werkers van het Kadaster de uitvoerende organisatie invul
len. In Noord-Holland bestaat dit zelfs uit een organisatie
met een parttime directeur en een vijftal medewerkers die
in dienst zijn bij de Stichting Basiskaart Noord-Holland.
In Brabant en Limburg is de verantwoordelijkheid voor het
beheer bij het nutsbedrijf Essent neergelegd. De ongeveer
vijftig gemeenten hebben de vervaardiging in de regel volle
dig zelf risicodragend gefinancierd en voldoen met hun
basisbestand aan de gestelde productspecificaties. In het
bijhoudingsproces spelen overigens momenteel veel meer
gemeenten op een of andere manier een rol, hetzij voor sig
naleren van mutaties, hetzij voor inwinnen van de mutaties
of voor volledig bestandsbeheer.
Productie en bijhouding
Vooral na 1990 is de productie van de GBKN in een ver
snelling gekomen. Nagenoeg 70% van het totaal in kaart te
brengen oppervlak is in de laatste tien jaar vervaardigd. Dit
is vooral veroorzaakt door de automatisering van de be
drijfsprocessen bij de gemeenten en nutsbedrijven die hier
bij een digitale basiskaart hard nodig hadden. Nog steeds
zijn er grote conversieprojecten gaande, met name bij de
nutsbedrijven, waarbij duizenden beheerkaarten van kabels
en leidingen worden gedigitaliseerd. Per 1-1-2000 was
99,7% van Nederland in kaart gebracht. Alleen in de pro
vincies Overijssel, Limburg en Zuid-Holland moest nog
25.000 ha worden vervaardigd. In fig. 1 is hiervan een
overzicht te vinden. Volgens de huidige planning zal de
laatste GBKN aan het eind van 2000 in de gemeente Har-
dinxveld-Giessendam worden opgeleverd. Hiermee wordt
in het vijfentwintigste jaar van het bestaan van de GBKN
de volledige vervaardiging een feit. Voor het totale bedrag
dat geïnvesteerd is in vijfentwintig jaar is moeilijk een
nauwkeurig getal te geven. Vooral uit de beginjaren is niet
meer te achterhalen hoeveel er is uitgegeven; daarnaast zijn
Fig. 1.
GBKN-
vervaardiging en
verkooppunten per
31-12-1999.
Fig 2.
Bijhoudingskosten
per hectare,
per provincie.
binnen de gemeenten de kosten niet
altijd apart geregistreerd voor het ge
meentelijk basisbestand, maar ver
werkt in de kosten van de landmeet
kundige of vastgoedafdeling. Geschat
wordt dat er zeker vierhonderd mil
joen gulden is geïnvesteerd door de
samenwerkingsverbanden en gemeen
ten gezamenlijk.
Vanaf de oplevering van het eerste be
stand is er al gesproken over de bijhou
ding van de bestanden. Nu de vervaar
diging gereed is, worden in de meeste
samenwerkingsverbanden per jaar af
spraken gemaakt over de hoeveelheid
te verwachten mutaties en de daarvoor
benodigde budgetten. Op deze wijze
wordt vooraf de financiële bijdrage be
paald voor elke deelnemer en afnemer.
Soms zijn de kosten gebaseerd op het
aantal punten per mutatie met een bij
behorende puntprijs voor inmeting en
verwerking, soms gebaseerd op een
prijs per mutatie, waarbij de omvang
van de mutatie de prijs bepaalt. Ook
worden afspraken gemaakt welke or
ganisaties de daadwerkelijke opspo
ring van mutaties uitvoeren, de inme
ting ervan verzorgen en de mutatiebe
standen aanleveren. Meer en meer is er
een verschuiving gaande van uitvoe
ring door het Kadaster naar uitvoering
door de participerende gemeenten en
naar uitvoering door marktpartijen.
328
2000-7/$
GEODESIA
Bijhoudingskosten
In guldens per hectare
16 tot 20
10 tot 16
D 7 tot 10
Q 4 tot 7
ki ometers
Tometers
Peildatum 31 december 1999
J Gereed 3.537.000 ha 99,3%
Nog met gereed 25 000 ha 0,7%
Verkooppunt bij gemeente
Verkooppunt bij Kadaster
Overig verkooppunt
Provinciegrens
Gemeentegrens