t
i*
c
lopende syllabus ter vervanging van de vele los uitgedeelde
papieren. In de maanden september tot en met december
1999 heb ik daar vrijwel continu aan gewerkt (tegen een
passend honorarium uiteraard).
De syllabus 'GIS-Kartografle'
Het werk is uitgemond in een losbladige syllabus van zo'n
200 pagina's met 50 pagina's bijlagen.
Het titelblad, met de illegaal uit Geo-
desia gescande (en daarna gespiegelde)
mooie kasseien van Urbain Muikers
duidt aan dat het nog slechts om
bouwstenen gaat voor een nog beter
product. Er mankeert nog veel aan.
Uitgangspunt voor deze syllabus en
het college is de geo-informatiever-
zorging ten behoeve van bedrijfspro
cessen in stad en land. Voor ons vak
gebied houden die bedrijfsprocessen
de volgende zeven functionele gebie
den in (volgens M. Jellema in Geo-
desia 1998 no.l): rechtstoestand, be
stemming, beschikking, inrichting,
gebruik, beheer en beleid. Wanneer
we als geodeten de zeer complexe in
formatieverzorging die daarbij nodig is
onder onze hoede nemen (en hou
den!), doen we ons werk goed. Daar
gaat de syllabus dan ook van uit. Elke
paragraaf staat, met een enkele uitzon
dering, op één rijk in kleur geïllus
treerd A4-tje (zie fig. 2 voor een voor
beeld). Het ophakken van de stof in
zulke korte afgeronde brokken is ener
zijds aantrekkelijk voor de moderne
gehaaste lezer, en anderzijds meteen
een mooie training voor het 'Schrijven
voor het beeldscherm' (de titel van een
recent boek over dat onderwerp).
miMiiiif
De syllabus bestaat uit zeven hoofd
stukken. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van het gehele in
formatieverzorgingsproces, van terrein naar kaart en terug,
via mens en computer, en afgestemd op de eerder genoem
de bedrijfsprocessen. De komma in de kop van fig. 3, af
komstig uit dit hoofdstuk, is er welbewust in gezet omdat
ik meen dat de geodeten op dit terrein veel meer zouden
kunnen en moeten doen dan nu het geval is.
Voor de toekomst van het vak zijn de raakpunten van de
verticale pijlen in fig. 3 het allerbelangrijkst, maar in de
syllabus wordt toch hoofdzakelijk de inwendige structuur
van de pijlen verder uit de doeken gedaan. Dat gebeurt
volgens het al vaker gepubliceerde LM/VM-paradigma,
met een mooie ondergrond (hersens en elektronica) op
nieuw uitgetekend in het schema van fig. 4. Vooral in
hoofdstuk 1, maar ook in de latere hoofdstukken worden
hier diverse varianten van getoond en besproken. In de
Fig. 2.
Pagina 2-16
uit de syllabus.
Fig. 3.
Een oproep om de
getoonde processen
en relaties flink te
verstevigen.
hoofdstukken 2 tot en met 5 vindt de
nadere invulling van dit processchema
plaats. Wat betekenen de vakjes en pij
len nu precies? Het begint met een
grondige analyse van de structuur van
de landschapsmodellen en visualisatie
modellen. Zowel de veldbenadering
als de objectbenadering komen daarbij
aan de orde, maar het verhaal is toch
in hoofdzaak objectgeoriënteerd van
opzet. Willen we als beroepsgroep het
niveau van 'koppeling van grafische
aan administratieve bestanden' ont
stijgen, dan moeten we wel snel leren
denken in termen van (driedimensio
nale!) objecten die onderworpen zijn
aan natuurlijke en maatschappelijke
processen en bewuste menselijke han
delingen (fig. 5). Anders hebben we
straks echt het nakijken (niet alleen bij
de GBKN, zie het laatste december
nummer van Geodesia).
Deze dynamische aspecten komen in
de syllabus nog te weinig aan de orde,
geo-informatieverzorging
interactieve
128
2000-3
GEODESIA
STADSTIMMEREN
Obj«ctb*nad«rlng: dlacontlnu* eenheden
De ob|ectbenaderlng
A A
GEODETEN, AAN HET WERK!
bestemming, Inrichting beheer
tc9icniunuyt ar uci
mataprocaaaan
an -Informatla
wereld in verandering