A Navigeren langs de spoorwegen Programma ATB en Detectie (PAD) Er worden nieuwe treinen geïntrodu ceerd in Nederland. Dit zijn comfor tabeler rijdende treinen die lichter zijn in vergelijking met de treinen die de Nederlandse Spoorwegen nu heeft rij den. Doordat deze treinen lichter zijn, reageren de detectiemiddelen niet meer optimaal. Hierdoor kunnen on veilige situaties ontstaan, omdat de overwegbomen niet meer sluiten of continu dicht blijven. Aanvullende detectiemaatregelen zijn dus nodig. Het Automatische Trein Beïnvloeding (ATB)-systeem is een vangnet voor het treinverkeer dat ervoor zorgt dat de toegestane snelheid niet kan worden overschreden. Daarnaast zorgt het er voor dat bij het onwel worden van de machinist de trein tot stilstand komt middels een snelremming. Momenteel zijn er twee typen ATB in Nederland: de zogenaamde eerste generatie en de nieuwe generatie. Bij de nieuwe gene ratie is meer informatie-overdracht mogelijk. Er is sprake van een volledi ge cabinesignalering met remwegbe waking en dit systeem is voorbereid op toekomstige beheersfuncties. De ATB nieuwe generatie bestaat uit drie on derdelen: assentellers, bakens en kas ten. De bakens zenden een bericht uit naar de trein, met daarin onder andere de maximale snelheid bij het volgende ing. E. M. T. de Bruijn, projectleider Arcadis Geo-lnformatie. Baken. sein, de maximale zichtafstand en de maximaal te verwach te helling. Met al deze gegevens berekent de in de trein aan wezige ATB nieuwe generatie-apparatuur wat de snelheids curve van de trein is. De machinist ziet vervolgens op zijn display in de cabine de maximale snelheid. Als aanvullend detectiemiddel wordt een assentelsysteem toegepast. Dit bestaat uit een elektronische aansluitkast van een telpunt en een railcontact. Langs het punt waar de assenteller ligt, wordt nagegaan of er assen van een trein passeren. Deze worden geteld en de richting van de trein wordt bepaald. Deze informatie wordt doorgegeven naar de centrale ver werkingseenheid, waarop maximaal twaalf assentel-eva- luatie eenheden kunnen worden aangesloten. Bij een ver andering van het signaal, dat bij de ontvanger binnenkomt, wordt in de assentel-evaluarie eenheid één as geteld. Deze eenheid staat naast het spoor ter hoogte van het railcontact. De centrale verwerkingseenheid vraagt cyclisch aan de aan gesloten assentel-evaluatie eenheden wat de stand van de interne tellers is. Met behulp van de zo verkregen waarden worden de uitgangen van de centrale verwerkingseenheid aangestuurd. Om een volledig baanvak te voorzien van een assentel-systeem heb je dus meerdere verwerkingseenheden nodig. Een relaiskast is een ruimte waarin de apparatuur zit, die voor de beveiliging van de sporen nodig is, zoals veiligheids-relais, trafo's, weerstanden, zekeringen en voe dingen. Uitzetmetingen Arcadis Geo-lnformatie heeft de assentellers, bakens en kasten uitgezet met behulp van DGPS gekoppeld aan de pencomputer. In 1997-1998 heeft Ardadis Bouw/Infra het ontwerp gemaakt voor 325 km spoor en 2150 objecten. Deze zijn reeds in februari en maart 1998 door Arcadis Geo-lnformatie uitgezet. Helaas is het vervolg van dit pro ject toen gestagneerd door gebrek aan financiële overheids middelen. Nu zijn die middelen wel beschikbaar en kun nen alle assen tellers, bakens en kasten weer opnieuw wor- Assenteller. 291 GEODESIA 2000-6 ■AA.?--

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 33