Rotatieparameters afgeleid uit de 'De Min-geoïde' (1996) Fig. 4. GEODESIA 2000-6 Geografische breedte van Amersfoort Astronomische azimut Amersfoort-Utrecht Geografische lengte van Amersfoort RD1918 [3] Dit onderzoek 52°09'22",178 52°09'22",040 248°35'19",891 248°35'20",364 5°23'15",50 5°23'13",85 Verschil -0°",138 +0",473 1",65 enkele decimeters samenvallen met de assen van het astronomische referen tiesysteem. Lokale referentie-ellipsoïden worden gebruikt om er gemeten driehoeksnet- ten op te vereffenen en te projecteren. Deze lokale ellipsoïden worden zo ge kozen dat deze zo goed mogelijk aan sluiten bij de lokale geoïde, zodat de reducties tussen de ellipsoïde en de ge oïde zo klein mogelijk zijn, evenals de schietloodafwijkingen die de richting van deze reducties bepalen. Het reali seren van de optimale aansluiting tus sen de geoïde en de lokale ellipsoïde kan op verschillende manieren gebeu ren, al naar gelang de metingen die er voor beschikbaar zijn. Vroeger gebeur de dit astronomisch, terwijl dit tegen woordig steeds vaker aan de hand van satellietgeodesie wordt gedaan. Begin 1900 is gekozen voor een refe rentie-ellipsoïde die zo goed mogelijk aansluit bij Nederland. Daartoe heeft de toenmalige Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing op ver schillende hoekpunten, verspreid over het gehele driehoeksnet, stermetingen laten verrichten. Deze waarnemingen zijn vervolgens tot Amersfoort herleid en gemiddeld. Dit komt erop neer dat de ellipsoïde op deze driehoekspunten optimaal aansluit op de lokale geoïde. Op een ontbrekende parameter na ligt de Bessel-ellipsoïde van de Rijksdrie- hoekssysteem (RD1918) hierdoor vast ten opzichte van het astronomische stelsel. De ontbrekende parameter is de geoïdehoogte Nq in het basispunt Amersfoort. Deze parameter is nodig om bijvoorbeeld lokale horizontale én verticale coördinaten te kunnen trans formeren naar geocentrische coördina ten. Aangezien in 1918 alleen de lig ging van het basispunt Amersfoort Tabel 3. De (her) bepaling van de ellipsoïdi- sche parameters voor het basispunt Amersfoort. Meridiaancirkel van Pistor Martins van de Leidse Sterrewacht waarmee eind vorige eeuw diverse lengtebepalingen zijn uitgevoerd. Dit precisie- instrument staat tentoongesteld in het Museum Boer- haave te Leiden. (Foto: P. J. K. Louwman.) op de Bessel-ellipsoïde is gedefinieerd, evenals het azimut van een driehoeks zijde uit het vereffende driehoeksnet, kan de definitie van de hoogteligging van de ellipsoïde ten opzichte van de geoïde alsnog gebeuren. Gekozen is om niet de geoïdehoogte in Amers foort gelijk aan nul te stellen, maar om de geoïdehoogte over geheel Neder land te minimaliseren. Hierdoor sluit de Bessel- ellipsoïde zo goed mogelijk aan bij de lokale geoïde (het NAP-vlak) in Nederland. Is het hoogteverschil tussen de ellipsoïde en de geoïde eenmaal bekend, dan kunnen lokale coördinaten worden getransformeerd naar cartesiaanse coördinaten die, met behulp van de 3D-gelijkvormigheids- transformatie, op hun beurt weer getransformeerd kunnen worden naar ieder willekeurig coördinatenstelsel. Voor de bepaling van de transformatieparameters tussen ETRS en RD1918 is gebruikgemaakt van dertien geode tische stations die zowel in NAP en RD bekend zijn als in ETRS89 [9]. De ETRS-coördinaten zijn verkregen uit nauwkeurige GPS-metingen die in het kader van NEREF'91 zijn uitgevoerd. Door de geoïdehoogte in deze dertien punten te minimaliseren, wordt voor deze stations de beste aansluiting op de geoïde verkregen. Voor de bepa ling van de rotatieconstanten aan de hand van geodetisch- astronomische waarnemingen is gebruikgemaakt van vijf tien stations waarop stermetingen zijn uitgevoerd. Door de schietloodafwijking op deze stations te minimaliseren, wordt op deze wijze eveneens de beste aansluiting op de geoïde verkregen. Voor beide afleidingen geldt dat enkel op de stations die zijn betrokken bij de vereffening de beste aansluiting op de geoïde wordt verkregen, hetgeen dus niet automatisch inhoudt dat de Bessel-ellipsoïde van het Rijks- driehoekssysteem hierdoor in haar geheel het best aansluit bij de geoïde in Nederland. Een betere overall-aansluiting tussen de Bessel-ellipsoïde en de geoïde zou kunnen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 21