Is de Bessel-ellipsoïde scheef georiënteerd? De rotaties in de transformatie tussen RD en ETRS verklaard physical geodesy, geoid, history fysische geodesie, geoïde, historie Op basis van nauwkeurige GPS-metingen die in het kader van NEREF (NEtherlands REference Frame) zijn uitgevoerd, was het mogelijk de transformatieparameters tussen het Europese referentiesysteem ETRS en ons nationale referentiesysteem RD en NAP empirisch af te leiden. Deze transformatieformule en de daarbij behorende transformatieparameters vinden we onder meer terug in de nieuwe HTW [6]. Nagegaan is wat de oorsprong is van de in deze transformatie voorkomende rotaties en of de Bessel-ellipsoïde van het Rijksdrie- hoekssysteem daadwerkelijk scheef georiënteerd is, zoals uit deze rotatieparameters volgt. Voor de ligging en de oriëntering van het Nederlandse driehoeksnet op een referentie-ellipsoïde heeft de toenmali ge Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing tussen 1890 en 1900 op verschillende driehoekspunten geo- detisch-astronomische waarnemingen laten verrichten. Zo zijn tussen 1893 en 1894 te Ubagsberg, onder leiding van de Leidse hoogleraar H. G. van de Sande Bakhuyzen (1838-1923), di verse geodetisch-astronomische waar nemingen verricht ter aansluiting op het Duitse en Belgische hoofddrie- hoeksnet. Vervolgens heeft men tus sen 1896-1899 eveneens stermetingen verricht op dertien verschillende drie hoekspunten, verspreid over het gehe le land (echter niet te Amersfoort), dit maal onder leiding van de Utrechtse hoogleraar J. A. C. Oudemans (1827- 1906) (fig. 1). Op deze veertien sta tions werden de geografische breedte en het azimut naar een naburig punt bepaald met behulp van twee univer- saal-instrumenten van Repsold, af komstig van de Utrechtse en Leidse sterrenwacht. Daarnaast werden te ing. F. H. Schrentelkamp, Stichting De Koepel, sterrenwacht Sonnenborgh, Utrecht. Leiden (Sterrewacht) en te Ubagsberg geografische lengte bepalingen uitgevoerd [8] De gemeten azimuts zijn met behulp van de reeds bekende richtingen en afstanden uit het hoofddriehoeksnet van de Rijksdriehoeksmeting overgebracht naar de zijde Amers- foort-Utrecht en de astronomisch bepaalde breedten naar het basispunt Amersfoort. Zodoende verkreeg men voor Amersfoort dertien verschillende breedten en dertien verschillende azimuts voor de zijde Amersfoort-Utrecht (station Groningen is in deze berekeningen weggelaten, daar de nodige geodetische gegevens nog niet beschikbaar waren). Als definitieve ellipsoïdische breedte van Amers foort (cpo) heeft men het gemiddelde van deze dertien her leide waarden genomen, evenals voor het azimut Amers foort-Utrecht (oq) [3]. Dit werd gedaan om de invloed van de schietloodafwijkingen, die onregelmatig kunnen verlo pen, zoveel mogelijk te kunnen elimineren, hetgeen erop neerkomt dat de oriëntatie van de Bessel-ellipsoïde zodanig is bepaald, dat in deze dertien driehoekspunten een best passende aansluiting op de geoïde werd verkregen. Met an dere woorden: de gemiddelde schietloodafwijking gemeten op deze dertien stations, weerspiegeld in Amersfoort, is gelijk aan nul. Beide ellipsoïdische parameters werden in 1903 vastgesteld [3]. Bij de berekening van het Nederlandse driehoeksnet op de ze Bessel-ellipsoïde heeft men de meridiaan van Amersfoort als nulmeridiaan aangenomen. Veel later, in 1918, is pas de lengte van Amersfoort ten opzichte van de internationale meridiaan van Greenwich vastgesteld [3]Met behulp van het hoofddriehoeksnet, dat tussen 1885 en 1904 was inge meten, was het mogelijk het lengteverschil tussen Leiden en Amersfoort geodetisch te berekenen. Aangezien de leng te van de Leidse Sterrewacht ten opzichte van de interna tionale meridiaan van Greenwich bekend was, kon hieruit de geografische lengtegraad van Amersfoort (Zq) worden afgeleid [3]. De merkwaardige situatie doet zich nu voor dat het lengteverschil tussen Greenwich en Leiden astrono misch is bepaald en tussen Leiden en Amersfoort geode tisch (fig. 2). 275 GEODESIA 2000-6 KEYWORDS TREFWOORDEN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 17