den begonnen, werden voltooid in 1928 en hebben geleid
tot het huidige net van de RD.
Bij het beëindigen van de Eerste Nauwkeurigheidswater
passing in 1888 droeg de Rijkscommissie haar taak over
aan de Algemene Dienst van de Rijkswaterstaat. Op dat
moment kwam de verantwoordelijkheid voor de hoogten
in Nederland voor het eerst bij de Rijkswaterstaat te liggen
en waren de twee referentiesystemen dus bij verschillende
instanties ondergebracht. Uit deze Algemene Dienst van de
Rijkswaterstaat is later de Meetkundige Dienst ontstaan,
die de verantwoordelijkheid heeft voor het Nederlandse
hoogtenet. In de praktijk gebeurt dit door de afdeling
NAP: het (laten) uitvoeren van waterpassingen, het bereke
nen ervan en het uiteindelijk publiceren van de nieuwe
hoogten.
Publicaties in de loop der tijd
Aan de wijze van publiceren is de stand van de actuele tech
niek te zien. Aanvankelijk is men in het begin van deze
eeuw begonnen met publicaties in boekvorm, waarvan na
een eerste uitgave enkele malen een aanvulling uitgegeven
werd.
Door ervaringen van gebruikers bleek al snel dat de RD-
punten onderhevig waren aan veranderingen en die moes
ten ook weer worden gepubliceerd. De uitgave van een
boek blijkt dan voor degene die verantwoordelijk is voor
verspreiding van referentiegegevens niet erg handig. Het
betekende de overgang van een publicatie in boekvorm
naar een kaartsysteem, waarbij de gegevens van elk RD-
punt op een afzonderlijke kaart stonden. Voor een weerga
ve van de ligging van de punten werd tevens een atlas op
schaal 1 100.000 van de Topografische Dienst (TDN)
voorzien van RD-punten en gepubliceerd (fig. 2). In dit
systeem waren de RD-punten gerubriceerd met een ge
meentenaam en een volgnummer. Dat was een arbeidsin
tensieve bijhouding, omdat in de loop der jaren nogal wat
gemeentegrenzen wijzigden en ook gemeenten zijn samen
gevoegd.
Fig 1.
Opening van
rdnap. nl.
Rond 1970 is men overgestapt van een
kaartsysteem naar een losbladig Ad-
formulier. Aanvankelijk stonden hier
meerdere punten op, maar dat was
weer inefficiënt voor de publicatie.
Wanneer immers maar één punt wij
zigde, betekende dit wel een nieuwe
lijst voor alle punten die daarop ston
den. Vrij kort daarna stapte men daar
om over op een losbladig systeem met
één punt per A4-formulier (fig. 3).
Tegelijkertijd met de overstap naar de
publicatie op een A4-formulier is de
rubricering ingevoerd per 1 50.000
blad van de TDN met een volgnum
mer voor het RD-punt; een stabielere
indeling dan gemeentegrenzen en nog
steeds de toegepaste manier voor het
nummeren van RD-punten. De daar
opvolgende losse kaarten werden aan
vankelijk allemaal afzonderlijk getypt
en later door middel van (nat) foto
kopiëren vermenigvuldigd. De Ad-
formulieren werden getypt en op een
moderne wijze gekopieerd. Het plaat
sen van een afbeelding op die formu
lieren gebeurde nog wel 'ambachtelijk'
met schaar en plaksel.
Automatisering
Omdat computers hun intrede maak
ten, gebeurde het beheer van de publi
catie meer en meer digitaal; eerst in zo
genaamde 'platte tekstfiles' en sinds
midden jaren '90 in een relationele da
tabase. De performance bij het presen
teren van gegevens uit die database
was niet bepaald flitsend en omdat er
kennis ontstond over het HTML-for-
maat, schakelde de RD daarop over
voor de presentatie van de gegevens;
eerst alleen voor intern gebruik, maar
na raadpleging en specifieke vragen
van klanten ook extern. Het publica
tiemedium werd nu diskette en cd-
rom, naast of in plaats van het Ad-for
mulier. De Web-style guide - die bij
het Kadaster de huisstijl beschrijft -
met bijbehorende sjablonen zorgt voor
een fraaie lay-out van die publicatie.
Internet
Door de overgang naar het HTML-
formaat kwam internet wel erg na
drukkelijk in beeld als nieuw publica
tiemedium. Ook klanten gaven wen
sen in die richting aan, zoals bleek uit
een onderzoek dat de RD in 1997 uit
voerde. Waren het aanvankelijk alleen
grote landelijke gebruikers van RD-
464
I999-"
GEODESIA
RD-publicatie