A r\r WVV om te rekenen naar de totale hoeveelheid waterdamp die zich boven het station in de atmosfeer bevindt. Een maat voor deze hoeveelheid is IPWV (Integrated Precipitable Water Vapour). Dit is de hoogte van het plasje water dat zou worden verkregen wanneer de waterdamp ter plaatse uit de atmosfeer zou condenseren. Er geldt dat 1 mm IPWV gelijk staat aan ongeveer 6,5 mm natte vertraging. Absolute troposferische vertraging is met GPS alleen schat baar als een mondiaal netwerk wordt gebruikt. Een derge lijk netwerk, bestaande uit onder andere diverse verre IGS- stations, wordt gebruikt door het KNMI [7]. fdet AGRS.NL (fig. 4) dient als kern van dit netwerk. Water dampschattingen zoals verkregen met het AGRS.NL, kun nen door het KNMI worden gebruikt om weervoorspellin gen te verbeteren, mits ze binnen drie uur beschikbaar zijn. Momenteel zijn het KNMI en de TU Delft actief betrok ken in een werkgroep van de Europese Commissie bij de opzet van een internationaal netwerk van GPS-ontvangers om op een routinematige basis waterdampschattingen te doen (COST 716). De GPS-waterdampmetingen worden routinematig ver geleken met radiosondedata. Gedurende enkele weken in 1998 is ten behoeve van het KNMI een testcampagne uit gevoerd, waarbij in Delft ook waterdamphoeveelheden zijn gemeten met een radiometer. Radiometers worden voor geodetische VLBI regelmatig gebruikt om voor natte ver tragingen te corrigeren, maar voor routinematig gebruik bij GPS zijn ze te duur. In fig. 5 is voor één week de IPWV om de zes minuten weergegeven zoals deze is gemeten met de radiometer (en later gefilterd) en zoals deze is geschat op basis van GPS-waarnemingen. Met beide technieken wordt ongeveer hetzelfde patroon in waterdampvariatie gevon den, maar systematische effecten zijn nog aanwezig, waar door onder andere een offset in beide patronen wordt ver oorzaakt. Modelverfijning De precisie van hoogte- en troposfeerschattingen kan wor den verbeterd met stochastische modelleringstechnieken. Om de waterdampschattingen met GPS te verkrijgen zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig. 5, is gebruikgemaakt van relatieve con straints. Zo n constraint of voorwaar de is een extra waarnemingsvergelij king waarmee niet teveel variatie in de troposferische vertraging tussen twee opeenvolgende troposfeerschattingen wordt toegestaan. Dergelijke con straints worden ook gebruikt in Kal man-filters. Wat het effect is op de precisie, is te zien in fig. 6, waarin ook Fig. 5. de ongefilterde schattingen zijn weer- Waterdamp- gegeven (geen constraints). In dit schattingen op voorbeeld is de IPWV gemodelleerd basis van GPS als een 'random walk'-proces, ook wel vergeleken met getypeerd als de wandeling van een radiometerdata. dronkeman. Een verdere verfijning kan worden verkregen door correlatie in de tijd en/of plaats te veronderstel len. Dat dergelijke correlatie bestaat, is te zien in fig. 7 waar de IPWV staat weergegeven voor twee stations (Delft en Kootwijk). Duidelijk is te zien dat weerfronten eerst over het ene station langs trekken en met enige vertraging over het andere station. De precisie van de hoogte kan mogelijk verder verbeteren als dergelijke correlatie kan worden gemodelleerd en gebruikt in de AGRS.NL-netwerkprocessing - eventueel in combinatie met andere (geassimileerde) meteodata. Een methode die momenteel interna tionaal opgang vindt, is de modelle ringvan gradiënten (bijvoorbeeld [1]). In plaats van één troposfeerparameter per tijdsinterval worden er drie ge- Fig. 6. schat: een extra North- en een East- Filtering met gradiënt. De gradiënten worden cons- relatieve traints opgelegd, net zoals de zenitver- constraints. tragingen. De aanname van een hori- 66 GEODESIA radiomeier QPS 82 83 84 85 86 87 dag

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 16