De jaren '80: op weg van analoog naar digitaal
Niemand snapt wat
ze doen, maar ze doen het
wel altijd heel precies
die ze zelf niet kunnen beantwoorden,
vergroot zich dus ook. Dit levert voor de
'echte' geodeten eerder meer dan minder
werk op. Voor zijn eigen sector vindt hij
het daarom belangrijk om landmeetkun
dig werk op voldoende schaal te blijven
doen, zodat het vakgebied met voldoen
de kwaliteit als zelfstandige organisatori
sche eenheid kan blijven bestaan.
Renema zegt: "Alles wat technisch
kan, wordt ook gerealiseerd. Door de in
voering van CAD kunnen makkelijk aller
lei kromme en ronde gebouwen en vor
men worden ontworpen. Dit leidt dan
weer tot meer werk voor landmeters, die
de gespecialiseerde maatvoering in de
gaten moeten houden". Ook worden de
eisen die we aan informatie stellen,
steeds hoger. Hij spreekt hierbij over de
"vanzelfsprekende verwachtingen die
burgers hebben van de kwaliteit van de
gemeentelijke informatie". En voor de
geo-informatie moet de geodeet maar
zorgen dat die kwaliteit wordt gereali
seerd. Omdat de burger de gemeente
direct aanspreekt op die kwaliteit, ver
wacht Renema ook niet dat landmeet
kundig werk op grote schaal buiten de
gemeente zal worden geplaatst. Uitvoe
ring van het werk is tenslotte niets
anders dan geoperationaliseerd beleid,
en juist deze vorm van beleid 'ziet' de
burger - letterlijk. En onder druk van
diezelfde burger heeft de politiek weer
meer oog voor de uitvoering. De trend
om aan outsourcing te doen wordt dan
ook bijgebogen, denkt hij. Het afbreuk
risico dat de gemeente of de politiek hier-
|mee loopt, is namelijk veel te groot.
Zorg dat je meer aan
dacht voor je vakgebied
krijgt, anders weet
niemand dat je bestaat en
waarom je bestaat.
Tenslotte spreekt hij nog de volgende
waarschuwende woorden uit: "De land-
I meter valt pas op als het fout gaat, verder
wordt hij voor vanzelfsprekend aange
nomen. Zorg dat je meer aandacht voor
je vakgebied krijgt en communiceer daar
goed over, anders weet niemand dat
je bestaat en waarom je bestaat. En dat
is een riskante positie voor je vakgebied".
HET VAKGEBIED DOOR DE JAREN HEEN (3)
Het volgende decennium, de tachti
ger jaren, wordt vooral gekarakte
riseerd door het intensiever toepassen
van automatisering in alle geledingen
van ons vak. De digitale vernieuwing
slaat nu echt toe!
Het is de tijd van de opkomst van de
zelfregistrerende tachymeters en de
CAD-systemen. De eerste voorzichtige
schreden worden gezet op het pad van
het vervangen van de tekenpen door de
cursor of muis en de daarmee onvermij
delijk verbonden analoog-digitaal con
versie. Het geautomatiseerd inwinnen
van metingen wint 'terrein' en het ver
werken tot coördinaten, inclusief het
bijwerken van en inpassen in de kaart,
raakt in zwang. Voortaan lijkt alles di
gitaal te moeten. Voor velen nog slechts
een aarzelende start, zoals blijkt uit de
lange periode dat de kadastrale land
meters erover hebben gedaan alvorens
ze hun systeem detailmeting in de tach
tiger jaren algemeen zijn gaan toepas
sen. Het heette toch niet voor niets SD
'76?
Gaandeweg komen we erachter
welke enorme kosten er gemoeid zijn
met de conversie van een volledig ana
loge situatie naar het digitale tijdperk.
Maar de voordelen kennen we inmid
dels ook en de digitale kartografische
en terrestrische technieken zijn nu niet
jmeer weg te denken uit onze werkpro
cessen. In de titels van de artikelen vin-
|den we nu dan ook vaak termen als in
formatiesystemen, digitalisering, karto
grafische data-uitwisseling, formele
datamodellering, ruimtelijke gegevens
structuren, LKI-hoofdbestand, 3D-ter-
'reinmodellen, geo-informatie, vast-
Igoedinformatievoorziening, topologie,
[enzovoort. Zowel het Kadaster, de MD
gis de grotere en, soms verrassend, en
kele kleinere gemeenten maken een be
gin met de ontwikkeling van hun vast-
goedinformatiesystemen.
Het is ook goed te merken dat vanaf
1980 meer wetenschappelijk getinte ar
tikelen worden gepubliceerd, waar
schijnlijk doordat een groot deel van de
auteurs die gewend waren in NGT te
publiceren, nu NGT Geodesia als plat
form kiezen.
(lees verder op p. 525)
2S< )uigang no 9 - Mpwmtw 1983
nederlands geodetisch tijdschrift
GEODESIA 1999-12