Uil de fowe [M& 2000-4 GEODESIA Op 8 maart 2000 opende het Kadaster officieel zijn nieuwe hoofdkantoor in Apeldoorn, een evenement waarmee ik de Raad van Bestuur van harte feli citeer. Ik verheugde me op deze feeste lijke gelegenheid om redenen die u verderop wel duidelijk zullen worden. Overigens heb ik met het Kadaster ge durende mijn carrière een nogal wis selvallige verhouding gehad, waarin de ironie nooit helemaal heeft ontbroken. Het begon toen in 1957 mijn moeder met een advertentie aan kwam dragen waarin het toenmalige Kadaster aan bood om 10.000,— ter beschikking te stellen van hen die geodesie zouden gaan studeren en daarna tenminste vijf jaar bij het Kadaster zouden komen werken. Ik was net met een voor mij ongewoon goede cijferlijst geslaagd voor het eindexamen hbs-b en had geen idee wat ik zou gaan doen. Ik denk dat mijn ouders, gelouterd als zij waren door twee wereldoorlogen en een economische crisis, het vooruit zicht van een op het Kadaster werken de zoon buitengewoon geruststellend vonden. Zelf had ik geen flauw benul van wat het Kadaster deed en wat geo desie was. Dat laatste zocht ik op in het woordenboek en daarin vond ik dat het met landmeetkunde te maken had. Aangezien ik erg veel van mijn vrije tijd buiten doorbracht, dacht ik dat landmeter wel een mooi beroep voor mij zou zijn. Verder had ik een aantal doelen voor die 10.000,— die niets met studeren te maken hadden. Dat was echter voorzien, want toen het contract werd getekend, maakte de ambtenaar mij duidelijk dat het in ter mijnen beschikbaar zou komen. Er restte mij dus niets dan met de studie te beginnen. Wat ik te weten kwam over het Kadas ter gedurende mijn studietijd, was nogal deprimerend. Maar tegen de tijd dat ik afstudeerde, was er een directeur van het kantoor in Leeuwarden (ir. Toussaint) die toen bekend stond als vooruitstrevend en waar ik wel zou willen proberen een carrière bij het Kadaster te beginnen. Het leek mij het beste om dit voornemen informeel mee te delen aan de toemalige adjunct hoogste baas ir. De Ridder tijdens een NLF-bootex- cursie in Rotter dam. Het was een leuk gesprek en hij gal aan dat dit wel te regelen viel. Enige weken later werd ik bij hem in Den Haag ontboden om één en ander ter voorbereiding van in diensttreding door te spreken. Dat was echter een gesprek van andere allure, want het blonk uit in bureaucratische arrogantie. Hij had een kantoor in één van die oude overheidsgebouwen. Een hoge, zeer grote schemerige kamer, die je diagonaal door moest lopen tot voor zijn zwaar houten bureau ter grootte van een reglementaire ping-pongtafel. Het stond ook nog op een kleine ver hoging, zodat ik mij wat lager bevond dan hij. Het getuigde niet van grote mensenkennis dat hij dacht daarmee een Amsterdammer te kunnen intimi deren. Het duurde dan ook niet lang voor hij dat uitvond. Hij deelde mij namelijk mee dat hij zich mijn verzoek herinnerde, maar dat inmiddels was vastgesteld dat ik een contractant was en dus daar ge plaatst zou worden, waar ze op dat moment iemand nodig hadden; dat bleek Tiel te zijn. Het idee mijn be roepsloopbaan te beginnen in de plaats van Flipje, viel helemaal ver keerd. Ik begon met wat te sputteren over unfair en niet eerlijk, en toen ik de futiliteit daarvan inzag, eindigde ik met te zeggen dat ik altijd nog slaaf er gens anders kon worden. Daarna ver liet ik opgelucht het Kadaster voor ve le jaren. Terug in Delft legde ik de si tuatie uit aan professor Roelofs die het prachtig vond en mij hielp een baan bij de FAO te vinden. Twee maanden later was ik op weg naar Nigeria. Tien jaar later had ik mijn toelage plus 25% strafkosten wegens contractbreuk net jes terugbetaald, de prijs van de vrij heid...! Dat was niet mis overigens, want ik geloof dat het totaal ongeveer twee keer het jaarsalaris van een aspi rant-landmeter was. Zo heette je toen als afgestudeerde geodeet de eerste paar jaar bij het Kadaster. Toen ik in 1993 weer kennismaakte met deze institutie, was het bedrijf be zig met het doorvoeren van de infor matisering en alle moeilijke reorgani satie en herstructurering die daarbij te pas komt. De verzelfstandiging ging daar ook mee gepaard en forceerde een nieuwe cultuur die klantgerichtheid en efficiëntie hoog in het vaandel had. Het is duidelijk dat het nu een dyna misch en vooruitstrevend bedrijf is ge worden, waar jonge beroepsbeoefena ren van diverse pluimage een interes sante, bijdetijdse carrière kunnen op bouwen. Eén van de meest opvallende aspecten van deze transformatie is ze ker het sterk verminderde aantal geo deten in de leidinggevende posities. Ofschoon ik nooit een officiële analyse van de kwantitatieve en kwalitatieve veranderingen in de samenstelling van het personeelsbestand heb gezien over bijvoorbeeld de laatste tien jaar, lijkt het mij dat er nogal wat verschuivin gen hebben plaatsgevonden. Vraag is voor mij toch nog waarom geodeten niet aan de vraag voor leiderschap konden voldoen. Dit is overigens een wereldwijd fenomeen waarop ik nooit een bevredigend antwoord heb gevon den, ofschoon ik vermoed dat hoger onderwijsinstellingen de nieuwe ver eisten eenvoudigweg niet hebben ge zien in hun veilige geborgenheid en daardoor hun programma's niet vol doende op de nieuwe ontwikkelingen hebben aangepast. De Raad van Bestuur heeft ter gele genheid van de opening van het nieu we hoofdkantoor een boekje uitge geven waarin twee opstellen zijn opge nomen met een visie over het Kadaster in 2032, wanneer het tweehonderd jaar zal bestaan. Het eerste opstel werkt een krimpscenario uit met de ti tel 'Het feest dat niet door zal gaan', geschreven door de hoogleraar be stuurskunde Paul Frissen. Het tweede is een Losse Pols over een 'groei-scena- rio' met de nogal ondoorgrondelijke titel 'Gambiet 2000, een speculatie over het Kadaster in 2032', geschreven door uw gedienstige raconteur. Ik was erg vereerd met de opdracht en opgelucht dat ik een groei-scenario mocht schrijven, want daar kun je weinig kwaad mee. Tenslotte wilde ik niet nog eens met heibel de deur uit, zelfs nu er geen 12.500,- op het spel stonden. 190

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 40