A Fig. 4. De gravimetrische geoïde voor Nederland ten opzichte van de Bessel-el/ipsoïde van het Rijks- driehoekssysteem (RD1918) met daarin aangegeven de op astronomi sche wijze bepaalde schietlood- afwijkingen. De isolijneninter- val van de geoïde- hoogten bedraagt 5 cm [6]. en ITRS. Fig. 4 geeft de gravimetrische geoïde voor Neder land weer ten opzichte van de Bessel-ellipsoïde van het Rijksdriehoekssysteem met daarin met rode vectoren aan gegeven de op astro-geodetische wijze bepaalde schiet loodafwijkingen. Lengte- en breedtebepaling uitgevoerd op de Utrechtse sterrenwacht Om de grootte van de (persoonlijke) systematische waar- neemfout te kunnen bepalen, werden de veldmetingen met het Zeiss Ni2-astrolabium herhaald op een vast referentie station. De Utrechtse sterrenwacht Sonnenborgh diende als referentiestation. De geografische lengtegraad hiervan werd bepaald met behulp van een Wild-T4 universaal theodoliet: de theodoliet werd op de stenen pijler op het waarneemdak van Sonnenborgh geplaatst, dezelfde als waarop de stermetingen met het astrolabium zijn uitge voerd, en gebruikt als een veredeld astrolabium (fig. 5). De kijkerbuis werd op een vaste zenitafstand ingesteld van ongeveer 30°00'30". Kleine variaties in de ingestelde zenitafstand werden geregistreerd door een set van Horre- bow-Talcott niveaus. De waargeno men sterren werden door een handbe diende zelfregistrerende micrometer gevolgd. Deze bestaat uit enkele vaste draden en uit een bewegende draad die door middel van een fijne schroef handmatig kan worden voortbewo gen. De waarnemer wacht de op te meten ster bij haar binnenkomst in het beeldveld op met de beweegbare draad en zodra de ster door de beweeg- Tabel 1. Eindresidtaten van de in 1997- '99 uitge voerde astro- geodetische meet- campagne: bepaalde schiet- loodafwijkings- componenten ten opzichte van ETRS89 en RD1918. bare draad wordt bedekt, tracht hij het sterbeeld zo goed mogelijk te volgen met de beweegbare draad. De schroef waarmee deze draad wordt voortbewo gen, is gekoppeld aan een rondsel dat op regelmatige afstanden is voorzien van metalen strippen. Deze strippen maken bij draaiing van het rondsel achtereenvolgens contact met een pen die een elektrisch circuit kortsluit. Dit elektrische circuit is gekoppeld aan een kwartschronometer die het tijdstip registreert waarop het circuit wordt gesloten. De plaats waar de ster zich in het beeldveld bevindt als het circuit wordt kortgesloten, is bekend, zodat de geregistreerde tijdstippen achteraf kunnen worden herleid tot de vaste middeldraad van het kruisdradennet. Aangezien de waarnemer tijdens het waarnemen niet precies weet wanneer de elektrische contacten zullen wor den gesloten, kan hij alle aandacht be steden aan het laten samenvallen van het sterbeeld met de beweegbare draad. Bij een vast kruisdradennet, zo als in het Ni2-astrolabium, drukt de waarnemer op een seinsleutel zodra hij meent dat de kruisdraad samenvalt met het sterbeeld. De opvatting waar op deze samenvalling gebeurt, hangt heel sterk af van de waarnemer (onder andere van zijn reactietijd). Deze per soonlijke waarneemfout kan aanzien lijk worden verminderd door de vaste kruisdraden te vervangen door een zelfregistrerende micrometer. Gedurende zes meetnachten werden met de Wild-T4 theodoliet in totaal 104 sterdoorgangen opgemeten, waar uit de geografische lengtegraad van de Utrechtse sterrenwacht kon worden afgeleid: 20m30s,973 ten oosten van de nulmeridiaan (IRM). De externe precisie (lo) van deze absolute lengte- o© n n - - - 158 2000-4 GEODESIA Inflections of the vertical ft,n> A Deflection of the vertical (I) O l^aplace station NI Station Geografische ETRS89 RD1918 a(t1) breedte lengte 3 Amersfoort 52°09' 5°23' 3",3 0",2 -0",2 0",7 0",3 0",3 Chaambeek 51°29' 4°54' 4",6 1",2 1",4 0",4 0",3 0",3 Heesch 51°42' 5°29' 0",8 -2",9 -2",5 -3",9 '0",2 0",5 35 Leeuwarden 53°12' 5°47' 4", 1 2", 1 0",1 1",0 0",3 0",3 129 Leiden 52°09' 4°29' 2",8 0",2 -0",8 —0", 5 0",2 0",2 42 Mijdrecht 52°13' 4°52' 2",5 0",1 -l",l -0",7 0",3 0",3 Utrecht 52°05' 5°08' 2",26 0",13 -1",26 -0",75 0",05 0",08

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 8