Natte en droge kanten GEODESIA De transducerkasc is onder in de boot gebouwd. De trans ducer is een soort banaan met daarin 110 beams die elke se conde vier akoestische stralen naar de bodem zenden. Op die manier kan in één keer een strook van vier maal de wa terkolom worden gemeten. Het is hier vijftien meter diep, we meten dus stroken van zestig meter breed. Naast de transducer staat een stabilisator. Die zorgt ervoor dat de transducer altijd verticaal blijft hangen en de afwijkingen van de rolls en pitch (het schommelen van de boot) worden gecorrigeerd. En schommelen kan het. Het lijkt erop dat Wim 1 daarvan nu een demonstratie geeft, want ik moet De transducerkast me even aan de kast vasthouden. in het vooronder. Voorin ziet Wim 1 op een display hetzelfde beeld als Wim 2 achter. Het beginpunt van de meting is daarop al zichtbaar en langzaam maar zeker stuurt hij de boot daarheen, ervoor zorgend dat hij in de goede koers komt aanvaren. Zodra dat punt is bereikt, gaat de automatische piloot aan, die exact de te meten track volgt, of dat nu een rechte of een kromme lijn is. Als er geen scheepvaart was, zou het nu helemaal zonder schipper kunnen, maar die was er nu juist wel. We zijn nu vlak voor het beginpunt. "Dat is 'm, Wim" meldt Wim 2 en tegelijkertijd begint voorin een rode lamp te flikkeren. Ik hoor ook een zwaar gebrom. Dat is de trans ducer die nu onder de boot zakt en 74 cm onder de kiel zijn werk gaat doen. Wim 1 schakelt de automatische piloot in en kan zich gaan bezighouden met de scheepvaart rondom ons. Wim 2 heeft inmiddels ook de stuurkast van de beams in verbinding gebracht met het vaste referentiestation in Vlissingen om op die manier alle te meten punten van GPS-coördinaten te kunnen voorzien. Elk te meten punt moet in x, y en z worden vastgelegd op centimeter-nauw- keurigheid. Het is daarom van belang niet alleen de exacte plaats van de GPS-antenne op de boot te kennen, maar ook die van de sensoren die in de beams onder de boot hangen. De geluidssnelheid van het water is ook berekend en be draagt op dit moment 1484 m/sec. De temperatuur van het water, de geleiding, de sensordiepte en het zoutgehalte spelen daarbij een rol. De geluidssnelheid is een belangrijk basisgegeven voor het berekenen van de diepte, vergelijk baar met het ijken van een meetband. Surveyor Wim Klippel dirigeert het meetwerk. Op weg naar het meetgebied. Terug in de stuurhut zie ik dat we aan het eind van de eerste track zijn omge keerd en nu langs een tweede track te rugvaren. "We doen eerst de droge kant, Wim", meldt surveyor Wim, en daarmee bedoelt hij de kant langs de plaat van Ossenisse, een ondiep ge deelte dat regelmatig droog valt. Het is nu nog hoogwater, dus kunnen we er nog overheen. Dat is veiliger voor de dure transducer. Op het scherm van Wim 2 geven verschillende displays aan hoe de meting verloopt. In het grote vlak een overzicht van de meet- strook met de gemeten coördinaten, en storingen in de GPS-ontvangst val len onmiddellijk op. Naast het grote scherm zijn wat kleine schermpjes waarin onder andere de fasemetingen worden weergegeven en hoeveel diep-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 20