Henk Jongbloed, bestuurslid Stichting Geodesia
danks haar onmiskenbare Utrechtse
komaf is er als toehoorder echter geen lol
aan haar uitspraken te beleven. 'We' zijn
in haar ogen onopvallend, gemakkelijk,
niet kieskeurig en aardig. Geen uitschie
ters dus. Vooral die eerste karakteristie
ken stroken niet met het beeld dat we
graag van onszelf willen schetsen naar
de buitenwereld, maar Stien duldt geen
tegenspraak. Het zegt wat haar betreft al
genoeg wanneer de chef op een drukke
j zaterdagavond verzucht: "Zat de zaak
maar vol met landmeters!" En ze doet
j haar best om er verandering in te bren
gen, want ze stelt elke keer een ander
menu samen, maar tot nu toe heeft dat
niet tot verandering van de houding van
de geodeten geleid. En variëren in menu
kan ze, want vanaf het begin heeft ze bij-
gehouden wat 'de landmeters' hebben
gegeten. Het gaat soms zelfs zo ver, dat
j ze bij twee vergaderingen kort na elkaar
in mei en juni, daags voor de tweede
bijeenkomst informeert of het bezwaar
lijk is nogmaals aspergegerechten op te
dienen.
Deze simpele vraag kan met een
volmondig 'ja' worden beant
woord. Nu is het natuurlijk onge
past om met volle mond te reageren, ter
wijl in onze wereld een antwoord altijd
moet worden onderbouwd. Welnu, toen
ik bovenstaande vraag stelde aan een cu
linair deskundige bij uitstek, mevrouw
Rozina de Bruin, kreeg ik het positieve
antwoord onomwonden. Voor de lezers
die hun kookwetenswaardigheden van
grootheden als Cas Spijkers en de broers
Fagel opdoen, zegt u de naam van mijn
expert niets. Maar als ik aangeef dat haar
roepnaam Stien is, zal menigeen moeten
erkennen dat zij een redelijk deel van de
Nederlandse geodeten kent. In ieder ge
val hun eetgedrag.
Stien is sinds 1980 werkzaam in
'Chez Jacqueline', de oudste nog bestaan
de bistro in Utrecht. Eerst als medewerk
ster en sinds 1 januari 1982 als eigenares
se, samen met haar man Kees, dochter
Carolien en schoonzoon Frans. Zij kan
zich niet anders herinneren dan dat de
'landmeters' vanaf begin tachtiger jaren
ook regelmatig in haar bistro komen
eten. Met de 'landmeters' worden in dit
geval vooral de bestuursleden van de hui
dige Stichting Geodesia bedoeld, die ge
dwongen door de statuten vergaderen in
Utrecht en na afloop van hun vergaderin
gen steevast het haardvuur in de Korte
Koestraat opzoeken voor het aperitief en
vervolgens in de bijna huiselijke om
geving aan tafel gaan. Van de oorspron
kelijke bistro zijn de slakken en houten
planken verdwenen, maar de sfeer is er
nog. En wat Stien betreft verandert dat
niet. Zij is duidelijk geen voorstandster
van het eetcafé met zijn gooi- en smijt
werk, of de onpersoonlijke restaurants
die meer op omzet dan op klantvriende
lijkheid gericht zijn. Nee, als vrije onder
neming, onafhankelijk van horecavereni-
gingen en brouwerijen, gaat het de 'v.o.f.
Chez Jacqueline' voor de wind. Een verge
lijkbaar restaurant is in Utrecht dan ook
niet te vinden.
Treffend in haar analyse was wel de
opmerking dat wij als overwegend man-
nengezelschap meestal vergezeld zijn
door een gemakkelijke dame. Want de
ervaring van Stien is dat de meeste pro
blemen over het al dan niet accepteren
van een menuvoorstel ontstaan in gezel
schappen waarin zich meerdere dames
bevinden. Wat haar betreft gaan 'de land
meters' na de jaarwisseling gewoon op
dezelfde voet verder. Alleen een jaartje
ouder. Want Stien vindt het goed eten
met geodeten, ook al spreekt ze steevast
van 'landmeters'.
Nu ze bijna twintig jaar landmeters
over de vloer heeft gehad, kan ze zich
een goed beeld van hen vormen. On-
Is het goed eten
met geodeten?
Stien met dochter Carolien.
Stien serveert bestuurs- en redactieassistente Ineke
Scherpenzeel ('de gemakkelijke dame') met veel
plezier.
geodesia 1999-11