze dag namelijk ook om ervaring op te doen met de pencomputer, in combinatie met Geocad Field. Grafisch (dus gewoon door de lijn tussen de beide punten op het beeldscherm met 4 meter te ver lengen) worden de coördinaten be paald en vergeleken met de coördina ten die Peter Bekkers van DGW&T met zijn 'palmtop-computer', de HP 32S heeft berekend. "Het klopt zegt Peter en de coördinaten van punt 100 zijn door ons allen vergeleken en goed gekeurd. Een nauwkeurig opgemeten plattegrond als wandtekening in de grot. Opstelpunt 100 (base 1) vlakbij grenspunt 72. Na een kwartier staat het basisstation, gekoppeld aan de telemetrieset, opge steld op punt 100. Het basisstation ontvangt continue signalen van GPS- satellieten en kent straks zijn positie in RD-coördinaten. Hierdoor is het mo gelijk middels het gekoppelde radio station correctiesignalen uit te zenden naar het mobiele station, de zoge naamde 'rover'. De rover ontvangt de zelfde GPS-signalen, en tevens de cor rectiesignalen van het basisstation via de radioset. Hierdoor kan met de rover 'kinematic' worden gemeten. Om 9.10 uur kunnen we de bereken de coördinaten van punt 101 invoeren in het GPS-basisstation. Rob meldt hiervoor bij het basisstation een zoge naamde 'nieuwe job' aan. Inmiddels Rob initialiseert de base 1. toont Otto, de grottfeheerder, ook zijn belangstelling. Hij kent de grotten op zijn duimpje en zal menig spannend ver haal (mogelijk uit dezelfde duim) hebben verteld aan ken nissen, vrienden en familieleden. Otto heeft het echter snel bekeken en meldt dat hij ergens rond de middag weer be reikbaar is. We zijn volkom voor een bakkie, meldt hij nog. Niemand zegt het, praar we denken het allemaal: die tijd voor een bakkie hebben we waarschijnlijk niet, en gelijk kregen we. Nu gaat het echt snel Nadat Rob punt 100 (base 1) in coördinaten heeft bepaald, gaan we met de ro\jer naar het punt aan de rand van de Cannerberg. Omdat de rover nu ook de door de telemetrie set uitgezonden corijectiesignalen van het basisstation ont vangt, kan het punt jRT 101 snel met GPS (real time kine matic) worden bepaald. Het meten duurt slechts enkele se conden. In de namiddag zullen we het punt ook nog eens volgens de 'fast of r^pid static' methode bepalen. Dit kan echter pas nadat we bok de omliggende kernnetpunten met GPS hebben bepaald. Het opnieuw bepalen van het punt met de static methode is niet echt noodzakelijk, maar we zijn benieuwd of db snelle methode resultaten geeft, die minder nauwkeurig zijn. Het opnieuw bepalen van de pun ten verhoogt ook de' betrouwbaarheid van de meting en dat komt in het kader van deze meting goed van pas. Ondanks onze bekendheid met GPS staan we versteld van de snel heid en de eenvoud van het meten met de Trimble GPS 4800. De landmeters Erik Beumer en Lau rens Olde Dubbelink blijven boven aan de berg en starten met hun detail metingen, terwijl Rob, de auteur en Peter het land van de zuiderburen J gaan bezoeken. De detailmetingen kunnen mogelijk nog van pas komen omdat bovenop de berg schachten zichtbaar zijn waardoor vroeger kabels naar de grot gingen. Het betrof hier kabels voor de elektriciteitsvoorzie- 361 GEODESIA 1999-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 7