Ruige kroegen, mooie meiden en echte landmeters INTERVIEW MET ING. JOHN W. KOOPMANS, DIRECTEUR INTERGEO De liefde voor het vak straalt je tegemoet als je hem spreekt: John Koopmans, directeur van het landmeetkundig bureau Intergeo. In cijfers: 60 jaar oud, 40 jaar in het vak en 20 jaar in het landmeetkundig onderwijs. Een echte landmeter uit een echte landmetersfamilie: zijn vader was bureauchef bij het Kadaster en droeg jarenlang bij aan het vullen van de kolommen van Geodesia en haar voorgangers, en zijn zoon staat klaar om het bedrijf zo langzamerhand over te nemen. In zijn jeugd bestond de wereld uit landmeters en 'nog wat andere men sen'. Thuis werd er indringend over gesproken dat het een schande was dat de meetassistenten zo'n lage status had den, en de landmeters zo'n hoge. En maandelijks zorgde de familie Koop- mans voor de verzending van een grote stapel landmeetkundige tijdschriften. "Als twaalf] arige vond ik landmeten ech ter maar een duf vak", zegt hij. Vakantiewerk bij Van Steenis bracht hem de liefde voor het vak bij, hoewel zijn eerste meetklus uitdraaide op een fiasco. "Als je niet weet datje bij een wa terpasinstrument het buisniveau moet inspelen, valt het ook niet mee", blikt hij terug op zijn eerste ervaring. De voor het vak gewekte interesse was toen toch wel zo sterk, dat hij besloot zich in te schrij ven voor de hts-landmeten, en wel de al lereerste lichting. Op de zolder aan de Vondellaan kreeg hij les van bloemrijke docenten, die naast theorielessen ook fantastische verhalen vertelden over het werken in de bush, over ruige kroegen en mooie meiden. Maar hoewel hij, geïn spireerd door deze verhalen, na zijn stu die de wereld in wilde trekken, werd hij door ontluikende liefde in Nederland ge houden. Hij werd gemeentelandmeter te Amsterdam. Binnen vijfjaar verdwijnen alle zelfstandige mts- opleidingen landmeten Toch heeft hij uiteindelijk zijn weg naar het buitenland gevonden. Eerst op de bonnefooi naar Frankrijk, daarna voor een ingenieursbureau naar Ghana. Ge volgd door Noord-Afrika, Kenia en nog een handvol landen, en tot de dag van vandaag is hij nog regelmatig te vinden in Indonesië. Zijn werk in het buitenland geeft kleur aan zijn visie op werken en leven. "Overal ter wereld heb ik goed kunnen werken" is zijn ervaring, "vooral op de werkvloer ben ik veel aardige, en thousiaste en kundige mensen tegenge komen. Alleen de politiek kan het werk aardig onmogelijk maken". Hij kan veel anekdotes vertellen. Zo kreeg hij in Indo nesië vaak "de beste zoon van de kam pong mee, terwijl hij liever een matige landmeter had gehad". Taalproblemen, grote afstanden en extreme seizoenen waren andere factoren die het leven en werken in den vreemde zwaar, maar kleurrijk maakten. IRWIN VAN HUNEN, REDACTEUR GEODESIA I999-I2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1999 | | pagina 6