rr
I rür I
Fig. 8.
Berekening
van de afgelegde
weg tijdens het
hijsen.
hele wiel aan de spil wordt opgetakeld.
Het berekenen van de afgelegde weg
(of hoeveel het wiel omhoog komt)
is nodig om te controleren of links
en rechts evenveel omhoog komen
(fig. 8). Als dat niet het geval is, kan
dat leiden tot een onaanvaardbare
spanning in de spaakkabels. Deze be
rekening wordt zowel voor de middel
ste als voor de buitenste punten uitge
voerd. Om nu het voorlopen van de
spil ten opzichte van de velg te kunnen
bepalen, veronderstellen we het vol
gende: als het wiel aan één kant ach
terblijft, zal het kantelen om de as die
loopt door de spil en het midden van
de twee stoelen. Het voorlopen van de
spil is nu te bepalen door de linker- en
rechterafstand te middelen, en de af
stand van de spil hiervan af te trekken.
Hoe simpel de berekening ook is, het
is van groot belang om ook deze bewe
gingen van het wiel zichtbaar te ma
ken. De presentatie van de resultaten
van de metingen in een overzichtelijke
vorm wordt in de aanloop van het
project in overleg met opdrachtgever
en uitvoerenden ontwikkeld (fig. 9).
Daarvoor is dankbaar gebruikgemaakt
van programmatuur voor presentatie
en telemetrie [1].
Als het wiel wordt opgetild en dus niet
meer op zijn ondersteuning ligt, kun
nen allerlei spanningen leiden tot een
vervorming van het wiel. Er kan bij
voorbeeld een slag in komen. Deze
vervorming dient te worden gecontro
leerd. Om de vervorming zichtbaar te
maken, wordt gebruikgemaakt van
een driedimensionale gelijkvormig
heidstransformatie met aansluitings
vereffeningen en kwaliteitsbeschrij-
ving.
In de nulmeting wordt het wiel in stelsel-a ingemeten,
waarbij de prisma's de aansluitingspunten vormen. Deze
punten worden gebruikt in de gelijkvormigheidstransfor
matie. Dezelfde punten worden tijdens het hijsen weer aan
gemeten (stelsel-b). Als er nu drie of meer aansluitingspun
ten zijn gemeten, kan het stelsel-b worden getransformeerd
naar het stelsel-a. De coördinaten van de punten van het
object ondergaan slechts een transformatie, waarbij de
schaal wordt vastgehouden.
Met de F-toets wordt het model (de gelijkvormigheid) in
het geheel getoetst. Er wordt dus als het ware een rapport
cijfer aan de kwaliteit van de coördinaten van de aanslui
tingspunten toegekend. Als het aantal aansluitingspunten
groot is, dan is het moeilijk voor de F-toets om op één on
juiste waarneming te reageren. Daarvoor is de F-toets niet
gevoelig genoeg. Daarom wordt ook nog getoetst met de
T- en W-toetsen. Met de F-toets wordt de meting in de
volgende gevallen verworpen:
bij grove fouten, zoals schrijf-, tik- of rekenfouten;
bij identificatiefouten, zoals het omwisselen van punt-
nummers;
bij te optimistische standaardafwijkingen;
als de coördinaten van de aansluitingspunten niet op het
zelfde tijdstip worden bepaald, zodat het object tijdens
het meten van positie is veranderd;
als er een verkeerd rekenmodel is gebruikt: het object is
tijdens het hijsen aan vervormingen onderhevig, zodat de
veronderstelde gelijkvormigheid niet meer geldt.
Fig. 9.
Presentatie van
de resultaten van
de metingen.
ofT
1
Als de F-toets tot verwerping leidt, kan met de T- en de
W-toetsen de vervorming worden gelokaliseerd en gemeld,
zodat de nodige actie kan worden ondernomen.
Eindfase
Zoals vermeld is het project niet zonder problemen ver
lopen. De eerste hijsoperatie op vrijdag 10 september 1999,
die veel aandacht trekt in de media, moet worden afge
broken.
287
GEODESIA
2000-6
Vormcontrole
j| Numeriek wiel A-frame Afstanden Jl--1-1 c 1
Dy
Dx
10
L
O5010
Verschil spindel en rim over de boog
27
11
DATA Opslaan
Scherm printen
r auto update 1 sec