uniformeren. De opwaardering van de GBKN-inhoud naar een objectgerichte structuur leek een goede oplossing voor deze behoeften. In een onderzoeks project ('OOG', 1996-1998) bleek echter dat dit toch een stap te ver was. De nuts bedrijven en het Kadaster zagen welis waar enkele voordelen, maar waren niet bereid om er een substantiële bijdrage aan te leveren; en de gemeenten waren onderling verdeeld. Daarop beperkte het LSV, vanaf 1999 onder ir. K. Melle, zijn doelen tot uniformering en structure ring. Als dat klaar was, zou men wel weer verder zien. Het LSV werd voorts lande lijk 'loket' voor de bovenregionale GBKN- afnemers en richtte een databank in waarin alle GBKN-bestanden werden op genomen. Bedreigingen Ondertussen waren er echter ontwik kelingen aan de gang die de hele samen werking rond de GBKN, maar ook de GBKN zelf, begonnen te bedreigen. De fu siegolf van de nutsbedrijven, die al vanaf de jaren '80 van de vorige eeuw in volle gang was, bereikte in de jaren na 2000 zijn hoogtepunt, en er bleven nog maar een handjevol energie-, CAI- en waterlei dingbedrijven over. Bovendien raakten de meeste in buitenlandse handen. De 'oude garde' binnen de bedrijven, die de GBKN had helpen opbouwen, verdween, en hun plaats werd ingenomen door ac countants - deels op hoofdkantoren in Parijs, Denver en Essen. De GBKN werd daarmee een simpele kosten/baten-post, die vooral niet uitgebreider (en dus duur der) mocht worden dan hij was. Een ern stige tegenslag voor de landelijke GBKN was het besluit in 2002 van het Franse energiebedrijf EDF (dat de energiebedrij ven in Zuid-Nederland had opgekocht) dat zij niet wilden meebetalen aan de aanpassing van de Brabantse GBKN aan de landelijke specificaties. Het EDF had voldoende aan de bestaande nietjeskaart in combinatie met het landelijke adres- coördinatenbestand. Ook KPN-Telecom (de opvolger van PTT) zag geen heil meer in verdere structurering van de GBKN's. Hun werkwijze met rasterbestanden van beheerkaarten, die in 1999 was inge voerd, voldeed aan de behoeften van het bedrijf. Het LSV-project tot structurering en uniformering liep hiermee stevige klappen op. Hoog tempo Omdat er nu duidelijke afspraken waren, en er genoeg geld was, nam de GBKN-productie vanaf 1992 een hoge vlucht. In krap tien jaar kwam de GBKN voor heel Nederland beschikbaar. In die periode werden ook nog de al eerder ana loog vervaardigde GBKN's digitaal ge maakt. De razendsnelle ontwikkelingen in de automatisering, en op het gebied van de fotogrammetrische inwinning en verwerking versnelden niet alleen de aanmaak van GBKN's, maar zorgden er ook voor dat dit uiteindelijk minder geld kostte dan aanvankelijk was geraamd. In juni 2001 werd de oplevering van de laatste GBKN uitgebreid gevierd. Rond 1995 rees de behoefte aan een kwalitatief verbeterde en opgewaardeer de GBKN, vooral door de sterke opkomst van GIS. De bestaande vectorproducten waren ongestructureerd en telden tal van kleine grafische foutjes; ze moesten dus worden herzien om effectief in een GIS te kunnen worden gebruikt. Boven dien was het wenselijk om de inhoud van de verschillende regio-GBKN's te gaan gelaten. Op landelijk niveau werd deze nieuwe samenwerking in november 1992 bekrachtigd met een convenant tussen de koepels van nutsbedrijven, gemeen ten en waterschappen, het Kadaster en het toenmalige telefoonbedrijf PTT. Het toen opgerichte Landelijk Samenwer kingsverband (LSV), met ir. H. van der Klei als directeur, had als eerste prioriteit het stimuleren van samenwerkingsver banden waar ze nog niet waren; het kreeg daarvoor ook een geldbedrag van het Rijk. De 'zelfregistrerende gemeente' werd uitgevonden: gemeenten die hun eigen grootschalige kaart wilden blijven beheren, maar wel bereid waren om het 'GBKN-deel' van hun kaart aan het regio naal samenwerkingsverband te leveren. De grote afnemers hoefden dan niet bij alle gemeenten afzonderlijk langs. Over al in Nederland lukte het om regionale samenwerking van de grond te krijgen, behalve in het grootste deel van Zuid- Holland, waar de gemeenten om de een of andere reden zo huiverig bleken voor samenwerking, dat ze daar - ondanks grote druk - toen niet, en ook later niet, toe te bewegen waren; ze hielden het liever allemaal zelf in de hand.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 37