GEODESIA
1999-9
van vijf satellieten ongeveer veertien
minuten (statisch) moeten meten. Al
snel meldt zich de zesde satelliet en de
wachttijd wordt gereduceerd tot zeven
minuten. Het blijkt dat de 4800 zich
niet heeft vergist en hij meldt na onge
veer zeven minuten dat het punt is
gemeten. Ook kernnetpunt 629211 is
binnen zeven minuten gemeten, waar
voor de gegevens van zeven satellieten
worden gebruikt. Op naar het volgen
de punt 610379. In de stromende re
gen zet Rob de ontvanger op en ook
na ongeveer zeven minuten is dit punt
gemeten, evenals het laatste punt
610325. Dat de Trimble-apparatuur
niet alleen spatwaterdicht is, maar ook
bakken water aankan, is bij deze be
wezen. Handig voor productiebedrij
ven en voor de harde geodeten die zich
niet door wat hoosbuien naar kantoor
laten drijven! Communicatie tijdens
dit soort projecten is belangrijk. Peter
Bekkers meldt via de mobiele telefoon
dat zij de metingen buiten afronden
en de grotten ingaan voor de detail
meting.
Wij gaan weer naar de zuidoever van
het Albertkanaal om vervolgens de
punten 102, 103, 104 en 105 die we
's morgens 'kinematic' hebben inge
meten, nu volgens de 'static' methode
te meten. Beide methoden zijn vol
gens Rob even nauwkeurig, maar om
dat nu wordt aangesloten op de kern-
netpunten in RD ('s morgens hebben
we in een lokaal RD-net gemeten),
krijgen we toch 'betere' coördinaten.
De extra metingen op de kernnetpun-
ten zijn noodzakelijk omdat vooral
ook in Limburg relatief grote verschil-
vectoren worden geconstateerd tussen
de RD-coördinaten en de GPS-coör-
dinaten [1], De verschillen zijn aan de
randen van Nederland relatief groot
en kunnen oplopen tot ongeveer twee
decimeter. Bij elkaar zijn we toch on
geveer drie uur bezig geweest met het
meten van de vier kernnetpunten. De
meeste tijd daarvan is besteed aan het
reizen van punt naar punt. Bovendien
zijn de aanmeetschetsen van het Ka
daster niet allemaal zo duidelijk dat je
direct naar zo'n punt toe rijdt.
Na het meten van de punten aan het
kanaal gaan we terug naar de meet-
ploeg die inmiddels in de grotten be
zig is met de detailmeting en daarmee
al redelijk gevorderd is. Binnen in de grotten komen we in
een andere wereld. Buiten is het inmiddels aangenaam weer
geworden, het zonnetje komt er regelmatig door. Binnen
hangt een temperajuur die beduidend lager is dan buiten
en de relatieve vochtigheid is 95%. Samen met Peter Bek
kers en een grotmedewerker lopen we door de gangen naar
Laurens en Erik, die ongeveer halverwege zijn met hun me
tingen. De gegeveris van de tachymeter kunnen nog niet
rechtstreeks in het jveldboek worden ingelezen. Door een
instelfout communiceert de pencomputer niet met de ta
chymeter. Het hatidmatig inbrengen van de gegevens is
echter geen probleem.
Na het verwerken van de 'buitenme
tingen' kunnen ook de coördinaten
van punt 106 worden berekend en
vandaaruit de open polygoon, eerst tot
aan het waterwinstation en vervolgens
verder tot aan de gangdeur. Doordat
de metingen direct zichtbaar zijn op
het scherm, kunnen de landmeters
reeds 'onder voorbehoud' de uitspraak
doen dat het waterwinstation zich op
Belgisch grondgebied bevindt.
De klok geeft inmjddels al tegen zessen aan. De totale af
werking vergt toch jnog enige tijd en rond de klok van half
zeven kunnen we inpakken en wegwezen.
Even overleggen:
waar zitten we nu
precies
De meting van
één van de basis
punten aan het
Albertkanaal.
Rob besluit alvast te gaan 'post proces
sen'. Bij deze berekeningsmethode
worden alle metingen op de kernnet-
punten ingebracht. De GPS-coördina-
ten worden dan in verband gebracht
met de reeds bekende coördinaten van
de kernnetpunten. Hierdoor ontstaat
een referentievlak waarbinnen alle an
dere metingen kunnen worden doorgerekend. De land
meters komen na enige tijd weer terug bij de uitgang voor
de grotten. Zij weten te melden dat de grens tussen België
en Nederland in de Cannerberg nagenoeg over de ter plaat
se ingemeten gangcjeur loopt. Op zich lijkt dit wel logisch,
want de gang loopt) naar het Hollandse deel van de grotten.
Het pompstation zelf en het reinigingsbassin liggen echter
volgens de eerste resultaten geheel op Belgisch grondge
bied.
363