2000-6
GEODESIA
+49
4/J&
4/oV
Meting ertsmuur Maasvlakte
Dit betreft hier een kademuur die in twee gedeelten is aan
gelegd. Het eerste gedeelte, aangelegd in de jaren 1972/1973,
heeft een lengte van 890 m en bevat 22 vakken van elk 40 m.
Het duurde ongeveer tien jaar voor het tweede gedeelte met
een lengte van 575 m en bestaande uit 14 vakken van 41 m ge
reedkwam. Deze kademuren worden gebruikt voor de overslag
van erts en kolen. Het eerste gedeelte betreft een kademuur die
'in den droge' werd gebouwd, wat zoveel wil zeggen dat deze
kademuur in een bouwput is aangelegd. Vanaf het gereedko
men van de kademuur zijn de gebruikelijke deformatiemetin
gen uitgevoerd om het vervormingsgedrag na het vrij baggeren
en tijdens het gebruik te volgen. Al direct na de ingebruik
neming van de kademuur vertoonden de deformatiemetingen
zowel horizontaal als verticaal belangrijk grotere waarden dan
op grond van ervaringen met gelijksoortige kademuren mocht
worden verwacht. Daarom is vanaf het begin het afwijkende
gedrag van de kademuur nauwlettend gevolgd. De oorzaak
werd al vrij snel vastgesteld. De horizontale belasting, door
ertsopslag, was groter dan waarmee bij het ontwerp rekening
was gehouden. Als tijdelijke maatregel werd de teen van de
ertsopslag van dertig meter achter de voorkant van de kade
muur naar veertig meter gebracht. De definitieve voorziening,
die in 1981 werd aangebracht, bestond uit het aanbrengen van
twee ankers per vak teneinde de opnamecapaciteit voor hori
zontale belastingen te vergroten.
De kademuur kwam direct na het vrij baggeren vrij sterk om
hoog. Op bepaalde plekken was in 1981 de verticale deforma
tie 150 mm. Ook de horizontale verplaatsingen naar de water
zijde waren aanzienlijk. De grootste waarde in 1981 bedroeg
183 mm. Na het aanbrengen van de ankers zijn de verticale de
formaties nauwelijks meer toegenomen en is de horizontale
verplaatsing zelfs wat minder geworden.
Staat met resultaten.
Opzoeken meetpunten.
De abnormale deformaties van deze kademuur hebben uitge
breide onderzoeken naar de oorzaken tot gevolg gehad, waar
door het ontwerp van de na 1980 gebouwde kademuren sterk
is gewijzigd. De constructie van het tweede deel van deze kade
muur is hiervan al een voorbeeld. De gemeten deformaties zijn
daar ook veel geringer. Jaarlijks wordt nu nog een meting aan
deze kademuur verricht. De medewerkers van de LV staan ove
rigens niet te springen om deze meting te mogen uitvoeren.
Het is een erg vieze klus. Alle meetpunten zitten onder een laag
erts of kolen, zodat deze eerst moeten worden vrijgemaakt.
Verder vindt er continue overslag boven het hoofd plaats en
ook door wind wordt het nodige stof
verplaatst. Om deze meting efficiënt en
snel uit te voeren, wordt met drie ploe
gen van twee personen gewerkt. De eer
ste ploeg maakt de punten met schep en
bezem vrij. Ploeg twee verzorgt de verti
cale meting en ploeg drie voert de hori
zontale meting uit. Hiermee wordt
voorkomen dat de meetpunten meerde
re keren moeten worden vrijgemaakt.
Ook voor de mensen is dit prettiger,
omdat ze minder tijd op deze kademuur
hoeven door te brengen.
Dc verplichting alles dubbel te meten verdient enige nuan
cering. Wanneer in een waterpassing alle detailpunten als
draaipunt worden gemeten, zijn er geen losse poten meer
en blijkt uit de (aan)sluitfout of het geheel er gezond uit
ziet. De keus voor alles dubbel meten of alles als draaipunt
meten gebeurt op basis van efficiency-overwegingen.
Werkt men met één referentie waar toch naar terug moet
worden gewaterpast om te kunnen afsluiten en komt men
op die terugweg noodgedwongen toch weer langs alle pun
ten, dan wordt gekozen voor alles dubbel waterpassen. Is
er sprake van twee referenties die elk aan een kant van het
270
object liggen, dan wordt gekozen voor
alles meten als draaipunt. Het voor
deel hiervan is dat de lengte van het
traject dan zo kort mogelijk wordt ge
houden.
Herhalingsmeting
De waterpassing wordt uitgevoerd en
berekend. Het verschil in hoogte tus
sen herhalingsmeting en nulmeting is
verticale deformatie.