Irwin van Hunen, redacteur INTERVIEW MET IR. ABE RENEMA, GEMEENTE 'S-HERTOGENBOSCH "Over duizend jaar bestaat de noodzaak om de plaats van dingen vast te leggen nog steeds, er wordt tenslotte al zo'n 8000 jaar gemeten". Dit is de enige stellige uitspraak over de lange-termijn- toekomst van de geodesie, die ir. Abe Renema, directeur sector Stadsbedrijven van de gemeente 's-Hertogenbosch, wil doen. Hij vindt het al ver om tien jaar vooruit te kijken. Tenslotte verandert alles snel en vindt hij dat je je toekomst verwachtingen moeilijk aan andere dingen kunt relateren dan aan je eigen, persoonlijke, ervaringen en enige extrapolatie daarvan. Zijn positie als sectordirecteur om schrijft hij als "op het scharnier punt van enerzijds beleid en poli tiek en anderzijds de technische produc tie". Eén van de vakgebieden binnen zijn sector is landmeten en vastgoedinforma tie, maar zijn ervaring met het vak gaat terug tot zijn opleiding tot civiel-inge- nieur. Diepe indruk maakte toen de pre cieze en detaillistische manier waarop de landmeetkundigen te werk gingen, voor al omdat zijn eigen karakter veel glo baler is. Zijn leermeesters, zo is hem al tijd bijgebleven, hadden veel liefde en fanatisme voor hun vak. En vaag kan hij zich nog herinneren dat hij voorwaartse en achterwaartse insnijdingen moest be rekenen, "en dat soort dingen". "De kern van de landmeter is dat hij iets doet wat niemand snapt of kan con troleren, hij werkt met ongrijpbare za ken. Vertrouwen in de geodeet is dan ook essentieel, vertrouwen in zijn precisie en zijn integriteit", vindt Renema. "Hier mee krijgt de landmeter bijna een pries terlijke, sacrale uitstraling", zo gaat hij verder, "hij legt het eigendom voor ons vast, en het gaat daarbij om grote econo mische belangen". Overigens is dit haast onaantastbare vertrouwen in de landme ter niet altijd terug te vinden in waarde ring voor het vakgebied of in de salari ëring van de landmeter. Hij heeft in zijn carrière een aantal veranderingen in het vakgebied waarge nomen. Zo zijn de meetploegen kleiner geworden, is het vak enorm geautomati seerd, is het instrumentarium veel beter geworden en is de hoger opgeleide land meter van buiten naar binnen gegaan. Liep vroeger de hts-landmeter te meten voor de civieltechnische mts-opzichter, tegenwoordig heeft ook de buiten-land- meter een middelbare vakopleiding. In de toekomst verwacht Renema dat een deel van het werk van de huidige landmeters ook door anderen zal worden gedaan. De plaats van zalen vol reke naars is al ingenomen door een paar computers. De vakkennis van een grote groep landmeters is door een paar heel slimme geodeten in software gestopt, daarmee hun beroepsgenoten werkeloos makend, zo lijkt het. De moderne meet apparatuur is zo geavanceerd, dat ook niet-landmeters denken er goed mee te kunnen meten. "Het routinewerk gaat deels naar anderen, maar het gespeciali seerde deel blijft werk van en voor de geodeet", is zijn overtuiging. Op deze ma nier is de kring van mensen die zich be zighoudt met het meten - en alles wat daarmee samenhangt - groter. De kring van mensen waar zich vragen voordoen Verdieping 1 Fin. management Info. management Landmeten Gebouwenbeheer De landmeter als priester van de ongrijpbare lijn GEODESIA 1999-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 14