Niet weten hoe ver wij op zee kunnen zien Discussies en identiteitscrisis Geodesia HET VAKGEBIED DOOR DE JAREN HEEN (6) "Zijn er niet nog minder zee-officieren, jongeheer!" her vatte mevrouw Van Eyl, "die de bedachtzaamheid, over hunne lippen de wacht doen houden? Eén kruistogt schijnt niet voldoende, om hun dit te leeren". "Ik bid u, Mevrouw! ge zoudt toch niet wenschen, dat ik een grijzen baard kreeg? Maar buitendien ziet ge meer in mijne woorden, dan ik er mede bedoelde. Mij hindert waar lijk die schittering der zonnestralen niet; ik kon uit de ha ven van Rhodus de piramiden aan den Nijl onderscheiden". "Onmogelijk!" riep Willem Hofstee. "Onmogelijk?" herhaalde Floris, en het was kluchtig te zien hoe hij in gemaakte drift de hand aan het gevest van ch' zijnen ponjaard sloe heer! - vergeef mij waren titel niet - hoe ren zien?" "Onders* want toen ik den Florence gekocht h; naald, den eenen vo; pikken, en maakte ik wind in Egypte was" Zie <www.d g: "maar gij zijt een landmeter, Mijn- zoo ik u niet juist doop; ik ken uwen zoudt gij weten, hoe ver wij op zee lee- leiden" zeide ik, en zeide te weinig; tooneelkijker te hulp nam, dien ik te kon ik, op den top van de grootste igel Isis den anderen de oogen zien uit- uit het waaijen der vederen op, hoe de Uit Het togtje naar Ter Ledestein van E.J. Potgieter (1808-1875). ;.nl/~ljcoster/potgieter/ledestein.html> Zoals u wellicht nog weet, komt er begin jaren negentig aarzelend een dialoog op gang tussen de NVK en Geo- desia, en meer in het bijzonder tussen de redacties van het Kartografisch Tijd schrift en Geodesia. Zoeken naar sa menwerking was het motto. De vroeger altijd aanwezig lijkende 'concurrentie' tussen landmeters en kartografen leek even vergeten. Misschien moeten we wel fuseren 0111 één krachtig front te vormen in het nieuwe GIS-tijdperk. Een enquête onder beide groeperingen moet uitsluitsel geven. De uitslag is echter niet zodanig dat er van een meer innige samenwerking of zelfs samen gaan sprake kan zijn. Wel wordt geza menlijk een nieuwe lay-out voor beide tijdschriften bepaald. Uiteindelijk mondt dit in januari 1995 uit tot het uitbrengen van één gezamenlijk num mer. Helaas blijft het daarbij, alhoewel vooralsnog de nieuwe lay-out wel door beide tijdschriften blijft gehandhaafd. Ook in 1995 start de discussie rond het Nationaal Geodetisch Plan (NGP), waarbij de vraag moet worden beant woord waar het met de geodesie in de toekomst heen moet. In ieder geval een onderwerp dat tot veel polemiek heeft geleid getuige de vele bijdragen en reacties. De 'geometer' en de 'geo-infor- maticus' doen hun intrede in het geo detisch wereldje. Als je de ontwikkelingen van de af gelopen halve eeuw uit de naamgeving van oude en nieuwe vakgebieden zou moeten afleiden, zitten we inderdaad in een roerig en actief wereldje. Vooral het laatste decennium lijken we in een identiteitscrisis te zijn beland. Was het voordien eenvoudig met de naamge- ving zoals landmeetkunde, kartografie, en met voor slechts enkele beoefenaren het wetenschappelijker klinkende geo desie, in de negentiger jaren breekt de discussie pas goed los. Er werd een po ging ondernomen om met één bena ming te komen: landmeetkunde en landmeter werden omgetoverd in geo desie en geodeet. Vooral toch om meer bekendheid aan ons vak te kunnen ge ven? Ik vermoed dat wat dat betreft de oude benamingen bij het grote publiek toch iets beter zullen blijven aanslaan. Treffend geïllustreerd door het volgen de: op een zaterdagochtend afgelopen mei hoorde ik collega Peter Meken- kamp op de radio over het Maastrichtse Kartografie-congres vertellen. Op de vraag wat zijn beroep was, zei hij na tuurlijk 'geodeet'. Toen het lichtje bij de verslaggeefster niet ging branden, voegde hij daar direct aan toe dat dat eigenlijk landmeter was. Toen snapte ze het weer. Getuige de huidige in stroom aan jongeren of eigenlijk het in zakken daarvan, met name in de mbo- opleidingen, mag het effect van zo'n naamsverandering wellicht niet wor den onderschat. Vervolgens, of parallel daaraan, constateren we de grote invloed, die de automatisering - tegenwoordig beter: de informatisering of IT, laatstelijk ook alweer omgedoopt tot ICT - op ons vak heeft gehad en uiteraard nog heeft. Ook de stichting en het tijdschrift heb ben hieraan hun steentje bijgedragen: op de voorpagina van ons blad prijkt sinds enkele jaren het opschrift 'Geo desia: tijdschrift voor geodesie en geo- informatie'. (lees verder op p. 539) sc>v»FT vo°» cf0o GEODESIA 1999-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 27