A
Deformatiemetingen
aan kademuren
SERIE
Serie Technisch Meten I
Beheer van havens en kademuren
GEODESIA
surveying, deformation analysis, applications keywords
landmeetkunde, deformatie analyse, praktijk trefwoorden
Rotterdam is één van de grootste havensteden ter wereld.
Van oost naar west strekken de havens zich uit over een
lengte van ongeveer veertig kilometer. In de loop der tijd
hebben de activiteiten zich in toenemende mate van oost
naar west, van de stad naar het Europoort-Maasvlakte-
gebied verplaatst. Het Gemeentelijk Havenbedrijf
Rotterdam (GHR) is de gemeentelijke dienst die zorg
draagt voor zowel de exploitatie als het beheer van de
havens. De totale lengte aan kademuren bedraagt
momenteel tachtig kilometer. Uitbreiding vindt bijna
uitsluitend plaats in het Europoort-Maasvlaktegebied.
In de stad worden, vooral ten behoeve van woningbouw
en containeropslag, havens gedempt.
Zolang er in Rotterdam sprake is van
het maken van faciliteiten ten behoeve
van de scheepvaart, is men geconfron
teerd met de slechte bodemgesteld
heid. De meeste haventerreinen wer
den aangelegd in poldergebieden, die
enige meters onder NAP lagen. Deze
terreinen werden aanvankelijk 3 a 5 m
opgehoogd met de uit de havens ont
graven grond. De ondergrond bestaat
over een diepte van 15 m of meer uit
slappe klei- en veenlagen. Bij de nieu
were havengebieden (Europoort en
Maasvlakte) is de ondergrond geheel
anders. Daar ontbreken de slappe la
gen geheel of grotendeels. Hier is spra
ke geweest van landwinning door het
opspuiten met zeezand.
De eerste kademuren waren, zeker vol
gens de huidige begrippen, erg simpel.
Op een houten vloer werd een muur
gemetseld en bij verzakking werd deze
weer verder opgehoogd. De opkomst
van de stoomvaart in de negentiende
eeuw betekende dat de schepen groter
werden en dat er meer eisen aan de
F. M. B. Scheffers en
ing. W. Wiggers, afdeling Landmeten
en Vastgoedinformatie van
Gemeentewerken Rotterdam.
havenuitrusting werden gesteld. Dat hield onder meer in:
een grotere waterdiepte voor de kademuren, een directe
afmering tegen deze muren en hogere (vloedvrije) haven
terreinen die een grotere belasting moesten aankunnen.
Ondanks dat er vrijwel geen kennis van grondmechanica
aanwezig was en de kademuurbouw lang niet altijd zonder
problemen verliep, zijn er in het oude havengebied van
Rotterdam nog verschillende kademuren van vóór 1900
aanwezig.
Door de toenemende industrialisering hebben de havens
zich steeds meer in westelijke richting ontwikkeld. Zo
kwam nog vóór de Tweede Wereldoorlog de Waalhaven
tot stand. Later, rond 1960, werd een
aanvang gemaakt met de ontwikkeling
van de Botlek en nog weer enkele jaren
later kwam het Eemhavengebied tot
stand. De laatste ontwikkeling be
treft het Europoort-Maasvlaktegebied.
Hiermee is vanaf 1970 een start ge
maakt. De mogelijkheden om hier
nog uit te breiden zijn beperkt. On
derzoeken hebben aangetoond dat er
behoefte bestaat aan uitbreiding van
de havencapaciteit. De plannen voor
een tweede Maasvlakte zijn ook al in
een vergevorderd stadium. Het wach
ten is nu op de besluitvorming, met
name over de financiering.
Het GHR beheert naast tachtig kilometer kademuur ook
nog tweehonderd kilometer glooiing en verder alle steigers,
dukdalven, pontons, stalen buispalen en boeien. Het ge
bruik van kademuren en bijbehorende haventerreinen kan
men onderverdelen in erts- en kolenoverslag, stukgoed-
overslag en containeroverslag. Het mag duidelijk zijn dat
bij containeroverslag vooraf nauwkeurig vaststaat welke
belasting op het terrein en daarmee de kademuur komt te
rusten. Bij stukgoed- en ertsoverslag is deze belasting sterk
265