Studeren in de jaren '50
Prof. ir. J. E. Alberda
Op 12 september 1999 was het vijf
tigjaar geleden dat ik op de trein
stapte om in Delft Geodesie te
gaan studeren. Onlangs vond ik tussen
een rij met de hand geschreven oude col
legedictaten mijn kasboek dat ik tot eind
1951 heb bijgehouden. De eerste boeking
luidt: 12 sept. reis Oss-Delft 4Twee
maanden tevoren was ik gedemobili
seerd na meer dan vier jaar militaire
dienst. Op mijn aanvraag en na een test
kreeg ik een renteloos studievoorschot
vanaf 1.400,- per jaar, waar direct al
325,- collegegeld en 10,- inschrijf
geld afgingen en later 60,- examen
geld. Van mijn soldij had ik ongeveer
600,- gespaard en ik kreeg later wel-
ste drie rijen ging zitten. Je moest dan
wel met je nek op de rugleuning onder
uit gaan liggen om het sterk verkorte
beeld te zien. Veel studenten deden dat,
het was de nekkramprang.
De maand daarvoor was ik al in Delft
geweest om een kamer te zoeken, gehol
pen door een oudere vriend die bijna was
afgestudeerd als civiel-ingenieur. Via de
kamerlijst bij Waltman vonden we na en
kele andere mogelij kheden een kamer
op de Molslaan waar ik tot februari 1951
heb gewoond. Ik was er in de kost en be
taalde 90,- per maand. Een badkamer
was er niet: ik ging naar een badhuis op
het Achterom waar je voor een kwartje
eens een tientje van mijn broers, maar
erg royaal kon je er niet van leven, van
daar dat ik het verstandig vond dat kas
boek aan te leggen (de controle om de
paar weken klopte natuurlijk nooit, maar
mijn tekorten waren niet zorgwekkend).
Als je de prijzen van mijn aanschaffingen
ziet, blijkt dat mijn financiële toestand
niet zo zielig was als het misschien lijkt.
Een pakje pijptabak kostte 65 cent, een
haring op de markt 25 cent, het leerboek
der Landmeetkunde van Schermerhorn
en Van Steenis (gebonden 553 bladzijden)
13,90. Naar de film kon je voor 65 cent,
tenzij je voor 50 cent op één van de voor
een douche kon nemen. De kapper kostte
65 cent. De kolen voor mijn kacheltje
moest ik zelf betalen; op 11 oktober sloeg
ik een voorraadje in voor 26,-. Aan
het eind van de middag thuisgekomen
van instructie of practicum maakte ik de
kachel aan met een krant en wat houtjes.
Dit tijdsbeeld zal ouderen bekend
voorkomen, het was allemaal heel nor
maal. Toen wij als eerstejaars in het oude
gebouw voor Geodesie werden ontvan
gen met een toespraak van lector Haas
broek, zei deze dat wij bevoorrecht wa
ren dat wij konden gaan studeren. Zo
voelde ik het ook. Een en ander kleurde
wel mijn visie op de latere royale studie
financiering, het daaropvolgende kron
kelende beleid van beknotting en de bij
behorende protesten.
Bij dit tijdsbeeld hoort ook dat mijn
hospita begin 1951 aankondigde: "Wij
houden op met heren houden, want wij
krijgen nou van Drees". Zij en haar man
'waren toen 80 jaar. Ik moest een andere
kamer zoeken en vond die op het Dui-
jvelsgat, een complex van voor bewoning
geschikt gemaakte legerbarakken bij de
sluis in de Tweemolentjesvaart. Ik heb
Idaar tot mijn afstuderen in 1954 heel ple
zierig gewoond. De kamer kostte 35,-
jper maand. Wij hadden een kookploeg
Ivan een man of twaalf die bij toerbeurt
kookte, het kostte je een middag. De
maaltijd bestond typisch uit een pond
aardappels, of het equivalent in rijst of
macaroni, een half pond groente en een
:ons vlees. De prijs was modaal 65 cent. Ik
kreeg een keer protesten toen de omslag
pitkwam op 74 cent per persoon. Ik
[merkte dat er jongens waren, die veel
minder hadden te besteden dan ik. Eén
Rroeg er weieens hem geen vlees te ge-
ten, dat scheelde ongeveer de helft. In-
piddels was in Delft het eerste Chinese
Restaurant gekomen, aan de Hippolytus-
buurt. Ik ging er weieens eten voor be
dragen variërend van ƒ1,- tot 1,50.
Ifoen ik mijn P2 had gehaald, vroeg ik
een studiebeurs aan in overleg met lector
Rlaasbroek die als studentendecaan
avant la lettre voor de studenten zorgde.
Riet lukte: de volgende drie jaar kreeg ik
If 1.500,- per jaar. In mijn kasboek is te
zien dat de prijzen geleidelijk stegen. Er
Jcwamen in de latere jaren ook hogere
kosten, onder andere door reizen voor
stages in het buitenland. Maar na vier
jaar hoefde je geen collegegeld meer te
betalen.
Na mijn afstuderen diende ik bij de
Minister van Onderwijs een verzoek in
pm kwijtschelding van de voorschotten
ilie ik had genoten. Dat moest op geze
geld papier, bij een notaris aangeschaft.
Ook dit lukte. Mijn vrouw en ik waren de
Üag van mijn afstuderen getrouwd. Een
paar weken later vertrokken we naar
doorwegen, vrijwel zonder geld. Op een
Schoen en een slof, maar zonder schul
den.
Het oude Geodesie-gebouw te Delft.
GEODESIA 1999-12