NCG Kwartaalbericht Nederlandse Commissie voor Geodesie Onderzoeksagenda voor de volgende eeuw Subcommissie Geo-Informatie Modellen De Subcommissie Geo-Informatie Mo dellen van de Nederlandse Commissie voor Geodesie (NCG) fungeert sinds 1989 als platform voor het afstemmen, coördi neren en initiëren van onderzoek op het gebied van geo-informatie. Tevens tracht de Subcommissie problemen en vragen op dit gebied te identificeren, te beschrij ven en zo mogelijk op te lossen. De Sub commissie beperkt zich tot die aspecten van de geo-informatie die passen binnen het werkveld van de NCG en zij richt zich hierbij op de conceptuele aspecten van de modellering van ruimtelijke gege vens. Samenstelling Subcommissie In de Subcommissie werken nu twaalf wetenschappers en specialisten van universiteiten, onderzoeksinstellin gen en overheidsdiensten samen. De Sub commissie bestaat uit: prof. dr. ir. M. Mo lenaar (voorzitter, ITC), prof. dr. ir. A. K. Bregt (secretaris, Wageningen UR, Cen trum voor Geo-informatie), prof. ir. H. J. G. L. Aalders (Afdeling Geodesie TU Delft), ir. R. Dood (Meetkundige Dienst RWS), ir. L. Heres (Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS), ir. E. Kolk (Topografi sche Dienst), dr. M. J. van Kreveld (Facul teit Wiskunde en Informatica UU), ir. M. P. Moolenaar (Kadaster), dr. ir. P. J. M. van Oosterom (Kadaster), prof. dr. F. J. Orme- ling (Faculteit Ruimtelijke Wetenschap pen UU), drs. I. Ritsema N1TG-TNO) en ing. M. P. J. van de Ven (Provincie Gelder land). De taken van de Subcommissie worden uitgevoerd door het houden van vergaderingen en het organiseren van studiedagen. Tijdens studiedagen wordt uitvoerig aandacht besteed aan een be paald vraagstuk, waarbij ook deskundi gen van buiten de Subcommissie worden uitgenodigd. Aanleiding onderzoeksplan Binnen de Subcommissie is de be hoefte ontstaan om een perspectief te schetsen van het werkgebied met als doel bepaalde ontwikkelingen in de geo-infor matie meer gericht te kunnen sturen. De Subcommissie heeft hiertoe zeven the ma's geformuleerd, die een kader vor men voor discussie en waarbinnen on derzoeksvragen en onderzoeksprojecten geplaatst en getoetst kunnen worden. Deze thema's zijn: (1) modelleren van de spatio-temporele werkelijkheid, (2) spa- tio-temporele algoritmen, (3) mutaties van databases en databaseconsistentie, (4) meerschalige spatio-temporele data, (5) kwaliteit van spatio-temporele data en de modellering van onzekerheid, (6) visu alisatie en gebruik van geo-informatie en (7) geo-informatie infrastructuur en in teroperabiliteit. Hierna wordt per thema een zeer beknopte samenvatting gepre senteerd. Het volledige plan is gepubli ceerd op internet (www.ncg.lcnaw.nl) en te verkrijgen bij de NCG. Thema's voor onderzoek Thema 1. Modelleren van de spatio-tem porele werkelijkheid Onderzoek in dit thema richt zich op het formuleren van (data)modellen voor de representatie van deze spatio-tempo rele systemen. Op dit moment worden de aspecten van de systemen uit de werke lijkheid (met hun gegevens en processen) in de praktijk veelal separaat bestudeerd, ofwel het ruimte-, het eigenschap- of het tijdsaspect. Het lijkt theoretisch mogelijk te zijn een meer omvattende vastlegging van dynamische systemen te maken door gebruik te maken van 4D (of nD) topo- logieën om de informatie te ordenen. \Thema 2. Spatio-temporele algoritmen Data met zowel een plaats als een moment of periode in de tijd wordt wel spatio-temporele data genoemd. Terwijl klgoritmen voor ruimtelijke data en tij d- teelcsen al jaren worden bestudeerd, £taat het onderzoek naar algoritmen yoor spatio-temporele data nog in de kin derschoenen. Onderzoek in dit thema richt zich op spatio-temporele uitbreidin gen van gewone ruimtelijke algoritmen. Hierbij dient vooral aandacht te worden leesteed aan het ontwikkelen van effi ciënte algoritmen. Deze algoritmen die pen in eerste instantie om met spatio- tlemporele data te kunnen omgaan, ener zijds voor opslag en ontsluiting en anderzijds bewerking van representaties yan data. fhema 3. Mutaties van databases en data- iiaseconsistentie Nu steeds meer verzamelingen van geo-informatie digitaal beschikbaar zijn, vyordt de bijhouding het belangrijkste geo-informatieproductieprocesGrofweg zjjn er twee bijhoudingsvarianten denk baar: de eerste is het periodiek opnieuw inwinnen van alle gegevens (en de oude gegevens vergeten) en de tweede is het continu traceren en verwerken van ver anderingen op entiteitniveau. Met name op de tweede variant is onderzoek nodig. Thema 4. Meerschalige spatio-temporele data Onderzoek in dit thema richt zich op geautomatiseerde generalisatie, zowel hyt ontwikkelen van efficiënte algorit- njen voor generalisatie als de generalisa tie voor specifieke dataverzamelingen (bijvoorbeeld GKBN en de ToplOvector). A 0 1 Km GEODESIA 1999-12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 45