-É A K 10 november 1999 tijdreeksen van dubbelverschil iono- sferische vertragingen afgebeeld. Elke 30 seconden binnen het uur zijn er GPS-metingen verzameld, dus het aantal tijdstippen (epochen) bedraagt 120. Er zijn 6 satellieten gebruikt (dit komt overeen met het aantal dat men ge middeld kan tracken) en daardoor zijn er 5 curven te zien, aangezien één satelliet als referentie dienst doet teneinde dubbele verschillen te kunnen vormen. Te zien is dat in de eerste helft van het tijdsinterval de dubbelverschil ionosferi- sche vertragingen in het algemeen groter zijn dan in de tweede helft. De oorzaak hiervan hoeft niet direct in een afname van de ionosferische activiteit te liggen; een afhan kelijkheid van de elevatie van de satellieten zit ook in het effect. Voor wat betreft het schatten van de geheeltallige meer duidigheden is getracht dit te doen met zo kort mogelijke tijdsintervallen uit dit uur. In eerste instantie is geprobeerd om op elk tijdstip de meerduidigheden opnieuw te schat ten, zonder gebruik te maken van informatie op vorige tijd stippen, dus alsof het 'on-the-fly' metingen betrof. Als waarnemingen werden dubbele-frequentie fase- en code metingen gebruikt en voor de schatting van de geheeltallige meerduidigheden de LAMBDA-methode [1], Het resultaat was teleurstellend: in slechts 48% van de tijdstippen kon den de correcte meerduidigheden worden opgelost (voor namelijk voor de tijdstippen waar de grootte van het rela tieve ionosfeereffect klein is). Vergroting van de tijdsinter vallen naar vijf minuten leverde een iets beter resultaat op: in 75% van de gevallen werden de goede meerduidigheden gevonden. Een 100%-resultaat werd alleen verkregen met minimaal tien minuten aan metingen. In fig. 9 zijn voor dezelfde basislijn wederom tijdreeksen van dubbelverschil ionosferische vertragingen weergegeven, maar nu voor een nachtelijk tijdsinterval: 00:00-01:00 uur lokale tijd op dezelfde datum. Direct is te zien dat het iono sfeereffect veel kleiner is dan overdag. Dit is ook te merken aan het succes van het schatten van de meerduidigheden: voor alle tijdstippen konden nu de correcte geheeltallige waarden ogenblikkelijk (dus 'on-the-fly') worden bepaald! De toename van de ionosferische activiteit is dus goed merkbaar, zelfs in basislijnen van niet al te grote lengte. Door het verlengen van de meetduur of 's nachts de metin gen uit te voeren kunnen dergelijke metingen wel succesvol worden verwerkt, maar dit zijn natuurlijk geen aantrekke- Fig. 7. Voor relatieve GPS-puntsbepa- ling is de dubbel verschil ionosferi sche vertraging tussen twee ontvan gers en twee satel lieten van belang, die als volgt wordt gevormd: A'lAA2-/,2 )-(/]-/,')• Fig. 8. Tijdreeksen van dubbelverschil ionosferische vertragingen voor een basislijn van 15 km, overdag gemeten (12:00- 13:00 uur lokale tijd; 10 november 1999). lijke opties in de praktijk. Om toch de niet-verwaarloosbare relatieve iono- sfeerfouten te kunnen behandelen, heeft men in de GPS-verwerking in principe twee alternatieven: schatting van de ionosfeerfout uit dubbele-frequentie metingen; a priori correctie van de metingen. Schatting van de ionosfeerfout Het ligt voor de hand om bij signifi cante ionosfeereffecten in de data het GPS-vereffeningsmodel dat gebruikt wordt om de onbekende meerduidig heden en basislijncoördinaten te schatten, uit te breiden voor de onbe kende ionosferische vertragingen. Doordat het effect frequentie-afhan kelijk is, bestaat er de volgende relatie tussen de ionosferische vertraging op LI (If en het effect op L2 (If)-. Hier zijn A; en A2 de golflengten van LI respectievelijk L2, waarbij de ver houding van deze golflengten gelijk is aan de omgekeerde verhouding van frequenties (dit volgt eenvoudig uit de relaties c A/A2/2, met ede con stante lichtsnelheid). Door het meten op twee frequenties zijn we in staat ionosferische vertragingen uit de GPS- data te schatten (zie ook kader) en dus lange basislijnen te berekenen. Voor uiterst snelle toepassingen (zoals real time kinematisch) is een vereffenings model met onbekenden voor de iono- sfeer helaas niet erg bruikbaar: door ■o X v/ iX 116 2000-3 GEODESIA satelliet 1 satelliet 2 lonosfeer/ ontva 0.15 O) 0.1 O) 0.05 -0.05 ka S -0.1 n ss 3 v' S-* 1 20 40 60 80 tijdstip 100 120

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 18