A
De Zeeuwse water
keringen waren
niet allemaal even
sterk.
Sandra
Stoel-Schipper:
230 km water
kering.
Theo Scheele: dit is
de Westerschelde-
kering.
zijn. Helaas is dit niet door ESRI gemaakt, wat betekent
dat ook anderen bezig zijn. Het is dus zaak om wakker te
blijven.
Een wandeling door het ESRI-hoofdkwartier in Rotterdam
geeft een beeld van de activiteiten die daar plaatsvinden.
Systeemdeskundigen, helpdeskmensen, planners en ont
wikkelaars zijn overal hard aan het werk, behalve in de
kamer van de accountmanagers; daar is het vrij leeg en dat
hoort ook zo, die zitten bij de klanten. Supportmanager
Herman Aldenberg legt tussen de bedrijven door uit hoe
het bij hem werkt. De 'calls' die binnenkomen per tele
foon, fax of e-mail worden doorgegeven aan de software-
specialisten. Die gaan ermee aan de gang en zorgen dat er
een antwoord naar de vragensteller gaat. En dat liefst zo
snel mogelijk, licht zijn collega Dirk Voets toe.
In andere afdelingen zijn geodeten, kartografen, geografen
en andere deskundigen bezig met werkzaamheden die
meestal wat met GIS te maken hebben. In twee grote zalen
zijn opleidingen Are/Info aan de gang. De kamers hebben
één ding met elkaar gemeen; ze staan barstensvol compu
terapparatuur.
Met ESRI de boer op
Toepassingen van GIS zijn het best te bewonderen op de
werkvloer bij de klanten. We maken een keuze en samen
met Jan Willem van Eek, marketing manager, en Bert Ver-
meij van ESRI Nederland gaan we een dag op pad en be
zoeken twee van ESRI's klanten; het Waterschap Zeeuwse
Eilanden in Goes en de Maaswerken in Limburg. Niet di
rect naast elkaar gelegen, maar een dag is lang. Op beide
plaatsen kwamen we natuurlijk ook weer ESRI-medewer-
kers tegen (want die zitten, zoals dat hoort, vaak bij de
klant).
In het fraaie Waterschapshuis in Goes is projectleider
Willem van Rijn onze gastheer. Geassisteerd door GIS-
analist/applicatiebeheerder Sjaak van Popering krijgen we
een goed zicht op de Zeeuwse GIS-werkzaamheden en de
snelheid waarmee die tot stand zijn gekomen. Dat werd
ook tijd, want al bij de ramp van 1953 werd geconstateerd
dat er wel wat mankeerde aan de toestand van de dijken,
maar ook aan de informatie daarover. Er moest een halve
eeuw overheen gaan eer dat laatste
helemaal in orde kwam. Daarvoor
moesten eerst wat waterschappen wor
den samengevoegd. De laatste samen
voeging dateert pas uit 1996. Daarmee
kwamen ook alle geometrische en ad
ministratieve gegevens op een hoop te
liggen en die waren inconsistent, ver
ouderd, en niet allemaal eenduidig van
aard, bleek uit een informatieanalyse
uit 1997. Hieruit bleek tevens een
grote behoefte aan geo-informatie, aan
koppeling tussen geometrie en admi
nistratieve informatie, en aan een
breed toegankelijk gebruik. De be
hoefte aan actuele informatie over de
waterkeringen werd nog dringender
toen bleek dat de sterkte van de steen
glooiingen niet deugde.
Om de omvang van het probleem snel
in beeld te brengen en verbeterings-
werken te kunnen voorbereiden, wa
ren gegevens nodig. Onder meer
moest de steenzetting op sterkte wor
den getoetst. Bovendien bestaat er een
wettelijke verplichting om een legger
en een beheerregister voor waterkerin
gen te hebben. Alles met elkaar een
reden voor het waterschap om die ge
gevens te verzamelen en in te winnen
die van essentieel belang zijn voor haar
primaire taakuitoefening, en deze op
te slaan in een GIS. Men koos voor het
INTWIS. Geometrie beheren doen ze
op de afdeling Kartografie, daar werd
de bal dus neergelegd.
Heiligschennis
De afdeling Kartografie en Hydrogra
fie is ondergebracht in de sector water
keringen van waaruit zij ook de andere
GEODESIA
26