A
Waar daagt het in het oosten? (I
Over tijdzones en de datumgrens
Naast de discussie over de vraag of het
nieuwe millennium nu in 2000 of in
2001 begint, woedt er ook een hevige
discussie over waar op aarde als eerste
het nieuwe millennium begint. Aller
lei redeneringen zijn opgesteld, er zijn
trucs uitgehaald met berekeningen en
er is gegoocheld met tijdzones en de
datumgrens. Maar om dat gedoe goed
te kunnen bespreken, moeten we eerst
bekijken hoe dat nu eigenlijk zit met
tijdzones en met de datumgrens.
De tijdsaanduiding is tot in de 19e
eeuw overal een lokale aangelegenheid
geweest. De actieradius van mensen
was zo klein en de reissnelheid zo laag,
dat tijdsverschillen tussen verschillen
de plaatsen geen reëel probleem wa
ren. Door de groei van spoorwegnet
ten ontstond de noodzaak om één sys
teem van tijdsaanduiding te hanteren.
Dat gebeurde per land, maar het besef
groeide dat er ook een systematiek op
wereldschaal nodig was. Op de Inter
nationale Meridiaan Conferentie in
Washington in 1884, waaraan vijfen
twintig landen deelnamen, werd be
sloten om de meridiaan door Green
wich als nulmeridiaan te gaan hante
ren, en om de wereld in te delen in vie
rentwintig tijdzones van elk 15°
breedte. De conferentie stelde overi
gens expliciet vast dat het besluit 'geen
invloed zal hebben op het gebruik van
lokale of andere standaard tijd waar dat
gewenst is', met andere woorden: elk
land kan naar eigen goeddunken de
Ad van der
Meer,
redacteur.
lokale tijd vaststellen. Dat gebeurde (en gebeurt nog) veel
vuldig, wat blijkt uitj het grillige verloop van de tijdzone-
grenzen (fig. 1). Ook het instellen van de zomertijd door
afzonderlijke landen is daar een uiting van.
Fig. 1.
Gedeelte van de
tijdzonekaart van
de wereld (bron:
Bosatlas).
Datumgrens
De internationale datumgrens is een denkbeeldige lijn op
de aarde die twee opeenvolgende kalenderdata scheidt.
Zonder de datumgrens zouden reizigers die in oostelijke
richting reizen, bij thuiskomst merken dat het thuisfront
één dag minder had geturfd dan de reiziger zelf (zie kader);
dat overkwam Phileas Fogg in Jules Vemes boek 'Reis om
de wereld in 80 dagen'. En personen die de wereld in wes
telijke richting rondreizen, zouden bij thuiskomst ontdek
ken dat er één dag meer was verstreken dan zij zelf hadden
geteld. Dat was al geconstateerd door Magalhaes' expeditie
na hun reis rond de wereld in 1519-1522.
Vóór de 19e eeuw was echter het aantal rond-de-wereld-
reizigers minimaal. Men maakte retourreizen in oostelijke
Hoe win of verlies je een dag?
Stel dat een reiziger een wereldreis gaat maken en hij begint
in Greenwich. Hij reist in oostelijke richting en legt iedere
dag een afstand van 15° breedte af. Nemen we ook even aan
dat de aarde in standaard tijdzones is verdeeld. Dan zal de
reiziger elke dag een tijdzonegrens overschrijden, en moet hij
elke dag zijn horloge één uur vooruitzetten. Dat betekent dat
voor de reiziger elke dag slechts 23 uur lang is. In z'n dagboek
schrijft hij uiteraard keurig elke dag een nieuwe datum in. Na
24 reisdagen is de reiziger weer terug in Greenwich; voor hem
zijn er dus 24 kalenderdagen verstreken. Maar hij heeft in
werkelijkheid 24 x 23 uur gereisd; dat is ook de hoeveelheid
tijd die in Greenwich verstreken is, wat overeenkomt met 23
kalenderdagen. De
heeft.
Als de reiziger in wes
horloge een uur teruj
zijn. Zijn wereldreis
er verstrijkt in werke
rugkomst in Greenwi
zijn.
Daarom moet je bij
oostelijke richting 't
uur teruggezet. In we:
horloge wordt 24 uu
reiziger ontdekt dat hij een dag 'over'
telijke richting gaat, zal hij elke dag z'n
gzetten, waardoor zijn dagen 25 uur lang
duurt wederom 24 kalenderdagen, maar
ijkheid 24 x 25 uur waardoor hij bij te
ch ontdekt dat ze daar al een dag verder
iet overschrijden van de datumgrens in
ug naar gisteren'het horloge wordt 24
stelijke richting ga je 'naar morgen': het
vooruitgezet.
489
GEODESIA
1999-11