Uit de Ccdae Terwijl ik zat te luisteren naar de trot se voordracht van een vierde GIS-toe- passer (uit elf) die de administratieve grenzen van Egypte tot op het dorps niveau had gedigitaliseerd, vroeg ik mij af hoe dit, toch niet vermogende, land de financiële draagkracht kan op brengen dit soort duplicatie te tolere ren. Deze status van GIS-toepassingen in Egypte werd gerapporteerd in de Eerste Nationale GIS Conferentie van Egypte die 29 en 30 april 2000 in Cai ro werd gehouden. Deze conferentie werd georganiseerd door het 'Informa tion and Decision Support System of Cabinet (IDSC)', een organisatie die in het midden van de jaren '90 in het leven is geroepen om IT, daarin begre pen ook GIS, in het land te stimule ren. Dat hebben ze aardig gedaan, want volgens een schatting van ESRI zijn er tussen 110 en 130 praktische GIS-toepassingen operationeel. Ik moet er dus niet aan denken als ik de kleine steekproef van duplicatie over elf gevallen zou extrapoleren tot dat aantal. Deze ongewenste duplicatie was ken nelijk opgevallen, want de conferentie werd afgesloten met een beperkt aan tal redelijk goed toegespitste resoluties die opriepen om een nationaal clea ringhouse voor geo-informatie op te zetten, zodat potentiële nieuwe toe passingen zich tenminste op de hoogte kunnen stellen van de beschikbaarheid van de kernbestanden in hun land. Ik werd later aangeschoten door de direc teur van het IDSC met het verzoek om samen met de voorzitter van het be stuur van de Egyptian Survey Authori ty (ESA) en mijn collega Dr. Mostafa Radwan de volgende dag een vergade ring bij te wonen om tot een praktisch plan van aanpak te komen. Tijdens de vergadering kwam er nog een mooi voorbeeld van gebrekkige coördinatie op tafel, dat ik graag met u deel omdat het ook mijn vraag uit de eerste para graaf grotendeels beantwoordt. Het Egyptische equivalent van het Ne derlandse CBS, tevens ook Census Bu reau, had in 1996-1997 kernbestanden van Groot-Caïro en Alexandria ge maakt door be schikbare topo grafische kaarten (vintage 1979) op de schaal 1:5000 van papier te digitaliseren. Ter com pensatie van het niet courant zijn van deze kaarten en de enorme uitbreidin gen van Cairo en Alexandria is sinds 1979 met moderne luchtfotografie door de private sector een bijhou- dingsslag uitgevoerd. Het bronmate riaal is eigendom van ESA en omdat het daardoor op de hoogte was van de beperkingen van dat materiaal, heeft het aangeboden om voor marginale kosten een kwaliteitsbeheer op te zet ten, zodat het resultaat zou beant woorden aan moderne nationale nor men. Dat werd afgewezen. Ook heeft ESA geen inkomsten of andere erken ning gekregen voor dat materiaal. Co pyright bestaat, maar wordt totaal niet bekrachtigd. Het resultaat is dat dit het enig be schikbare bestand is op die schaal voor die gebieden, en daardoor zoveel wordt gebruikt, dat het een de facto standaard is geworden, die echter se rieuze gebreken heeft en niet systema tisch wordt bijgehouden. Ook is er een aantal ongelukken mee gebeurd, omdat het voor kabel- en leidingenbe- heer werd gebruikt zonder dat men zich rekenschap had gegeven van die beperkingen. Toen ik de stoute schoe nen aantrok en de directeur van het IDSC daarom vroeg, beaamde hij dat het een onderdeel van zijn taak is om de nodige coördinatie met stevige hand door te voeren. Het probleem is echter dat de financiering van dit soort initiatieven bijna uitsluitend via inter nationale donoren verloopt. Dat bete kent bijvoorbeeld dat de Amerikanen geld hebben gedoneerd voor het Egyp tische CBS om die kernbestanden te maken. Dat zijn vermoedelijk DIME- files volgens het model van het US Census Bureau. Er was geen enkele motivatie aan de kant van de donor om ESA in te schakelen, want het ging tenslotte slechts om een bestand voor de statistici. Dat het uitgerekend de Amerikanen moesten zijn, die zelf al tijd aan de weg timmeren met hun FGDC coördinerende activiteiten, mag wel matig ironisch worden ge noemd. Zo zijn er talloze donoren die miljoe nen dollars beschikbaar stellen voor al lerlei milieubeheer, irrigatie en water beheer, en andere projecten die onaf hankelijk van elkaar met productie van kernbestanden bezig zijn. Er wordt geen aandacht besteed aan het adequaat opleiden van personeel om het resultaat te continueren of een reglementaire omgeving te scheppen, waarin die bestanden kunnen worden bijgehouden. In de praktijk wordt ook de wettelijke rol van ESA als nationale bewaarder van het kaartmateriaal van de overheid en producent van kernbe standen genegeerd. Maar ook ESA ondervindt de afhan kelijkheid van internationale donoren, zelfs als het betrokken wordt bij een extern gefinancierd project. Bijvoor beeld Frankrijk heeft aangeboden om met behulp van SPOT de hele weste lijke woestijn op de schaal 1 50.000 te karteren met tien meter hoogtelij nen en dat ook te financieren. Volgens velen is dit een zaak van 'overkill', want er zitten weinig klanten te wach ten op zo'n nauwkeurig product in dit zeer veranderlijke doch onbewoonde terrein. Maar als de Fransen hun goe de geld daaraan kwijt willen, dan zou het toch wat vreemd zijn als Egypte daar nee tegen zou zeggen? Zo komt het dat een relatief arm land oplossin gen opgelegd krijgt, die misschien bij dragen aan de grotere glorie en het in standhouden van het technische kun nen van donoren, doch op de langere termijn problematisch voor het ont vangende land. Hoe arm is Egypte nu eigenlijk? Er is de weelde van de wijken van Cairo, met zeventien miljoen inwoners de derde grootste stad ter wereld, zoals El Zamalek en Maadi die bestaan uit om muurde villa's en bewaakte luxe-ap partementen. Dit in extreem contrast met de 'stad der doden', een enorm kerkhof dat ooit ver buiten de stad in de woestijn lag, maar nu ingebouwd, en waar bemiddelde families hun graf- 302 2000-6 GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 2000 | | pagina 44